Op een strijkstok zit haar, paardenhaar. De bundel wordt ook wel een haarlint genoemd. Nieuw haar kan harsdeeltjes goed opnemen, maar na verloop van tijd -afhankelijk van de mate van gebruik- neemt dat opnamevermogen af. Dan kun je harsen wat je wil, er moet een nieuw haarlint op. Dat doen de meeste vioolbouwers en zeker iedere strijkstokkenmaker. Ik ga er daarbij van uit dat de stok verder nog in goede staat verkeert. Is dat niet zo, dan is de aanschaf van een basstok aan de orde. Ik hoop dat hiermee meer duidelijk is geworden.
Je hebt dan nog wel verschillen in bundels paardenhaar. Bepaald soort haar is meer geschikt voor bas dan ander haar. Maar wat zijn dan de verschillen tussen het haarlint voor bijvoorbeeld de cello en die voor de contrabas? Nog stugger, grover (grotere schubben)? Er zijn ook zelfs verschillende bundels voor bijvoorbeeld cello en wat zijn daar dan de significante verschillen tussen? Bij bijvoorbeeld Henk te Hietbrink lees ik: standaard chinees, mongools hengst (fijn medium), siberisch hengst (medium dik), en budget (uitgeselecteerd haar, of goedkope bundel). Als beginnend cellist of ietwat gevorderd, ging ik mij niet bezighouden met chique hengstharensoorten, want eerst maar eens je etudes en speelstukken hebbelijk uit je stok strijken. Ik weet niet wanneer het zin heeft het wat chiquer aan te doen. We hebben het hier over basstok beharing, dus hier een voorbeeld van wat er te krijgen is: bas wit standaard, Chinees bas wit, Siberisch hengst (medium-dik) bas, wit extra dikke selectie, Chinees bas grauw / peper-zout bas zwart En dan de vraag naar hoe die verschillen tot uiting komen. Is er beharing juist geschikt voor een bepaald soort genre muziek dat wordt uigevoerd? Zou de bouw van de stok nog een bepaald type beharing 'dicteren' om het helemaal optimaal te krijgen in de driehoek speler-contrabas-strijkstok?