Bij uitgeverij Kok verschijnt 24 november * het boek De celliste van Auschwitz, over de oorlogsjaren van Anita Lasker-Wallfisch. In Auschwitz werd ze onderdeel van een vrouwenorkest dat haar een uitvlucht bood in de dagelijkse misère in het vernietigingskamp. Op Historiek een fragment uit het boek over de leider van het orkest, Alma Rosé, die zelf een bijzondere muzikale achtergrond had en haar orkest met harde hand leidde. Ze wilde van de muzikanten die ze had verzameld een wereldorkest maken. Zie ook een deel van het boek. * 2015
Dat is een interessante tip over een indrukwekkende levensbeschrijving. Ik moet er telkens even aan denken als ik Raphael Wallfisch, cellist en zoon van Anita, zie spelen. @Oosterhof Vioolbouw : is het een nieuwe druk, 24 nov. a.s.? Het boek is er al langer (op bol.com staat de uitgave van nov.2015). Hoe dan ook: aan te bevelen!
Als het een Nederlandse vertaling is van 'Ihr sollt die Wahrheit erben' (en de in beide gevallen identieke omslag doet dat wel vermoeden), is de Duitse versie al uit 1997.
Nee, is denk ik een bericht uit 2015 wat ik ergens tegenkwam. Ik had er een jaartal bij moeten zetten: excuus!
Alma Rosé was de dochter van Arnold Rosé (meer dan vijftig jaar concertmeester van het Weens Philharmonisch orkest en professor aan het conservatorium van Wenen) en Justine Mahler (zuster van de componist). Alma Rosé heeft bij mijn weten alleen bij haar vader viool gestudeerd. Zij trouwde in 1930 met de violist Vasa Prihoda maar dat huwelijk werd in 1935 ontbonden. Het waarom hiervan is zelfs Wolfgang Wendel, de grootste autoriteit aangaande Prihoda, Rosé en eigenlijk iedere violist niet duidelijk. Een nare verklaring is dat een huwelijk met een Joodse violiste in de jaren dertig niet zo'n verstandige investering was. Een andere mogelijke verklaring hangt samen met een verzuchting van Prihoda dat hij eigenlijk niet wist of hij met Alma dan wel haar vader was getrouwd. Na de 'Anschluss' wordt Arnold Rosé als concertmeester en hoogleraar ontslagen en zijn pensioenrechten worden hem ontnomen. Vader en dochter hebben het voornemen naar Engeland te verhuizen, maar daarvoor ontbreken de financiële middelen. De violist Carl Flesch, die toen afwisselend in Londen en Den Haag woonde, heeft vervolgens een soort voorloper van een 'crowd funding' georganiseerd. De opbrengst daarvan maakte verhuizing alsnog mogelijk. Maar begin 1940 vertrekt Alma weer naar Nederland. De reden hiervan heeft alles te maken met een man die zij op eerdere concertreizen in Nederland heeft leren kennen en op wie zij kennelijk nogal gesteld was geraakt. Het was haar echter niet toegestaan op te treden in openbare concerten dan wel recitals en zodoende begaf zij zich op het pad van huisconcerten. Als in 1942 de deportaties van Nederlandse Joden beginnen, besluit zij naar Frankrijk te vluchten. Zij wordt echter gearresteerd en gedurende ongeveer zes maanden opgesloten in het 'Auffanglager' Drancy bij Parijs geïnterneerd. Het transport naar Auschwitz vond plaats in de periode 18 - 20 juli 1942. De afloop is bekend. Dat zij van het 'Frauenorchester Auschwitz-Birkenau' een wereldorkest wilde maken, vraag ik mij een beetje af. Zeker als je kijkt naar de opmerkelijke samenstelling met violisten, gitaristen, mandolinespeelsters, accordeonisten en pianisten. De vraag hoe Alma Rosé als violiste moet worden gewaardeerd wordt bemoeilijkt door het feit dat er van haar maar, samen met haar vader, één opname bekend is, namelijk uit 1928 van het dubbelconcert van Bach. Authenticiteit deed toen kennelijk geen opgeld, want in het laatste deel duikt onbekommerd een cadens op. Maar ook meningen van tijdgenoten laten ruimte voor verschil: - Willem Mengelberg: 'Sie ist eine erstklassige Künstlerin un Solistin', - Zofia Cykowak: 'Nicht nur Almas Spiel war faszinierend, auch ihre Persönlichkeit', - Dea Gombrich (de latere Lady Forsdyk): 'She was a beautiful girl, a very nice girl, but she was not a very good violinist- in fact she was a very bad one'. Er bestaan van Arnold Rosé wat meer opnamen, maar die dateren uit het begin van de vorige eeuw. En ingevolge de muzikale smaak van die tijd uitsluitend betrekking hebbend op virtuositeit. Dus Wieniawski, Ernst en de Sarasate. Maar wel een meer dan capabel violist.