Hello! Terug van weggeweest... Ik heb nogal een stuntelig lesverloop gehad de afgelopen jaren (meer niet dan wel les) en dit jaar heb ik mij niet meer ingeschreven (ziekte echtgenoot). Hopelijk kan ik volgend jaar de draad terug oppikken. Natuurlijk wil ik in de mate van het mogelijke nog thuis studeren. En ik bedacht dat ik eigenlijk nog nooit opwarmde voor ik speel. Dat lijkt me nu wel iets belangrijks aangezien ik geen stok achter de deur heb van een leraar die dingen van mij verwacht terwijl ik toch vooruit wil gaan in mijn spel en techniek. Welke opwarming doen jullie? Welke is onontbeerlijk? Een favoriet stuk? Technische oefeningen? Of vliegen jullie er ook telkens meteen in met daarbij de frustratie van de eerste momenten omdat de klank en de vingervlugheid nooooooooit zijn wat ze moeten zijn als je zo begint? Tips en tricks zijn van harte welkom
Toonladders met verschillende streken zijn voor mij standaard voor elke keer ik oefen. Ik kies meestal de toonladder van het stuk dat ik oefen en speel die dan in 3 of 4 octaven. Eerst alles detaché, dan gebonden per twee, drie, 5, 8 en 12, daarna met spiccato, ook weer eerst individuele noten daarna 2, 3 ,4, ... per boog dit duurt allemaal samen een 10 minuten. Ik speel wel viool en weet niet of je de cello op eenzelfde manier benaderd.
1 toonladder voor de zuiverheid, langzaam Streekoefeningen voor de rechterhand op die toonladder, langzaam Vibratooefening voor de linkerhand, langzaam
Dank jullie wel voor de input. Ik speelde nog nog een toonladder (ok, ik schaam me dood), dat is misschien inderdaad de beste eerste stap. <3
Mijn 'opwarmen' bestaat meestal uit wat fragmenten spelen van bekende werken die ik dan uit het hoofd speel. Dat opwarmen duurt niet eens zo heel lang, ik denk een minuut of vijf tot tien. Dan begint het 'echte werk'. Een etüde van Kreuzer neem ik meestal wel even mee. Ik heb zo mijn voorkeuren.
Ik wens je echtgenoot een zo spoedig mogelijke beterschap en jou alle kracht om hem bij te staan. En om je eigen leven zo goed als kan op de rit te houden. Adviezen die mij te binnen schoten, zie ik hierboven al staan. Maar toch, ik weet nog wat: Om nog op een basaler niveau je viool bij te houden, zou je bijvoorbeeld je alleen kunnen richten op het strijken van open snaren. Omdat je dan geen extra uitdaging hebt aan je linkerhand, kun je je vooral richten op de juiste houding. Checken of je goed staat, geen onnodige spanningen opbouwt, de stok goed vasthoudt en vervolgens mooie volle klanken maakt bij het strijken. Als je niet toe komt aan toonladders spelen, is dit hele basale strijken en je houding 'onderhouden' in ieder geval iets dat nog overeind staat als je weer kunt beginnen met lessen nemen. Met losse snaren aanstrijken kun je trouwens nog wel er iets aardigs van maken door middel van improvisatie op die snaren.
Zo heel veel mogelijkheden heb je met 'losse snaren' niet, maar wellicht dat de variatie dan kan komen uit de verschillende streken?
Wat een toffe reacties allemaal. Dank!! Marcelita, je hebt gelijk. De ontspannen houding is eigenlijk wel erg belangrijk zeker bij mij. Daar maak ik werk van, om gedisciplineerd niets anders te doen dan open snaren en op mijn houding letten. Een goede tip die ik afgeleerd heb na mijn eerste jaar. Frits, ja, iets dat ik uit het hoofd ken lijkt me ook wel een goed idee. Met de ogen gesloten focus ik beter. Top! Nou, waarom zou ik nog naar de les gaan Ik heb wat studiemateriaal liggen, hopelijk schiet ik ook nog in gang nu. Nu ik geen les heb en met jullie tips, zie ik de opwarming zelfs als iets heel gezelligs. Een genietmoment met mijn cello. Wat leuk. Ik heb het nooit zo gevoeld.
Minimal music maakt gebruik van juist een minimum aan melodie. Dus dan zit je met de kosse snaren zelfs al bijna ruim in je mogelijkheden. Inderdaad: streken varieëren. En daarmee ritmische variaties aanbrengen. Kijk maar eens naar het werk van Riley in C. https://thirdcoastpercussion.com/downloads/2015/04/Terry-Riley-In-C-concert2.pdf Allemaal patronen die achtereenvolgens door diverse instrumentgroepen worden gespeeld. In een aantal patronen zitten maar liefst vijf tonen, dat is al heel 'gul', maar vaak is het wat minder en dan gaat het vooral om ritmische precisie. En hier zie je en hoor je wat van de uitvoering, zoals gespeeld op de Erasmusbrug in 2011 als onderdeel van het Gergiev Festival (zoals toen nog kon). In minuut 1;40 zie je cellisten, waaronder ik (niet de voorste!).