De meeste (alt)violen, cello’s en contrabassen hebben hun bovenblad uit twee helften opgebouwd. Bij het achterblad komt ‘uit-één-stuk’ veel vaker voor. Toch is er een voorbeeld van een van de beroemde Italiaanse meesters, die een bovenblad uit-één-stuk heeft toegepast: de viool gebouwd door Francesco Ruggieri (thans in eigendom van Hagai Shaham). De breedste nerf werd geplaatst aan de baszijde (zie foto's van de slide-show). Dit instrument heeft een geweldige dragende klank. Misschien een idee om eens te onthouden? Moet je alleen nog aan een breed stuk hout zien te komen. Maar als je er tegen aan loopt, kan het misschien een idee zijn? http://www.flickr.com/photos/benconover/sets/72157622509465953/show/ De eerste twee afbeeldingen van deze slide-show geven een indruk hoe de viool met een bovenblad uit één stuk eruit ziet. (Ik kreeg het niet voor elkaar om alleen de twee relevante afbeeldingen te selecteren en af te beelden. Als iemand dat wél kan, dan graag!)
Met dank aan PeterN! Precies wat ik bedoelde. Duidelijk is het verloop van de breedte van de nerf te zien (bovenste foto).
Alles gewoon bekijken en met de rechtermuisknop op bewaren als. http://www.flickr.com/photos/benconover/ Met andere woorden, duik eens in ht leven van... Remi Lijkt mijn Rugerri wel
Mijn mittenwalder viool ± 1850 heeft ook boven- en achterblad uit één stuk. De eerste foto had ik al eens laten zien, maar toen was het nog niemand opgevallen.
Net als PeterN heb ik ook een viool waarvan het bovenblad uit één stuk is. Het achterblad daarentegen is wel uit twee delen opgebouwd. M'n viool is in Duitsland in 2003 gebouwd.
Ik denk toch dat je viool een bovenblad heeft wat uit twee helften is samengesteld. Hoewel de scherpte van de foto wat te wensen over laat, zie ik op de middelste foto een lijmnaad. Omdat bij een bovenblad dat uit twee helften bestaat de nerf in het centrale deel het dichtst bij elkaar loopt, kan het soms moeilijk zijn nog een lijmnaad te detecteren. De twee helften worden dan als de bladzijden van een openslaand boek tegen elkaar aangelijmd. Door de groeiwijze van hout, met een langzame groei in de winter en een snellere groei in de zomer, ontstaan er afstanden tussen de nerf. De boom groeit vanuit de buitenkant zodat de jaarringen bij de bast het dichtst op elkaar zitten. Gaande van de zijkanten van het blad richting centrum, wordt de afstand tussen de nerf steeds kleiner. Bij een blad uit één deel, zie je een verloop van de tussenruimte tussen het winterhout (de nerf) en zomerhout. Die wordt dan steeds groter (of kleiner afhankelijk van waar je begint: links of rechts). Het hout wat voor het vioolblad uit één stuk werd gebruikt, komt dan van een boom met tenminste twee maal de diameter van de breedte van het blad.