Als de hals is meegelakt schuur je je een ongeluk om het er af te krijgen. Schraapstaal zou ik nemen. Alle lak er af schrapen. Daarna zorgen dat de hals mooi recht wordt: de bobbels eruit halen met een fijne platte vijl. Dan het hout vernetten met een beetje heet water, wachten tot de vezeltjes zich hebben opgericht, laten drogen en daarna met een strook watervast schuurpapier om de hals heen bewegen, van links naar rechts en weer terug. Dit herhalen, dwz het vernetten en met dezelfde schuurpapier de opgerichte vezels weg schuren. Als dat allemaal voor elkaar is, een beetje waterbeits nemen in de kleur donker eiken en met een doekje de hals insmeren. Dat is om het 'maagdelijk wit' van het hout te doen verdwijnen. Daarna met lijnolie de hals net zo lang behandelen totdat geen lijnolie meer wordt opgenomen. Tussen iedere opgebrachte laag voldoende droogtijd in acht nemen. Op deze manier heb je in ieder geval weer een mooie hals, ik bedoel de hals van de viool.
De hals van de viool bewerk ik met gekookte lijnolie. En doe daar dan 3 tot 5 procent siccatief door. Na ruim een dag is het droog genoeg om te poetsen. Dit diverse keren herhalen, en het bijhouden met een vettige doek met wat lijnolie om de glans te behouden.
Géén lijnolie op de hals zou ik zeggen. Een meegelakte hals kaal halen mer een schraapstaal en schuren/polijsten is OK, maar daarna desnoods bijkleuren en ten slotte twee lagen harde schellakpolitoer, vervolgens die nog mat wrijven met staalwol 0000. Klaar. Bij schrapen is de overgang van gelakt naar ongelakt "tricky" omdat je snel een soort verdikking voelt. Waterbeits in de kleur "donker eiken" ? Dat lijkt mij niet in het lak-arsenaal van de vioolbouwer te horen.
Neh, ik ben ook geen vioolbouwer en ga voor deze viool ook geen vioolbouwersmateriaal kopen. Even denken. Ik heb nog een schuurmachientje en een staalborstel. Eventueel ook wel schuurpapier en ergens in een doos nog wel staalwol. In ieder geval die waarmee je pannen mooi schoon mee kunt schuren. En voor de vloer hebben we nog een restje wasolie. Daar zal het vast mee lukken! Voor de trap moeten we nog donkere beits kopen, daar kan ik eventueel de hals weer wat donkerder mee maken. Leuk experiment...
Een reeds kale hals bewerk ik met lijnolie. Dus dan is de hals al kaal. Ga niet zelf schuren aan de hals, laat dat aan de vioolbouwer over. Is de viool die kosten niet waard dan liet ik de lak mooi zitten. Schuurmachine, staalborstel, schuurpapier, het is verdorie niet de onderkant van een schip, ach die arme vioolhals.
Sorry, meneer Tobias, het spijt mij en ben dankbaar voor de opbouwende kritiek van jou als wijze, ervaren man. Uiteraard heb je helemaal gelijk. Ik dien respect te hebben voor de viool en zijn hals, ook al is het een chinese viool met een chinese hals met teveel lak die plakt aan mijn handen. Het zij zo, daar heb ik het dan maar gewoon mee te doen. Of ik moet hem in de liefdevolle verzorgende handen van een vioolbouwer leggen... Betekent eens maar te meer dat ik werkelijk te hoogmoedig was bij de gedachte in een eerder leven vioolbouwer te zijn geweest, want dan zou ik me dit nooit in mijn hoofd hebben gehaald... Ik ga verder met mij diep te schamen...
Schuurmachines als omschreven, staalborstels, pannensponzen en wasolie (wat dat ook mag zijn) moeten op minimaal één meter afstand van elk strijkinstrument blijven. Staalwol met vier nullen (dat koop je niet bij de HUBO) alleen op hals en toets. M.a.w. laat het aan de vioolbouwer over.
Juist lijnolie!! Lees daartoe Otto Möckel en begrijp waaróm! Schellak? Verschrikkelijk. Past prima bij een Chinees, dat wel. Schellak is uit den boze! Met een beetje warm weer plakt je de linker hand heerlijk vast aan de schellak. Zie wederom in Otto Möckels boekwerk: Die Kunst des Geigenbaues. Meer ga ik er niet over zeggen.
Ik heb nog wel een potje wijzonol staan , gegarandeerd een mooie glimmende viool. Hoeft je maar 1 ker per 5 jaar te doen, water en schrob vast. De ideale verf voor elke klus
Ik bezit de 'Achte Auflage' van dit boek, inmiddels omgedoopt in 'Geigenbaukunst'. Schellak komt hierin op de bladzijden 120 en 121 ter sprake. Met onder meer de opmerking dat: 'Der blonde, orangefarbene is besonders zu empfehlen, braune und braunschwarze sind minderwertig'. Dit voor de volledigheid
De procedure als omschreven door onze geachte beheerder wordt door Möckel alleen genoemd bij het "Anschaften" als voorbereiding op het lakken. Aangezien de hals alleen bij het hieltje aan de corpuszijde en het "hieltje"aan de krul wordt gelakt, zegt Möckel volgens mijn exegese dus helemaal niets over het deel daartussen. Ook de waterbeits in de kleur donker eiken komt bij Möckel niet voor (hij noemt een chemisch verkleuringsmiddel). Overigens ben ik het met Möckel oneens over de lijnoliegrondering die hij hier voorstelt (en ik ben vermoedelijk niet de enige)
Op dit schilderij zien we Otto Möckel aan het werk. Hij heeft in de rechterhand zijn kwast. Voor hem op zijn werktafel staat een kan met Waterbeits Donker Eiken, dat is duidelijk te lezen.
Ik zie het Tobias, het werd vermoedelijk speciaal voor hem gemaakt bij CetaBever in Nederland. Mooi dat je dit hebt ontdekt, want in zijn boek zwijgt hij er angstvallig over.
Valt me ook op dat hij, waarschijnlijk speciaal voor het schilderij, de hals van de viool angstvallig verborgen houdt. Mogelijk was het resultaat van deze beits wat minder flatteus daar... Maar prettig te weten dat ik niet de enige vroegere vioolbouwer was die naar middelen greep die vandaag de dag blijkbaar uit den boze zijn. Vermindert enigszins mijn schaamte over een eerdere post van mij.
Werd niet vermoedelijk door Cetabever gemaakt maar dat is zeker. Ik had het schilderij wat aangepast omdat Frits erg tegen reclame is. Maar omdat jij het nu toch op het forum hebt vermeld Bert, hierbij het schilderij zoals het werkelijk is.
Dat komt omdat je ook niet thuis bent in dat boek. Ik zit in het buitenland en kan je de betreffende pagina's niet aanleveren, maar het staat ergens bij een apart gedeelte over de halsbehandeling. Reparaties mogelijk.
Er staat iets bij verhalzingen: daar heb ik al op gereageerd. Ik denk dat jij dat mogelijk niet goed interpreteert. Op de handgreep van een vioolhals hoort niets: kaal hout, maar omdat dat snel vervuilt kan er een beschermlaag worden aangebracht. Twee lagen schellak, gematteerd, voelen aan als hout, lijnolie voelt aan als lijnolie.