Psalm 21 in D (Opus 42); voltooid maart 2015. Geschreven voor koor en symfonieorkest. Deze keer heb ik gekozen voor het "thema" van Psalm 21. Het is een prachtig thema, genoeg mogelijkheden om op voort te borduren. Het stuk is geschreven in D met een steeds terugkerend thema; beginnend in toonsoort D en na een aantal modulaties eindigend in D. Op YouTube: https://youtu.be/f2sXPZLHHes
Gefeliciteerd met het voltooien van dit werk! Echt een orkestrale psalm. De muziek speelt nog een keer; het klinkt heel plechtig, zoals ik dat ook bij psalmen beleef. Is het je bedoeling dat de tekst als deze http://www.online-bijbel.nl/psalm/21/ door het koor wordt gezongen op deze muziek? Je hebt dezelfde toonsoort aangehouden, dat vond je waarschijnlijk ook het meest passen. Het moet in een kerk met koor en orkest mooi vol klinken zo!
Marcelita, Bedankt voor je reactie. De bijbehorende tekst is uit het (oude) Liedboek voor de Kerken. De toonsoort van deze bewerking begint in D, overgaand in C en tot slot weer overgaand in D. Koos
Koos, je geeft jouw naam op als "composer" in het intro. Maar het is dus een bewerking. Ik hoor sterk de gelijkenis met het origineel. Mooi gedaan, dat wel. Het is overigens niet een psalm wat ik me uit mijn gereformeerde jeugd kan herinneren ;-)
Geert, je hebt volkomen gelijk; het is een bewerking. In begin vijftiger jaren moesten we op maandagmorgen, in het begin van de morgen, een Psalmversje opzeggen en daar was ook Psalm 21 vers 1 bij (Psalmberijming van 1773 !!). Het is me altijd bijgebleven dat er een "schone" melodie bij hoorde, vandaar (nog) deze bewerking. Ik zat op een Gereformeerde school. Koos
Ja, je hebt gelijk. Dat moesten wij ook. En dan zondags tijdens de preek dat versje in het hoofd stampen. Ik ben van '51 en ik zal deze dus mogelijk ook hebben geleerd al kan ik me dat niet herinneren. Ik zat op een z.g. School met de Bijbel. Bij Gereformeerde school denk ik in deze streek aan Artikel 31.
Geert, Na veel zoekwerk heb ik achterhaald wie de componist was van Psalm 21. Volgens het oude Liedboek van de Kerken was dat Loys Bourgeois (1551). De school waar ik op zat was een Gereformeerd Synodale en niet een Artikel 31 school. Koos
Bearbeiter. Overigens zijn er ook bewerkers die door hun mooie bewerkingen roem vergaren! Wat is er nou 'min' aan mooi, zorgvuldig, bewerken? Cellisten komen bijvoorbeeld Friedrich Grützmacher nogal eens tegen als het om bewerkingen gaat. Deze man is zeer produktief geweest en zijn bewerkingen worden nog steeds gespeeld en uitgevoerd. Componisten zijn zelf ook weleens bewerker. Beethoven bijvoorbeeld.
Maar ik mag waarachtig hopen dat dit niet het geval is met zijn 'bewerkingen' van de solosonates voor cello van Bach. Want dat is muzikaal slagerswerk. En dat 'authentieke' celloconcert van Boccherini? Ach ja, andere tijden ................ Ronald
Als je nou op een artikel 31 school hebt gezeten en je wordt vioolbouwer, bouw je dan violen waarop je alleen hele noten kunt spelen? Ronald (school met den bijbel)
Ronald, ik werd heel nieuwsgierig naar het muzikale slagerswerk. Heb toen de Petrucci Library erop nageslagen (www.imslp.org) en heb nog niet de bewerking van F. Grützmacher gevonden. Ik was aan het kijken bij de cello suites van Bach en nu zie ik dat je die ook niet bedoelde. Maar welke wél? (nawoord: deze soms? http://imslp.org/wiki/3_Sonatas_for_Viola_da_Gamba_and_Harpsichord,_BWV_1027-1029_(Bach,_Johann_Sebastian)) Bij de eerste cellosuite van Bach zag ik overigens dat Robert Schumann nog geprobeerd heeft daar een cello-pianostuk van te maken. Ga toch eens kijken wat dát dan geworden is. Bach en Schumann....ík kan mij er niets bij voorstellen gezien de verschillen die ik (misschien oppervlakkig) in hen beleef.
Hier wordt bij een bewerking van een stuk (voor het Leerorkest) gezet: arr. (arrangeur). Is dat niet gebruikelijk bij een bewerking?
Dat doet mij aan het volgende denken (ik neem aan Ronald dat je weet waar dit vandaan komt): 't is niet m'n broer en toch is het de zoon van m'n vader. Rara, wie ben ik?" Dit is nu de vraag c.q opgave die ik je mee wil geven, zodat daarmee ook meteen het antwoord op je vraag bekend wordt.
Mag ik met jouw antwoord dan aannemen dat het duidelijk is dat Koos A. Oosterhof iemand anders is dan Frits Oosterhof?
Marcelita, Het verhaal van de 'verbetering' van de -inderdaad- cello suites van Bach heb ik JAREN geleden gehoord van de -toen- eerste cellist van het Residentieorkest. Carel van Leeuwen Boomkamp, om precies te zijn. Maar aangezien één getuige geen getuige is, heb ik nog even op internet gekeken. En dan blijkt sprake te zijn (geweest) van: He (Grützmacher) is also known for rearranging J.S. Bach's Cello Suites with additional chords, passages and embellishments. Zie voorts: http://en.wikipedia.org/wiki/Friedrich_Grützmacher Met name pianospelende componisten, zoals Mendelssohn en Schumann, vonden het kennelijk nodig om solowerken op te leuken met een pianobegeleiding. Kennelijk klonk het anders te kaal. En dan niet alleen Bach, maar ook de caprices van Paganini (zie onder meer Schumann en Auer). Die laatste was dan weliswaar geen pianist maar violist, maar hij vond het wel nodig aan de 24e caprice nog een variatie voor piano solo toe te voegen. Stilistisch werd dat in die tijd niet als zo'n ramp gezien. Ook het fenomeen van de 'onaantastbaarheid van het notenbeeld' was toen nog niet uitgevonden. Overigens hebben ook Brahms en Busoni de chaconne uit de 2e partita van Bach voor piano solo bewerkt. Voor alleen de linker hand zelfs. Maar die vallen buiten het kader van 'toegevoegde' piano. Overoigens uitermate ingenieuze en goed klinkende bewerkingen. Alleen een beetje hels moeilijk. Ronald