Klankverandering door andere stapel en kam/snaren.

Discussie in 'Viool' gestart door dreamingdragon, 10 aug 2012.

Topicstatus:
Niet open voor verdere reacties.
  1. dreamingdragon

    dreamingdragon

    Lid geworden:
    26 feb 2011
    Berichten:
    367
    Hallo allemaal.

    Ik zat me laatst af te vragen of de klank vd viool totaal verandert als er bijvoorbeeld door een omgevallen stapel, een nieuwe stapel en kam in en op de viool gesneden zou moeten worden?
    Stel dat je ook nog andere snaren erop zou zetten of dezelfde.
    Verandert de klank dan zo erg, dat deze als nieuw in de oren gaat klinken. Of juist ineens niet meer in je smaak ligt.

    Of zou de viool misschien beter kunnen gaan klinken, Doordat bijv de oude stapel of kam niet juist zijn gesneden/afgesteld?. Ik heb het niet over tune van je viool. Maar over het veranderen van de stapel/kam/snaren. 't Is maar dat ik weet wat me ooit te wachten staat, mocht de stapel in mijn viool ooit door een ongelukje zomaar spontaan omvallen.

    Omdat ze vaak zeggen dat de stapel " DE ZIEL" vd viool is.
    Gr D.
     
  2. reguz

    reguz

    Lid geworden:
    18 nov 2009
    Berichten:
    43
    Beste dreamingsragon

    Wat "de ziel" betreft en je vragen over wat de stapel voor functie heeft.
    Als je naar de lengtedoorsnede van het instrument kijk zie je twee bogen (bovenblad en achterblad), zeg maar radiï, die vastzitten op de eindklossen.
    Als je daar ergens in het midden een stapel in zet, deel je die boog in twee delen en er ontstaan dan (kun je niet zien) twee koordelijnen op het bovenblad en twee op het onderblad. Als je nu een wat langere stapel tussen de bladen plaatst, moet er een vormverandering plaats vinden. Dat kan op zowel het bovenblad als het onderblad gebeuren. Wat er gebeurt is, dat de koordelijn langer moet worden (wat een eenvoudig geometrisch gevolg is). Als dit geschied compenseert de radius die echter zijn booglengte behoud door van vorm te veranderen (buigen), platter van vorm te worden. Deze vormverandering heeft invloed op de mogelijkheid om dynamisch te kunnen bewegen en het instrument gaat anders klinken. Dus het is waar dat de stapel "de ziel" van het instrument is. Ook het verplaatsen in zijdelingse richting, met behoud van stapellengte, brengt het zelfde teweeg.
    Als je andere snaren op het instrument zet kun je er zonder meer van uitgaan dat er niet twee snaren zijn die exact dezelfde spanning hebben als je de pitch toon bereikt. Doordat er dus verschil is en ook verschil is in de wikkeling op de snaar ontstaat ook daardoor al ander geluid.
    Het geluid van een instrument waar de bladen goed gebalanceerd op elkaar werken (interactie) kunnen op heel goede instrumenten erg gevoelig zijn. Dus het veranderen van de lengte van de stapel of het verplaatsen heeft wel degelijk invloed op de klank van het instrument.
    Ik hoop dat je de uitleg kunt volgen
    Groetjes
    Reguz
     
  3. Oosterhof Vioolbouw

    Oosterhof Vioolbouw Frits Oosterhof Beheerder

    Lid geworden:
    29 mrt 2003
    Berichten:
    14.426
    Homepage:
    Ik vind het een vreemd verhaal dat wanneer je de stapel verplaatst de ‘koordenlijn’ langer moet worden. Bij een normale verplaatsing druk je de bladen niet omhoog. Dat zou inhouden dat de stapel in feite te lang is en wil je die dan tóch verplaatsen, je de bladen een andere vorm geeft, ja zelfs onder te veel spanning brengt. Je perst een stapel nooit dusdanig klem tussen de bladen om die vervorming juist te voorkomen. Dat gaat en mag in de praktijk nooit zo gebeuren! De stapel dient bij iedere verplaatsing te worden pas gesneden om zowel aan het boven- als aan het achterblad luchtdicht aan te sluiten.
    Bij het zoeken naar de juiste plaats kan het betekenen dat de stapel te kort is en dan moet er een nieuwe worden gesneden. Maar ook een te lange stapel mag niet worden geplaatst: die past niet!
    Niet alleen de plaats maakt veel uit, ook de mate van spanning waarmee de stapel wordt ingeklemd tussen de bladen maakt veel uit en kan een op zich goed gebouwd instrument niet tot ‘leven’ wekken als de positie verkeerd is. Kleine verplaatsingen van de stapel zijn voor een geoefend oor hoorbaar. Je moet dit echter niet te lang achter elkaar gaan doen omdat het oor dan ‘moe’ wordt en de veranderingen nauwelijks of niet meer waarneemt.

    In hoeverre de snaren invloed hebben op de klank hangt mede af van de aangelegde spanning op het hele systeem. Tussen de diverse snaren die in de handel zijn, zit soms een behoorlijk verschil in spanning. Dat heeft zijn oorzaak in de eigenschappen van de omwikkeling en/of materiaal van de kern.

    De kam zal ook zeker invloed hebben en dient bij de voetjes precies goed op het oppervlak aan te sluiten. Het materiaal van de kam heeft ook invloed op de klank omdat wat zachter materiaal een grotere demping heeft dan eentje die harder is. De wat betere kwaliteit Aubert kammen (vanaf #7) hebben een speciale behandeling ondergaan die het hout harder maken hetgeen de klank in de meeste gevallen ten goed komt. Bovendien laten de voetjes van deze kammen zich zeer plezierig snijden.
     
  4. dreamingdragon

    dreamingdragon

    Lid geworden:
    26 feb 2011
    Berichten:
    367
    maar de klank kan dus aanzienlijk veranderen vd viool als deze 3 combinaties worden veranderd. Dus het kan altijd er beter op worden. Maar dus ook slechter ??
     
  5. Oosterhof Vioolbouw

    Oosterhof Vioolbouw Frits Oosterhof Beheerder

    Lid geworden:
    29 mrt 2003
    Berichten:
    14.426
    Homepage:
    Het wordt slechter als de stapel nu precies goed staat en die plaats wordt verlaten. Maar het kan ook een combinatie zijn van meerdere zaken die geoptimaliseerd dienen te worden. In feite gaat het erom alles uit het instrument te halen wat er in zit. Wanneer er visueel niets aan te merken valt op de bouw, zoals een niet in lijn staande eindknop, een verkeerde halshoek, te hoog zadel, de grote afstand tussen de snaren en de toets en dergelijke, kan nog een andere kam overwogen worden. Je kunt optimaliseren met dien verstande dat hetgeen er niet in zit er ook niet uitgehaald kan worden!
     
  6. reguz

    reguz

    Lid geworden:
    18 nov 2009
    Berichten:
    43
    Om terug te komen op de lengte van de stapel en wat er gebeurd als de stapel in zijdelingse richting te verplaatsen. De dwarsdoorsnede ter plaatse van de stapel wordt als de stapel op een bepaalde plaats staat, zonder enige snarenspanning op die plaats en er verandert dan niets van vorm.
    Verplaatst men echter de stapel naar het midden (center lijn) dan wordt de vrije afstand langer en zou er dus een langere stapel in moeten. Aangezien er in een besnaard instrument druk komt te staan op de stapel, kun je de stapel in meerdere richtingen verplaatsen zonder dat de stapel omvalt. Door in die richting te verplaatsen waarbij de afstand, tussen de bladen groter is, drukt dan de stapel de bladen ter plaatse naar elkaar toe terwijl de bladen op de bouten naar buiten buigen omdat de koorde korter is geworden.
    Dit berust dus op eenvoudige geometrie.
    Zoals eerder beschreven: met een langere stapel moeten de koordelijnen langer worden zowel in lengte richting als in dwarsdoorsnede. De gebogen vormen deformeren dan ter compensatie en buigen naar binnen.
    Als iets buigt ontstaat spanning. Dit houdt in, dat de mogelijkheid van bewegen (dynamish) beïnvloed wordt.
    Kijken we wat de snaren voor spanning teweeg brengen, dan is het in de lengte richting compressie. Compressie in de lengte richting houdt in, dat de lengtedwarsdoorsnede korter wordt (door de gebogen vorm in de bladen) en de radiï van de bladen naar buiten gaat uitbuigen. Aangezien een lange stapel het omgekeerde teweeg brengt kun je de omstandigheden bewerken, dwz de buigspanning veranderen en daarmede de dynamiek die kan ontstaan.
    Nu zijn we weer aangekomen waar Oosterhof Vioolbouw niet over wil discusiëren: de spanningen die op een instrument ontstaan.
    Ik laat het er dus maar bij (wat spanningen aangaat) en ga er vanuit dat Dreamingdragon de uitleg toch begrijpt en zelf tot inzicht komt wat er gebeurt, want anders sluit Oosterhof Vioolbouw dit bericht af.

    Mijn ervaring met violisten in het Malmö Symphoniker is dat ze altijd weer op zoek zijn naar andere (betere?) snaren. Dit is begrijpelijk want de omstandigheden die door luchtvochtigheid ook invloed heeft veranderen wel degelijk de omstandigheden.
    Dit is dan ook de rede dat violisten die overal ter wereld optreden op kopieën van hun instrument spelen (in tropische landen) om de grote veranderingen in de luchtvochtigheid niet aan hun goeie instrument (Stradivarius of Guarneri) bloot te stellen.
    Pas als je als vioolbouwer begrip hebt hoe en wat er gaande is kun je een goed instrument bouwen.
    Een stapel plaatsen berust niet op wiskunde maar berust op het begrijpen wat en waar er iets met het instrument gebeurd. Dit is weer gecompliceerder dan wat tot nu toe door mij is beschreven. Daarover kunnen we later praten.
     
  7. dreamingdragon

    dreamingdragon

    Lid geworden:
    26 feb 2011
    Berichten:
    367
    Maar is het ook niet zo dat de oren vd violist waarvan de viool is, uiteindelijk bepalen waar de eindstand vd stapel komt?. De violist moet de klank immers mooi vinden, toch?
     
  8. Oosterhof Vioolbouw

    Oosterhof Vioolbouw Frits Oosterhof Beheerder

    Lid geworden:
    29 mrt 2003
    Berichten:
    14.426
    Homepage:
    Ja, helemaal mee eens!
     
  9. reguz

    reguz

    Lid geworden:
    18 nov 2009
    Berichten:
    43
    Ik ben het daar ook mee eens.
    Echter moet ik wel zeggen dat het er niet altijd (bijna nooit) gaat om het klankideaal van de violist.
    Er zijn miljoenen violen maar er zijn er maar een paar honderd of misschien een paar duizend die geschikt zijn om vioolconcerten op te spelen.
    Als die virtuoze violisten een instrument vrij kunnen uitkiezen zullen ze nooit allemaal hetzelfde instrument kiezen. Dat hoort bij het persoonlijke ideale geluid dat geproduceerd wordt.
    We kunnen niet verwachten dat we door de stapel een beetje te verplaatsen of een Andrea-kam te maken of door andere snaren op het instrument te plaatsen, we een Stradivarius-klank kunnen produceren.
    Juist deze drie onderdelen kun je makkelijk vervangen en dat gebeurt dan ook vaak.
    Wat er moet gebeuren om de klank van een Stradivarius te kunnen bereiken moet er iets heel anders gebeuren of gedaan worden.

    Als de spanning van de snaren het instrument comprimeert en daardoor korter wordt, wordt niet alleen het instrument korter maar ook breder. Er ontstaat dus een vormverandering in twee richtingen, van korter naar breder. Dat het instrument breder word is door meerdere wetenschappelijke onderzoeken bewezen. In de overgang van korter/breder gebeurt er dus niets. Waar die positie op het instrument plaats vindt, is belangrijk om te weten. Belangrijk, omdat aan één kant de vorm naar buiten aangroeit "bulging" terwijl de breder geworden vorm wordt ingedrukt "flatter" (beide Engelse woorden)

    Het is uitermate belangrijk om de juiste positie van deze overgang te weten. Ik heb hier 25 jaar aan gewijd om hier begrip voor te krijgen en uiteindelijk ontdekt dat deze overgang kan geschieden op een rechte lijn die tangentiaal op de buitenkant van de welving te vinden is. Deze specifieke vorm is te vinden in de vormovergang van convex naar concaaf en bleek te berusten op een geometrisch model. Het voordeel van deze eigenschap deelt de welving in sectoren. Twee, zeg maar onder de snaren en twee, zeg maar in de taille waar het instrument het smalst is.
    Wat er dus gebeurt met de welvingsvormen onder de snaren is de vormverandering naar buiten en in de andere sectoren naar binnen. In een proces waarbij de spanning van de snaren continu veranderd ontstaat dan een dynamisch proces. Dit proces brengt geen geluid te weeg maar veranderd het volume van het instrument. Het instrument gaat dus ademen, inhaleren/uitblazen. Dus een pomp.
    Dit is uitermate belangrijk voor de "projection" (Engels). Denk maar aan blaasinstrumenten waar geen lucht door word geblazen maar wel op de ventielen word gedrukt.
    Het geluid, dus de frequenties die je kunt maken, komen van de trillingen van de snaren die via de kam het bovenblad voorziet van trillingen. Als die trillingen een oppervlak raken kan dat dan spontaan mee gaan trillen. Zoals boven beschreven komt er in samenwerking zoals boven beschreven wel geluid uit. De ingesloten lucht gaat trillen en door het pompfunctie word de lucht naar duiten geperst en grijpt ook de vrije lucht rondom het instrument aan. Vooral de pompfunctie is hetgeen dat belangrijk is. Als de bladen te stijf zijn en er weinig beweging in komt, ja dat wordt dan wel nu begrepen.
    Wat er dus aan een instrument gedaan moet worden om van uitermate klank en "projectie" kwaliteit te bezitten ligt aan de functie in de bladen. Dunnere bladen kunnen meer bewegen en de pompfunctie wordt groter. Wáár je echter de bladen dunner moet en kunt maken hangt af van de eigenschap deformatie koter/breder worden.
    De beste manier om te weten hoe deze functie aanwezig is kun je vinden om pizzicato op de snaren te spelen, dus met een vinger de snaar eenmalig een frequentie laten produceren.
    Wat er dan gebeurt is, dat de interactie van de snaarbeweging met het instrument wordt geactiveerd. Als het instrument te dikke bladen heeft is de toon dood na enige seconden.
    Een instrument van uitermate kwaliteit heeft een veel langere interactie tijd en dus ook klank.
    Deze eigenschap als die goed aanwezig is, houdt ook in dat er weinig "bowing action" nodig is om het instrument te "starten" en de pompfunctie te laten werken.
    Kijk maar eens goed hoe weinig "bowing action" sommige top instrumenten nodig hebben en toch een enorme projection hebben.

    Wat wil ik nu zeggen met bovenstaande?
    In de eerste plaats, ja de violist bepaalt zélf welke klank het mooiste is.
    Door de stapel wat te verplaatsen kun je een "gemiddelde plaats" vinden waarbij de snaren toch een ongeveer gelijkmatige klank produceren. Dat doet een violist nooit zelf. Ze hebben daar geen verstand van en ook geen gereedschap voor. Dus de vioolbouwer komt er aan te pas. Hoeveel mensen gaan er naar de vioolbouwer?

    Wat wel belangrijk is dat de vioolbouwer begrijpt hoe het instrument op de beschreven manier kan functioneren. Dit houdt dan in, dat bij het maken van de welving je van het begin aan de overgang van Onex naar concaaf de rechte lijn op de juiste plaats links en rechts moet hebben. Om een beetje begrip daar voor te krijgen kun je bij een bestaand instrument de rechte tangentenplaats op zoeken.
    Het is echter niet zeker dat die aanwezig is. De functie van de eigenschap is echter wel aanwezig maar is dan niet exact op de rechte lijn maar over een oppervlak. Dat houdt dan in dat de sectoren daardoor kleiner worden en dus het resultaat waar de welving naar buiten en binnen van vorm veranderd.
    Ik zou zeggen doe een onderzoek op je eigen instrument ik zoek naar de sector eigenschap.
    Kijk en documenteer de richting van de vier tangentenlijnen en als ook mogelijk de helling van de lijnen.
    Om dit alles beter te begrijpen bestudeer de rapporten en geometrie op mijn site www.zuger.se
     
  10. dreamingdragon

    dreamingdragon

    Lid geworden:
    26 feb 2011
    Berichten:
    367
    dat is een heel onderzoek.
    ik weet dat ik geen dure viool bezit. en ik stel mezelf tevreden met de klank die mijn viool produceert. misschien wil ik het nog eens overwegen om een klank analyse aan mijn viool te onderwerpen. Wie weet heeft mijn viool nog meer in huis maar komt het niet tot zijn recht door de huidige snaren. De stapel heb ik al eens laten verzetten en dat leverde meteen een vooruitgang in klank. de kam is ook al bijgesneden, omdat ik de G en D snaar wat te gedempt vond klinken. de G,D,A snaren zijn dominant v Thomastik. de A snaar is dolce van Jagar. wie weet gaat mijn viool anders klinken met een andere combinatie van snaren.
    ik had al wat info gevraagd aan de vioolbouwer in zutphen over de snaaranalyze. Maar dat wordt even sparen. Ik probee eruit te halen wát erin zit.
     
  11. reguz

    reguz

    Lid geworden:
    18 nov 2009
    Berichten:
    43
    Als je alles geprobeerd hebt met snaren, kam en stapel dan is het afgelopen en het houd op.
    Is dat waar?
    Integendeel dan begint het pas.
    Het doosje, dus de corpus van de viool, is van losse delen gemaakt en hoe goed de vioolbouwer ook zijn best doet weet hij toch niet de losse onderdelen op een dergelijke manier te maken, dat alles optimaal bij elkaar past. Met passen gaat het om de functie.
    Kun je daar dan iets aan veranderen? Ja wel degelijk.
    Om een voorbeeld te geven zodat je een beetje kunt begrijpen wat en waar er iets veranderd kan worden.
    Span een paraplu op en zet die omgekeerd naar beneden op de tafel. Span een draad tussen twee tegen over elkaar staande spijlen via een lus die je aan het handvat vastzet. Principieel zie je nu het onderblad en de top van de kam (lus) en de snaar. Als je de snaar nu wat spant worden de eindpunten van de spijlen in de richting van de kam getrokken. De spijlen gaan buigen en een neerwaartse kracht ontstaat. Als de sterkte van de spijlen precies zijn dan is de vervorming, dus gaan buigen (brengt dit een evenredige opwaartse kracht teweeg). De as van de paraplu beweegt zich dus niet. Als een van de spijlen zwakker is dan gaat die spijl meer buigen. Als er nu denkbeeldig een bovenblad in de paraplu wordt geplaatst dan gaan de spijlen van het bovenblad ook vervormen. Dit gebeurt door de druk die ontstaat bij het spannen van de snaar. Ook hier kunnen (zullen) de spijlen zich niet evenredig vervormen.(berust op interactie).
    Het vervormen van de spijlen is wat er gebeurt op de centrumlijn van het instrument. De buigsterkte, de weerstand in verhouding van de buigweerstand van het hout in dwarse richting is 15-20 maal groter voor het bovenblad en 10-15 voor het achterblad. Deze eigenschap is een van de "geheimen" van de functie van het instrument om het oppervlak onder spanning te kunnen zetten.
    Wat kun je en moet je doen om een instrument beter te kunnen laten functioneren?
    Belangrijk is dat de kracht die gebruikt word bij het vervormen aan beide zijden van de stapel goed verdeeld is (as van de paraplu). Dit kun je niet berekenen als je de losse bladen maakt. Wat je wel kunt doen met het complete instrument is het trimmen van deze belangrijke functie: het gebruik van toegevoegde krachten van de snaren aan weerskanten van de stapel te gebruiken.
    Iedere vioolbouwer polijst de laklaag om het mooi te maken. Je kunt doorgaan met politoeren, hoofdzakelijk dan aan een kant, en bereikt daarmee dat de buigweerstand dan vermindert. Als dat gebeurt gaat er meer energie naar het "verzwakte" gebied dat meer "bulged" en meer dynamisch actief wordt.
    Wanneer je alle tonen apart op elke snaar speelt (iedere toon voor zich en laten klinken) kun je goed waarnemen hoe het instrument op ieder toon die je speelt reageert. Als er een toon niet evengoed uitkomt ligt dit aan het feit dat het gebied op de bout niet in beweging komt, dus te stijf is. Als je daar dus polijst en de weerstand vermindert, komt dat gebied wél in beweging.
    Dit polijsten kan eenvoudig worden gedaan met "Brasso metal polish".
    Het kan kan echter alleen op een instrument met olielak gebruikt worden.
    Het gebied waar je kunt polijsten moet binnen de sector van het PSF (framework) blijven. Het Framework hoeft niet zwakker gemaakt te worden, dat is het reactieve deel en moet sterk blijven.
    Waar begin je te polijsten?
    Begin op het achter blad. Als de buigweerstand van het achterblad verminderd wordt, laat dit het toe om meer te buigen. Minder buigweerstand betekent dat de eindblokken naar boven roteren (=eindpunt van de spijl zoals boven beschreven).
    Het resultaat daarvan is, dat de compressiekracht op het bovenblad meer tot zijn recht komt. De kracht blijft hetzelfde maar door de rotatie van het eindblok ten opzichte van de stapel houdt dit in dat de koorde van het bovenblad korter word. Als dat niet zo zou zijn moet de hals naar beneden afwijken en dat is nog nooit gebeurt. Als de vervorming plaats vindt, gaat de buigspanning in het bovenblad omhoog en dit heeft invloed op het "bulging" van de bouts. Als dat dan gebeurt, verandert het gebied waar de spanning niet voldoende was en de toon te activeren.
    Nu heb ik heel kort beschreven wat er principieel gebeurt.

    Op mijn internet site ontbreekt nog een rapport onder de Header: "controlling the dynamic", daar ben ik druk mee bezig en hoop dit volgend jaar te kunnen publiceren. Om dit te kunnen doen is nog een lang proces te gaan met veel instrumenten. Daar zijn meerdere vioolbouwers bij betrokken, hoofdzakelijk in Cremona.
    Dus wat dat betreft nog wachten.
    Ik wens je succes met je instrument en hoop dat een andere snaar nog wat verbetering teweeg kan brengen.
     
  12. Oosterhof Vioolbouw

    Oosterhof Vioolbouw Frits Oosterhof Beheerder

    Lid geworden:
    29 mrt 2003
    Berichten:
    14.426
    Homepage:
    Ik sluit dit onderwerp af om te voorkomen dat we herhaaldelijk verzeilen in een onuitputtelijke informatiestroom van Reguz over zijn project en bevindingen. Zo’n diepgaand onderzoek lijkt me niet in verhouding staan tot de gestelde vraag over de invloed van het (ver)plaatsen van een stapel, kam of andere snaren.
     
Topicstatus:
Niet open voor verdere reacties.

Deel Deze Pagina