Ik heb altijd meer moeite met ritme dan met toonhoogte. Als ik iemand, voor wie ritme vanzelfsprekend is, vraag: hoe doe je dat om zo ritmevast te zijn? dan is het antwoord steevast: dat voel je gewoon. Dat vind ik geen afdoend antwoord. Kan iemand eens precies omschrijven wàt hij of zij dan voelt?
Hey francis, ik heb heel lang ook wel redelijk moeite gehad met het ritme, het is iid wel iets wat je kan voelen, ik persoonlijk let altijd wat meer op de muziek zelf, maar wat je voelt is eigenlijk gewoon als n metronoom in je hoofd je telt dan misschien onbewust door en dat is ongeveer wat je voelt, je kan het jezelf ook aanleren, dit heb ik tenminste zlef gedaan. Het makkelijkste is door middel van een metronoom en deze op n ritme zetten. Ikzelf kan er niet zo heel goed mee over weg en heb mn zus dr metode over genomen gewoon mee 'stampen' met mn voet, vooral voor je begint want als je dan het goede ritme hebt gaat het vanzelf wat makkelijker. Ik hoop dat je er iets mee kan
Een metronoom is vooral een controle-intrument. Daarmee kan je bij wijze van spreken meten of je juist bent of niet. Maar kan iemand met een sterk ritmisch gevoel beweren dat hij/zij dat te danken heeft aan een jarenlange training met een metronoom? Die persoon zou ik dan wel eens graag ontmoeten. Volgens mij heb je dat of het je dat niet. Maar wat ik wel wil weten, is hoe dat functioneert bij ritmisch begaafde personen, voor zover dat ze zich daarvan bewust zijn, natuurlijk. Zoals bijvoorbeeld: welke pulsen van het metrum voelt hij/zij dan: de puls die komt, de puls die voorbij is, of allebei?
In muziek is een fout absoluut onherstelbaar door de onomkeerbaarheid van tijd. Tijd is de fundamentele parameter van muziek. Daardoor is de enige houvast die man heeft niet de puls die was of is, maar de puls die komen zal. Een luisteraar luistert retrospectief een SPELER PROSPECTIEF!! sipmle... In welk orkest speel je Francis?
Jouw opmerking over ritme is heel juist, Chris. Men moet altijd vooruit denken in de tijd. Alleen voelt niet iedereen die puls aankomen. Ik wil daar de oorzaak van kennen. Ik ben als beroepsviolist verbonden aan het vlaams radio orkest en het is me al dikwijls opgevallen, dat zelfs professioneel geschoolde musici van elkaar verschillen in het aanvoelen van ritme. Ook mijn twee kinderen verschillen van elkaar: de ene heeft niet de minste moeite om in de maat te spelen, de andere heeft een metronoom nodig. Waar zit het verschil? Volgens mij is dat nog nooit echt onderzocht.
Als ik Jazz muzici observeer, zie ik een fantstische rimische actrobatiek. Ik vraag me af, Francis, waarom jazz muzici het ritmegevoel-probleem niet hebben. Ik neig te denken dat het door de auditive werkwijze komt. Een jazz muzicus begrijpt dat ritme de 'kapstok' van de muziek is. Het ritme bepaald de melodie en niet andersom! Dat weet je als je muziek al spelend moet maken. Wij, klassieke muzici, hebben een alibi. Wij kunnen ons verstoppen achter een mooi vibrato en parate techniek, en ik denk dat de muziek hier terugslaat.
Ik moet denken aan een concert dat we hadden met Wayne Marshall, een jazzpianist. We speelden muziek van Gershwin en ik vond het ongelooflijk hoe hij in een razend tempo alles kon improviseren wat hij wou. Geen twee concerten waren gelijk. Hij begon eraan zonder nadenken, zo leek het toch. Wat me vooral trof, was dat hij als een kat altijd op zijn poten terecht kwam. En toen heb ik inderdaad beseft dat de snelheid van de opeenvolgende noten bepaald werd door de impulsen die hij innerlijk voelde. Hij zal wel ongeveer weten waar hij hoort uit te komen, maar de indruk die hij me naliet, was dat van een vogel die zich volledig vrij voelde de richting te vliegen die hij wou. Speel jij soms jazz?
Zelfs al klopt mijn hypothese over het auditive werken, dan nog beantwoord het niet de vraag of het ritmegevoel een kwestie is van aangeboren predisposities. Persoonlijk vind ik dit onderwerp erg interessant omdat bij mij het ritmische aspect ook wat verwaarloosd is. Het komt bij mij door mijn onstuimig karakter. Expressie voor alles!! En dat kan soms ten koste van ritmische exactheid gaan. Een laatromanticus dus. Hoewel dat niet altijd geldt. Brahms van Barenboim, metronomisch!!! mooi, maar niet mijn smaak. Nee, Francis, jazz speel ik niet. Ik studeer viool (klassiek) aan het Brabants Conservatorium. Mijn hart gaat uit naar Kamermuziek en vioolsolorepetoire, van Brahms tot Paganini, maar jazz is wat ik luister in mijn "vrije tijd". Ben je een snelle lezer, Francis? Misschien heeft het daarmee te maken. Het vermogen vooruit te lezen en de beweging eerder aan te voelen?
Ik denk algemeen nogal statisch. Met beweging heb ik minder affiniteit dan met ruimte. Zelfs in de metro in een vreemde stad vind ik moeiteloos mijn weg. Maar onthouden de hoeveelste we zijn, dat vind ik moeilijk. Het verandert altijd! Mijn collega-muzikanten daarentegen hebben allen nood aan gps. Raar maar waar. Ik heb al gedacht dat daar het verschil zit: wie zich makkelijker oriënteert in de ruimte heeft meer moeite met tijd en omgekeerd. Maar dat lijkt me te simpel. Het blijkt ook niet zo te zijn dat iemand die goed is in talen moeilijkheden heeft met wiskunde, al zijn er voorbeelden genoeg.
Ik vind je theorie erg interessant. Orientatie in een maat. Over dit onderwerp kan ik zeggen dat je kunt voelen waar je je in en maat bevindt door de specifieke eigenschappen van een bepaalde tel. Bijv in 4/4: 1) zwaar moment 2)ontspaning 3) neven zwaartepunt 4) afzet naar de volgende maat, naar 1 dus. Zodoende ontstaat er een cyclus die op nutuurlijke wijze een kaart vormt. Zo denk ik in de klassieke vormen. Echter in de hedendaagse muziek is deze methode niet van toepassing. Dan komt het puur op genadeloze exactheid aan!! Dan wordt je ritmische talent aangesproken!! Persoonlijk heb ik een ruimtelijk sterk orientatievermogen, in tijd - bij de hedendaagse muziek voornamelijk - minder. Het blijft me intrigeren of het toch niet aan het vooruitlezen ligt... En het analytische vermogen. Het "chunken" in de psychologie. Het redeneren in partonen.
Vandaar mijn vroegere vraag: wat voel je dan, de puls die is geweest of de puls die komt of allebei? Want zo oriënteer ik me dus in de ruimte: van welke richting kom ik en waar ga ik naartoe? Tegenwoordig richt ik me op de komende puls, maar niet alleen dit, ik let er vooral op om vooraf de MAATSOORT aan te voelen: wordt het een driekwartsmaat? een vierkwarts? enz. Eigenlijk 'kijk' ik wat verder en voel ik meer het metrum dan de afzonderlijke tellen. Met succes overigens. En wat die afzonderlijke tellen betreft, vroeger was ik geneigd me daar aan 'vast te klampen' zoals aan de steunpalen in een tram. Vandaar mijn bezwaar tegen de metronoom, want dat versterkte die neiging alleen maar. Nu beschouw ik de tellen als 'verlichtingspalen' naast een autosnelweg. De speelsnelheid pas ik op die manier soepeler aan: ik hoef alleen maar te letten op de regelmatigheid waarmee die ijkpunten in de tijd verschijnen en verdwijnen. Het klinkt omslachtig en dat is het ook, maar mijn ervaring is dat iedereen wel ergens een truukje toepast (bewust of onbewust) om iets van zichzelf gedaan te krijgen. Isaac Stern bijvoorbeeld leefde met de idee dat hij moest viool spelen om de wereld draaiende te houden. De dirigent Celibadache zag een muziekstuk als een streven naar de laatste maat. Ivan Fischer gaat altijd uit van de hoeveelheid benodigde tijd tussen noten en hij meent dat er meer tijd nodig is voor een sext dan voor een secunde. Allemaal knotsgekke theorieën, maar als ze voor die ene persoon die erin gelooft een bron van creativiteit zijn, wat valt er dan tegen in te brengen?
Ik heb het ritmegevoelprobleem volledig kunnen oplossen. Het cruciale punt is dat ik nooit aanvoelde in welke maat ik aan het spelen was. Ik negeerde dat gewoon en concentreerde me enkel op de onderlinge notenwaarden. Het komt hierop neer dat ik de ene noot met de andere vergeleek. Kwam er een halve na een kwart, dan stelde ik mij die halve twee keer zo lang voor als een kwart. Dat systeem werkt niet goed. Het aanvoelen vanaf de eerste tel hoelang de maat zal duren, werkt wèl. Je moet als het ware voorspellen hoe de komende maat eruit zal zien. De beste manier om je deze denkwijze eigen te maken, is gewoon een melodietje improviseren al zingend, terwijl je intussen voor jezelf bepaalt, in welke maatsoort de volgende maat zal zijn. Dat gaat zo: zing of neurie (tijdens een wandeling bijvoorbeeld) eenvoudige ritmes en laat die op een ongedwongen wijze passen in de maatsoort die je gekozen hebt. Wissel af: bijvoorbeeld eerst een paar maten in 4/4, dan eentje van 3/4, terug 4/4, gevolgd door een 2/4 en als je merkt dat dit vlot gaat, stop je er voor het plezier een 6/8 en een 5/4 tussen. Vergeet ook niet hier en daar een rust en een syncope in te lassen. Het resultaat is dat je daarmee leert tegelijkertijd te controleren wat je aan het doen bent (je gaat na of de melodie bevredigend klinkt), te kiezen wat je van plan bent te doen (je moet de maat bepalen) en te voorspellen hoe de rest van de melodie hoort te verlopen om in de gekozen maat te passen. Als je hetzelfde principe toepast op je instrument, zal je na een aantal weken merken dat het ritmegevoel op deze ongedwongen manier zich als vanzelf ontwikkelt. [edit](Dit bericht is door francis bijgewerkt op 11/05/2004 om 01:03 uur)[/edit]