Ik heb gemerkt dat mijn strijkstok af en toe best heen en weer zwabbert. Ik bedoel van vlakbij de kam, naar boven. Het is niet heel veel, maar hoe kan ik zorgen dat de strijkstok wat meer op 1 plek blijft? Want ik heb wel eens gehoort dat je bij zachte stukken dicht bij de kam moet spelen, en bij wat luidere wat verder van de kam. Mijn docent zegt er verder niks van, ik heb het zelf opgemerkt. Vooral bij snelle stukken, van die Jigs etc. , is het heel erg. Groetjes, Tessa.
Beste Tessa, het is net andersom; om zachter te spelen dien je dichter naar de toets te strijken (met minder druk op de boog) en om luider te spelen, dichter bij de kam (en met meer druk , of gewicht, op de boog. Experimenteer er maar eens mee, dan merk je het duidelijk. Succes! Johan
Je kunt het 'zwabberen' tegengaan door de stok meer sturing te geven. Dat doe je door meer of minder zijwaartse druk te geven. Kijk tijdens het strijken maar eens bij de kam, wat de stok doet en probeer hem weer in het rechte spoor te krijgen. Na verloop van tijd gaat het vanzelf. Frits
Ah, bedankt Sunrise! Ik had het gehoort op school bij muziek, maar dan zal ik het wel verkeerd onthouden hebben. Ik zal het eens proberen! Frits, ik snap je niet helemaal.. Dus je bedoelt dat ik goed op moet letten hoe, en wanneer hij het meest zwabbert, en dat dan overnieuw doen zonder te zwabberen?
Met zijwaartse druk bedoel ik de stok tijdens het strijken, richting toets of richting staartstuk sturen. Wanneer je in de gaten krijgt hoe je dat moet doen, kun je er ook voor zorgen dat de stok in het spoor blijft. Op die manier krijg je er controle over. De zijwaartse druk is dus anders dan de druk van de stok op de snaren, die druk krijg je, door via de wijsvinger van de rechterhand op de stok, meer of minder te drukken. Nu maar hopen dat ik deze keer wèl duidelijk ben Frits
Als aanvulling op eerdere berichten in dit draadje. Bij het strijken zijn er drie zaken van belang: 1 Contactplaats: dit is de plek waarop het haar van de stok op de snaar staat. De contactplaats kan zijn vlakbij de kam (hard) tot vlakbij of bij de toets (zacht). 2 Stoksnelheid: dit is de snelheid waarmee je je stok over de snaar beweegt. Hij verloopt van langzaam tot zeer snel. 3 Druk op de stok: dit doe je door middel van draaien van de rechter onderarm en hand van en naar je toe. Hierdoor kan je meer of minder druk op de stok krijgen. Experimenteren hiermee kan alleen maar goed zijn. Het kan ook goed zijn om van combinaties en de klankresultaten een tabelletje te maken. Van belang is hierbij, dat je één van de drie punten hierboven bij iedere combinatie, constant houdt. Dan heb je het op een andere manier ook in je hoofd. 'Zwabberen' van de stok en andere problemen met strijken, kan je het beste controleren door voor een spiegel te spelen en te studeren. In de huidige tijd kan je er ook een webcam voor gebruiken. Groet, Alexander
Er is nog een vierde factor van belang, en dat is degene die volgens mij het vaakst zwabberen veroorzaakt. Die factor is strijkrichting. En dan bedoel ik niet op- of afstreek, maar het punt waar naartoe je de stok beweegt en de daaruitvolgende hoek die je stok met de snaren maakt. Kort gezegd: als je niet recht strijkt, ga je zwabberen. De beste remedie om dit te verhelpen is door het oefenen van strijken op losse snaren. Je plaatst eerst heel bewust de stok op de snaar, vervolgens maak je de strijkbeweging stap voor stap. Het is goed om een richtpunt in je oefenruimte te zoeken en je daar visueel op te concentreren. Net zoals je bij het tekenen van een rechte lijn je niet op je potlood maar op je doel focust. En als je leraar er niks van zegt, zou ik heel snel op zoek gaan naar een andere leraar. Mijn eerste leraar, waar ik vier jaar les van heb gehad, deed er ook niks aan. Het gevolg is dat ik bij leraar nr.2 bijna opnieuw moest beginnen en dat ik hier meer dan anderen aandacht aan moet besteden. Zelfs twintig jaar (en tien cellojaren) later.
Overigens betekent recht strijken niet altijd dat je evenwijdig aan de kam strijkt. De beste klank van de viool komt namelijk tot stand als je in een zeer kleine hoek ten opzichte van de kam strijkt. De punt wijst dan een klein beetje naar de toets en de slof wijst dan iets naar je lichaam. Op en afstreek gaan dezelfde weg. Van belang is dat de hoek even groot blijft en niet verandert tijdens de streekwisseling. Je kan dit mooi bekijken in dit filmpje. Het omgekeerde toepassen, punt naar het lichaam en slof naar de toets, geeft een slecht resultaat in klank.
Oke! De spiegel is idd ook een goed idee. En bedankt voor alle tips! @Lise: Nou, dat vind ik wel héél drastisch ineens! Ik heb het opgemerkt en het is maar een klein foutje. Natuurlijk zegt mijn leraar wel wat van mijn houding als die niet correct is. Net zoals je de valse noten er door ervaring en oefening uithaalt, zo leer je ook steeds beter strijken toch? Een leraar corrigeert (gelukkig maar!) toch ook niet élke valse noot die je maakt? Dat is gewoon een kwestie van ervaring. En ik denk dat het met dat zwabberen ook zo is. Maar bedankt voor je advies.
hier staan trouwens ook wel aardige filmpjes en uitleg met oefeningen over streekvoering (of is dat al bekend hier? kan goed dat ik de link ooit van dit forum heb afgehaald ) http://violinmasterclass.com/mc_menu.php#
Hallo Tessa. De grootse fout die klassiek geschoolde violisten maken is juist de strijkstok en de manier van vasthouden. Als ervaren & beroeps fiddler heb ik pas betere controle over mijn strijkstok gekregen door vooral de klassieke manier van vasthouden niet te gebruiken. Veel fiddlers pakken hun stok veel hoger vast, soms op eenderde van de stok; http://nl.youtube.com/watch?v=tCsRNDFH-lg Zelf ik heb ooit es van Byron Berline himzelf geleerd mijn pink oder de "frog" (weet het nederlandse woord niet) dus onder de spanschroef tehouden. Zie: http://nl.youtube.com/watch?v=Op2ZRH7ckt4 Dan heb je veel meer controle bij snel spelen. Of je pink los, zoals hier: http://nl.youtube.com/watch?v=Yw7u5EdNnFY als je er eenmaal aan went. En hier: http://fiddlehub.com/Public/Lessons/Bowing/Bowing_Grip.html. Anders leren strijken is absoluut een must als je vooral veel ritmiese wisselingen pleegt wat bij ritmiese Iers, Schots, Country en Canadees en Cajun fiddelen en andere dansbare volksmuziek de hoofdrol speelt. ........ nout
Mijn opvatting over recht strijken is dat je stok dit vanuit zichzelf wil. Dit omdat wanneer je stok valt, dit altijd recht naar beneden gebeurt. Wat dus dezelfde richting is die je bij een afstreek wilt hebben. Als oefening om het recht strijken te voelen kan je halverwege de slof op de e snaar gaan staan. Dan laat je je rechterhand steeds losser je stok vasthouden totdat deze door je hand gaat glijden. Corrigeer met je hand niets aan de val van de stok. Dit is dus recht vallen/strijken. Hierna kan je proberen om tijdens deze afstreek nog steeds heel losjes met je hand de stok te volgen in plaats van met je hand de stok te sturen. Nu voel je de rechte weg. Nu moet je dit zelfde gevoel proberen in te bouwen in het strijken, natuurlijk ook opstreek en op andere snaren. Eventueel kan je deze oefening boven je bed doet voor als je stok echt valt. Verder zou ik niet direct van docent wisselen als die iets niet corrigeert. Docenten hebben vaak plannen in hun hoofd en willen verschillende dingen aan de leerling leren, maar niet alles tegelijk. Dat scheef strijken zag de docent misschien wel, maar besloot eerst andere dingen aan te pakken. Overigens weet ik uit ervaring dat als je een goed contact met je docent hebt het heel fijn is om dit soort zelfontdekkingen met hem/haar te bespreken. Een 'frog' is in het Nederlands de slof.