Met de ""galm"" tonen bedoel ik de C.G.D.A die mee resoneren als je de vingerzettingen gebruikt. Bv de A op de D snaar.
Ja, dank je , nu weet ik het weer. Zo laat ik de lage c wat vibreren door op de G-snaar ernaast de C met vibrato te spelen. Zoiets.
Ik speel nu al een paar jaar af en toe wat altviool, en merk toch dat het mijn vioolspel verbetert! Op een altviool moet je inderdaad een pak meer moeite doen om mooie klank te produceren en zorgen de grotere afstanden voor een uitdaging voor violisten Als je dan terug viool een viool vastneemt naar een altviool speelt een viool lekker gemakkelijk en kan je nog mooiere klank maken op de viool! Wat het afwisselen betref... gewoon doen! Je moet misschien een paar maten terug wennen aan je viool, maar vanaf dan valt alles weer terug op z'n plaats.
Dat klopt, maar het is erg verraderlijk! Ik moest zaterdag een koor begeleiden op altviool en er was één stuk zonder altviool en omdat de tweede viool-partij laag was geschreven heb ik geprobeerd die op de altviool te spelen, mezelf dwingend de partij met de g-sleutel te lezen. Als de partij niet boven de c" uitkomt is dat best te doen. Maar het is beslist lastig. Dadelijk daarna een leuke èchte altpartij in een duet voor spopraan/alt en koor met begeleiding uit Elias van Mendelssohn: nou, dan blijf je lezen!
Nee, het is niet extreem afwisselen, het is gewoon de enige manier om in Ee, boven Dokkum, een prima koor met weinig strijkers (zes) te kunnen begeleiden. Je kunt ook violen krijgen met vijf snaren, dan kun je gewone viool en altviool combineren! Ik heb zo'n instrument nooit in handen gehad, maar Frits en Bert hebben er vast wel ervaring mee.
Vijfsnarige instrumenten zijn over het algemeen nooit een lang leven beschoren geweest. En in dit geval lijkt het me ook moeilijk, want waar kom je op uit: een 'grote' viool of een 'kleine' alt? Ik heb lang geleden eens zo'n experiment in mijn handen gehad: qua afmeting een vijfsnarige altviool. Die dan ook klonk als een altviool, dus zonder het briljante van de (viool) e- en a-snaar. En ik vraag mij ten zeerste af of een c-snaar op een viool zou klinken. Maar ik vrees van niet. Een tweede probleem is de stok. Ik weet dat er altisten zijn die om praktische redenen met een vioolstok spelen. Maar uit een oogpunt van toonvorming is dat allesbehalve ideaal. Een derde probleem is het positiespel. Violisten zijn nogal geneigd op de g-snaar lekker de hoogte op te zoeken, want dat schijnt 'warmer' te klinken. Een betere verklaring is dat hiermee in de laagste posities de d-naar wordt vermeden, want die klinkt meestal toch niet. Kortheidshalve verwijs ik naar de vioolsonates van Schumann. Maar 'de hoogte ingaan' op een altviool (bijvoorbeeld op de c-naar) klinkt niet. Waarschijnlijk de reden dat de meeste altisten zich, zolang mogelijk, redden met het spelen in de lagere posities. Gewoon hoogtevrees dus Ronald
Gister heb ik eens op mijn gewone viool gespeeld. sjee wat was dat wennen. het leek wel of ik ineens niet meer fatsoenlijk kon strijken. ik moest er weer ff inkomen. in het begin wat toonladders gespeeld om warm te worden. zelfs mijn viool had eigenlijk geen zin, toen ik de canon in D van Pachelbel ging spelen. het ging allemaal erg moeizaam, en ik kreeg er ook niet echt een fatsoenlijk geluid uit. Op de altviool kun je lekker grof en zwaar strijken. op de gewone viool moet je dus erg delicaat te werk gaan. de G-sleutel zit er nog goed in. en de C-sleutel begint al aardig te wennen. heeft iemand dat ook ervaren die van viool naar altviool is overgestapt, en daarna weer de viool ter handen heeft genomen ?
Ik speel steeds minder viool, naarmate ik beter de weg weet op de alt en er steeds mooier geluid uit krijg. Ik wil, nu het goed gaat, ook niet de routine verliezen en weer elke keer opnieuw uitvinden waar mijn vingers moeten staan. Ik heb een 15" alt met extra korte hals dus ik kan me makkelijk vergissen. Maar weet je, ik heb nooit een warm gevoel gekregen van tonen op de E snaar en eigenlijk kunnen ze me gestolen worden. Het enige dat ik wél mis, is dat heerlijk luchtige strijkwerk van viool.
Ik ben inmiddels alweer een paar maandjes verder op de alt, en wat mij opvalt is dat ik me nog welleens vergis in de C - sleutel. De G -sleutel komt zich nog welleens bemoeien, zeker als ik al ruim 45 min bezig ben. Dan sta ik soms ineens in de G - sleutel te spelen. Dan begin ik wat moe te worden, en dan sluipt de G-sleutel stiekem mijn gedachten in. Hebben meerdere mensen dit ervaren nadat ze zijn overgestapt? Ik probeer de sleutels strikt gescheiden te houden. Maar dat wil niet altijd lukken. Gr D.
Ja, dat is wel herkenbaar. Ik speelde dus vroeger melodiepartijen op andere instrumenten in de g-sleutel. Met cello is dat de f-sleutel geworden. Op gegeven moment kon ik melodieën die voor violen en fluiten in de g-sleutel genoteerd staan, naar beneden octaveren en dan spelen. Ik las dan de klanken in de g-sleutel. Leuk natuurlijk dat dat lukt, maar dan krijg je weer, dat als je moe bent, in f-sleutel genoteerde noten speelt als g-sleutel genoteerde noten. Hetzelfde wat jij beschrijft.
de altviool was er eerder viola, de oorspronkelijke grootte violino = kleine viool en ook: violoncello een grote viool, zoals limoncello een grote limone (citroen) is .... violone een héél erg grote viool...
Weet je nog wel? http://www.radio4.nl/gids/2014-10-10/294316/radio-4-hart-ziel-lijst Hier was het interview met Scherder (de link heb ik nog even nagecheckt)
na wat denken wist ik het niet meer zo zeker... vandaar dat ik wat heb opgezocht over de afkomst van de nemen van de vioolfamilie (had gedacht dat viola wellicht de vrouwelijke vorm van viol was, maar dat verwijst naar een gamba). Het blijkt ingewikkelder dan ik dacht, maar het staat hier redelijk duidelijk... de violoncello blijkt een kleine grote altviool te zijn behalve dat de viola van toen geen altviool van nu is natuurlijk.... http://www.cello.org/newsletter/articles/celloetymology.htm
De altviool is later, daarom zijn eerdere barok stukken vaak ook zonder altvioolpartij, maar met viola di gamba of 3e viool geschreven. Waarschijnlijk bedoel je viola di gamba. Ik ben het met Willeke eens, het verschil is vooral de streek en de zuiverheid. Op den duur wen je aan de altvioolsleutel en is dat ook je tweede natuur. Echter zodra je gaat wisselen tussen beide instrumenten merk je dat je streek heel veel toevoegt aan de (alt)vioolklank en dat je daar elke keer bij het wisselen weer bewust aan moet werken. Elke keer als ik weer wissel is mijn klank verschikkelijk en moet ik weer goed inspelen. Om die reden heb ik mijzelf voorbehouden om het bij 1 instrument te houden en zo nu en dan een half jaar of langer te wisselen van instrument. Natuurlijk speel ik nu beide tegelijk: altviool in kwartet en viool in orkest... Oja, wat ook erg verwarrend is, zijn alle kruisen en mollen, daar kan ik maar niet aan wennen. Maar goed, ik heb dan ook nooit altvioolles gehad.