Hoi, Ik heb een heel oude viool gekregen. Daar moet nog een hoop aan gebeuren, maar ik ben zo benieuwd naar de klank! Het is een engelse viool met heel bolle bladen. Het bovenblad raakt bijna het staartstuk bijvoorbeeld. Dus nu vroeg ik me af hoe de bolling van de bladen de klank van de viool kan beïnvloeden. Waarom kiest een bouwer bijvoorbeeld voor heel bolle bladen, of juist heel vlakke? Nu heb ik dit topic gestart onder viool, maar ik denk dat dit dan ook voor altviolen en celli zal op gaan?
Violen met een hoge welving van de bladen, zijn meestal geïnspireerd door het werk van Jacobus Stainer. Bepalend is de zogenaamde welving van het voor en achterblad. Deze vorm bepaald de kleur en het volume van de klank. Een hoge welving zorgt voor een warm, donker en mild geluid. Met een vlakkere welving kan een krachtiger klank verkregen worden.
Wanneer je een viool met vlakke bladen vergelijkt met die van gewelfde bladen, zijn de vlakke bladen veel flexibeler en een dergelijke viool klinkt in het algemeen veel zachter en in het geheel mat, zonder pit. Het aandeel van de lage(re) frequenties bij vlakke bladen is groter ten opzichte van een instrument met gewelfde bladen. Bij een gewelfd instrument worden de hogere frequenties beter afgestraald. Om nu toch te kunnen compenseren voor een grotere beweeglijkheid van sterk gewelfde bladen moeten de bladen dunner worden. Omdat bij sterk gewelfde bladen en eenzelfde kransbreedte het corpusvolume toeneemt c.q. te groot is, moet daarvoor gecompenseerd worden door een kleinere breedte van de krans. Behalve de vorm en mate van de welving is ook de keuze van het hout van belang. V.w.b. het bovenblad is de afstand tussen de jaarringen mede bepalend voor de stijfheid alsook de soortelijke massa. Instrumenten die te dikke bladen hebben, produceren geen grote klank en klinken niet edel. Ze geven bij fortespel een hele boel bijgeluiden. Instrumenten die naar hun welving de juiste dikte/sterkte verdeling in zich hebben, klinken altijd helder, hebben een vrije open toon waar bij de losse A-snaar de vocaal A laat horen. De lagere snaren klinken donker en sonoor, zonder de vaak gehoorde holklinkende diepte, als een kartonnen doos. Instrumenten die naar verhouding van de welving te dunne bladen hebben en bovendien een te groot luchtvolume hebben, laten een op de D- en G-snaar een holle lege klankkleur horen, die tegen de A- en de E-snaar onaangenaam afsteekt. De G-snaar is niet krachtig genoeg. Uiteraard zijn van deze drie hoofdgroepen allerlei tussenvormen af te leiden. In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, oefent niet alleen het bovenblad invloed uit op de klank, maar ook het achterblad. Niet alleen de dikte en dikteverdeling maar ook vorm, mate en vorm van de welving, gelijkmatige verloop van de welvingscurven, de f-gaten, kranshoogte (zie ook boven), de halshoek, het hout en ook voor een deel de opgebrachte lak, oefenen allemaal invloed uit op de klank. Er is geen standaard proces en/of methodiek voor handen om een prachtig klinkend instrument te maken. De Stainer instrumenten met hun hoge welving hebben i.h.a. een kristalheldere zilveren toon op de E-snaar, die heel gemakkelijk aanspreekt. De A-snaar klinkt als een hobo en klarinet, terwijl de D- en G-snaar donker en sonoor klinken. Het ontbreekt de G-snaar op de meeste Stainers aan kracht en een fortespel zonder bijgeluiden is niet goed mogelijk. Het geheel wordt nog versluierd met andere bijgeluiden. De oorzaak: te grote welving, vreemd gevormde f-gaten, die de beweeglijkheid van het bovenblad moet verbeteren, de dikteverdeling verloopt zeer sterk. Aan de randen een diepe 'Holhlkehle'. Een zachte lak.
Irene, het zou wel interessant zijn als je ons wat foto's kon laten zien van je aanwinst. Nu weet ik dat het nemen van goede foto's best wel moeilijk is, maar iets is beter dan niets! Als ze haarscherp zijn ben je al een hele goede fotografe.
Ik had snel 2 foto's gemaakt nadat ik het viooltje had gekregen. Het zijn vast geen geschikte foto's, maar hij is nu bij de bouwer, dus kan ik geen andere maken.
Klopt het dat de taille zo slank is? De foto van het bovenblad doet mij dat denken. Komt er ook een ebbenhouten toets op? De f-gaten zijn kenmerkend voor een Stainer-model.
De toets moet worden geschuurd, maar het was nog maar de vraag of hij dan niet te dun zou worden. Er moet inderdaad zeker een mm af! Dan komt er een nieuwe op, als hij te dun wordt. De bouwer heeft niet gezegd dat de toets nu geen ebbenhout zou zijn. Volgens mij is het ook wel ebbenhout, hoewel het inderdaad ander hout lijkt op de foto. De taille vind ik inderdaad ook slank. Het lijkt een Boheemse viool. En de bouwer die in de viool staat zou in die stijl in Engeland inderdaad violen hebben gebouwd. Je ziet op deze foto's niet hoe bol hij is, maar dat is hij echt. Hij heeft goed veel nootjes gegeten.
Die toets ziet er uit alsof het zwart gemaakt hardhout is. Er zal ook zeker een nieuw kielhoutje op moeten, maar als 'ie dan toch bezig is zou ik er een nieuwe ebbenhouten toets op laten zetten.
De vorm van de viool lijkt op de mijne en dat is inderdaad een Boheemse viool (van de Weense school). Wat wil Boheemse viool eigenlijk zeggen?
Waarom noem je het een viooltje, is de viool zo klein dan. Wat ik zie voorleggen is een viool met een grof generfd bovenblad, maar dat heeft wel zijn charme vind ik, net als het wat doorleefde uiterlijk. Ook het uit één stuk bestaande achterblad is aardig om te zien. Aan de F gaten zien we, dat er vaak gerommeld is aan de stapel, maar dat is met oudere violen vaak het geval. Kortom een aantrekkelijke viool, die ik als hij bij de vioolbouwer vandaan komt taxeer op rond de vierhonderd euro.
Hij is inderdaad klein. Zeker als je hem vergelijkt met mijn viool! Het is voor mij echt een VIOOLTJE. Ik ben benieuwd of je schatting van de taxatie klopt. Ik laat het weten...
Als hij eenmaal opgeknapt is zou hij wel eens meer waard kunnen zijn dan 400,-. Ik zou was experimenteren met verschillende snaren. Ik ben benieuwd hoe hij klinkt!
Misschien is het een 7/8 viool. Als het een goede vioolbouwer is, dan worden de beschadigingen bijna onzichtbaar weggewerk. En dan is het een veel leukere en aantrekkelijker viool, dan een nieuwe viool voor die prijs die overal te koop is. Je krijgt er dan bij verkoop misschien niet meer dan 400 euro voor. Maar ik zou hem persoonlijk niet voor het dubbele wegdoen. En misschien klinkt ze na reparatie ook nog wel als een lijster in de maneschijn.
Hij was de reparatiekosten in ieder geval zeker waard, en die zijn toch best flink... Het is een 4/4 viool. Maar omdat hij zo bol is, wordt hij vaak wat kleiner gemaakt zodat hij niet meteen ook heel luid klinkt. Ook de krul is kleiner. Ik dacht inderdaad toen ik de koffer opende dat het een 7/8 viool was, ik heb hem thuis meteen vergeleken met mijn viool, maar dat was echt niet zo. De mensuur was zelfs wat aan de grote kant en dat gaat hersteld worden als hij ook het kielhoutje en de toets aanpakt. Ik hoop inderdaad dat hij mooi klinkt en ik denk eigenlijk niet dat ik hem wil verkopen. De vioolbouwers ogen begonnen echt te glimmen toen hij dit viooltje bekeek. En we hebben afgesproken dat we, als de viool opgeknapt is, samen een snarenconsult gaan doen.