Hallo allen, Ik heb hier verschillende meningen over zangbalk gelezen maar niemand zegt iets over de invloed van de lengte en de dikte ervan en eventueel diverse modellen. Bijvoorbeeld: Als de zangbalk dikker oftewel breder word gemaakt, wat is dan het geluidseffect. Als de zangbalk dunner word gemaakt, wat is dan het geluidseffect. Als de zangbalk korter of langer word gemaakt, wat is dan het geluidseffect. Bij het plaatsen van zangbalk word ingegaan over loodrecht plaatsen enz, tekeningen die hierover destijds geplaatst zijn kan ik niet openen of zien, kan het aan mij leggen of zijn ze verdwenen? Alvast bedankt.
Iso, ik ga er volgende week naar kijken. Kan vanuit hier waar ik nu zit niets doen. Zal zien welke afbeeldingen verdwenen zijn en of ze weer herplaatst kunnen worden.
Iso, ik heb gekeken en er zijn inderdaad een aantal afbeeldingen verdwenen. Het kan zijn dat die nog stammen uit de tijd dat het forum nog violistenweb.nl heette. Met de overgang naar het huidige forum zijn die verdwenen. Als je kunt aangeven wat je precies wilt weten over de zangbalk kan ik er misschien wat aan bijdragen.
Hoi Frits, Wat ik vooral wil weten is: Als de zangbalk iets dikker is of dunner is dan standaard,wat is dan het effect op toon? Word het lager of hoger. Als het iets hoger is dan standaard hoogte (ik meen gelezen te hebben dat het 2cm in het midden moet zijn) wat is dan het effect op de toon? Moet de lengte altijd 4cm vanaf de uiteinden van de viool zijn of kan het iets korter of langer, zo ja wat zijn dan weer effecten op de toon? We kunnen ook zeggen: hoe krijg je lagere toon en hogere toon wat betreft de zangbalk, overige delen zoals stapel, kam niet meegerekend. Ik hoop dat ik het heb uit kunnen leggen wat ik bedoel, alvast bedankt.
Het is in de literatuur van de vioolbouw niet beschreven wat de invloed is van dikte, vorm, lengte op de klank. Op zich is dat wel te begrijpen want hoe voer je een dergelijk experiment uit? Haal je dan het bovenblad eraf, doet een aanpassing aan de zangbalk en lijmt het blad er weer op? Dan de stapel, kam en snaren plaatsen en daarna beoordelen of de klank veranderd is? Gegarandeerd dat de klank veranderd is! Maar waaraan moet dat worden toegeschreven? Er zijn bij deze procedure zo veel variabelen in het spel die allemaal interactie met elkaar hebben, dat het niet kan worden toegeschreven aan slechts één variabele: wat materiaal van de zangbalk gehaald. Maar er zijn wel wat richtlijnen. Zo is er een methode die toegepast kan worden wanneer de dikte van het bovenblad ook er bij wordt betrokken. De meeste bovenbladen hebben een diktegradiënt (de hele goedkope Chineesjes hebben een uniforme dikte), waardoor de zangbalk ook de specifieke vorm krijgt. De plaats en lengte van de zangbalk wordt meestal geplaatst volgens onderstaande afbeelding: Wanneer de positie en lengte is vastgelegd, wordt de lengte in acht gelijke stukken verdeeld: In "Die Kunst des Geigenbaues" beschrijft Otto Möckel het aanleggen van een spanning in de zangbalk. Die wordt verkregen door de beide uiteinden van de zangbalk uit te voeren met een kleine opening van ongeveer 1.5 mm, zoals afbeelding A laat zien. Afbeelding B geeft ook een spanning in de zangbalk, maar dan in het middelste gedeelte gecentreerd. Het aanleggen van een spanning in de zangbalk heeft niet zo veel zin, wanneer men in ogenschouw neemt dat ieder systeem na verloop van tijd in evenwicht komt. Dat gebeurt met een zangbalk zonder spanning, dat gebeurt ook met een zangbalk mét spanning. Tegenwoordig wordt de zangbalk zonder spanning exact passend aangebracht. De getekende vorm in Fig. 3 is niet de gebruikelijke en is slechts bedoeld om aan te geven wáár zich de aangelegde spanning bevindt. De ontstane vorm die wordt verkregen volgens afbeelding 1 komt beter overeen met de algemeen gebruikelijke. Een hoogte van 2 cm (20 mm!) zoals door Iso genoemd, is veel te hoog. Een vorm die door Simone Sacconi is weergegeven komt van zijn onderzoek naar diverse Stradivarius-violen: Fig. 4: De vorm van de zangbalk verandert als functie van de positie. In het midden ter lengte van de f-gaten heeft de zangbalk min of meer dezelfde vorm en hoogte. In de richting van de schouders neemt die hoogte af en verandert de vorm c.q. doorsnede. Sacconi laat daar doorsneden zien: De zangbalk heeft als functie de trillingen die binnenkomen vanaf de kam mede door te geven naar het volledige blad. Er wordt door sommige bouwers een methode toegepast die zou moeten compenseren voor een evenwichtige verdeling van de massa, door precies op de denkbeeldige lijn van de f-kerven een spitse vijl te plaatsen (aan de binnenkant van het bovenblad) waarbij het de bedoeling is dat in de lengterichting beide schouders in evenwicht zijn. (Het blad staat dan precies horizontaal). Andere bouwers waaronder ikzelf, bepalen aan de hand van de doorbuiging c.q. tegendruk ter plaatse van de zangbalk en torsie of de zangbalk te sterk, te dik of te lang is.
Dit is echt een geweldig interessant onderwerp, ik geniet er van bij het lezen van dit alles, bedankt Frits Oosterhof. Ik heb ook paar tekeningen gevonden.
De afbeeldingen in #6 wijken af in vorm ten opzichte van die van Sacconi. De plaatjes laten een hoogste punt zien zo ongeveer in het midden van de lengte van de f-gaten. Sacconi houdt daar de hoogte vrijwel gelijk omdat ook in dat gebied de dikteverdeling van het bovenblad nauwelijks varieert. Er zijn vele vormen en meningen. Ook wordt door sommigen na plaatsing van de zangbalk het blad onderworpen aan een bepaalde frequentie behorende bij Mode#5, ook wel de ring-mode genoemd. Het gaat er dan niet zozeer om wáár de frequentie ligt maar veel meer om de vorm van de knoop. c.q. ring. Er wordt dan net zo veel materiaal weggehaald tot de ring wordt gevormd.
In Fig. 4 geeft Sacconi geen 12 en 15 mm aan voor de scheefstand van de zangbalk, maar doet dat in de begeleidende tekst. Daar meldt hij de verdeling 1/7 van de grootste halve breedte van de bovenste- en onderste schouder. Dat geeft een juistere scheefstand bij instrumenten die wat smaller of breder zijn. Wanneer de hoek van de scheefstand van de zangbalk groter wordt, dus wanneer de zangbalk schever staat ten opzichte van de C/L, zal het geluid meer gedempt worden. De 1/7-orientatie van Sacconi is gebaseerd op de afdrukken van de originele Stradivarius-violen die hij heeft onderzocht. Daar zijn de oorspronkelijke zangbalken vervangen door de huidige vorm. Met de huidige hogere stemming (a = 440 Hz) werden de zangbalken ook robuuster. Sacconi wilde vermoedelijk het oorspronkelijke idee van de scheefstand volgens Stradivarius handhaven.
Ik had ergens nog een oud vioolblad liggen met een aangebrachte zangbalk. Ik had blijkbaar destijds ook al een evenwichtige verdeling aangebracht want toen ik een puntig voorwerp plaatste op de verbindingslijn van de f-kerven bleek het blad precies horizontaal te staan: Het blad werd door mij gebruikt om verschillende recepturen lak uit te testen. Kan nu dienen ter illustratie.
Mooie plaatjes, wat mij opvalt is de lengte, die is volgens mij niet 4 cm vanaf de uiteinden van de bovenblad dus korter dan gebruikelijk.
Ja, daar kon je wel eens gelijk in hebben! Ik weet ook niet (meer) wat de reden daarvan is. Misschien heb ik de balk juist aan de bovenste schouder korter gemaakt om de balans te krijgen, want bij de onderste schouder lijkt me de balk langer.
Hier dan, een aparte zangbalk,mooi of niet? Kwam ik op Facebook tegen. Over de toon kunnen we natuurlijk niets zeggen.
Ja, de zangbalk met een tweedimensionale kromming ben ik ook al eens tegen gekomen. Ik heb geen idee of dat een verrijking is. Het lijkt me dat het blad er alleen maar stugger van wordt.