Een week geleden liet een kennis mij zijn pas aangekochte Viool zien, best een duur ding uit de jaren dertig. Even bekijken hoe hij er uit ziet zei ik, lichtje erbij om te zien of er hoekblokje inzaten nu dat was het geval tenminste als het geen nep was, want het kunnen ook alleen schotjes zijn en het kan ook zijn dat in de hoek die je niet kan zien helemaal niets zit. Kijk eens naar de label zei hij trots, ja zei ik dat zie ik maar dat zegt me niets, ik kan ook wel Bakker op mijn ruit zetten maar daarom ben ik het nog niet. Maar goed dit stelde al enigszins gerust, even de krul bekeken en die zag er ook mooi uitgewerkt uit, ook tot het einde. Geen scheurtjes geen losse naden allemaal in orde, kijken of meneertje koekenpeertje een beetje recht is gebouwd met goede symmetrie, even mijn timmermansoog gebruiken, ook al prima. Zo nu nog even kijken of de hals recht is aangebracht, Viool op zijn kant zetten, luciferdoosje onder de krul, omdraaien weer het doosjes onder de krul, iets scheef maar dat mag de pret niet drukken het is tenslotte een oudje, en ik heb nieuwe ook dure Violen gezien die schever waren, want er wordt wat afgerommeld met het aanzetten van die halzen. Dan even het achterblad schuin tegen het licht houden, en jawel hoor ook deze Viool had weer een iets gedeformeerd achterblad, een kleine vage verzakking die alleen te zien is als je de Viool bij de hals houdt en er dan tegen het licht langs kijkt. Dat schijnt niets met de prijs te maken te hebben ik heb de goedkoopste Chineesjes gezien die picobello in orde waren op bouwtechnisch gebied, en ook nog een recht halsje hadden en dure meisjes wat kneusjes waren. Je bent niet helemaal geslaagd met je Viool zei ik, maar trek je er maar niks van aan en ga maar lekker spelen. Je moet een Viool niet te goed bekijken want je vind altijd wel wat.
Dat klopt. Ik heb een paar maal een viool onder handen gehad van twee verschillende gerenommeerde Nederlandse bouwers en dan zitten daar ook zaken niet helemaal snor. Eentje had een verkeerde halshoek, wat nogal wat problemen opleverde voor het vinden van een geschikte kam omdat het hart veel te hoog zat. Uit de verzameling kammen die ik had paste er niet een. Uiteindelijk besloten om de hals een andere hoek te geven: een hele ingreep maar daarna was het weer conform het 'bestek' van Möckel en/of Sacconi. Maar mijn instrumenten hebben dat ook, hoewel het dan gaat om schoonheidsfoutjes en niet om fouten in de constructie. Vaak is het dan ook nog zo, dat je het moet weten om het te zien.
Maar dat is een verkeerde meetmethode! Ik heb er elders al eens eerder een opmerking over gemaakt maar kan die niet zo snel terug vinden. Even een gedachte-experiment waarom dit een foutieve methode is: stel je hebt een viool met een perfect gecentreerde toets. Het midden van de toets ligt precies tegenover de centrale lijmnaad. Echter de linker helft van de bovenste schouder is een beetje smaller dan die van de rechter, dat komt doordat de rand wat is afgesleten. Wanneer dit instrument nu op z'n kant wordt gezet en de afstand van het grondvlak tot de krul gemeten wordt zal dat afwijken ten opzichte van de meting van het instrument wanneer die op z'n andere zijde wordt gelegd. Dat zegt niets over de uitrichting van de toets maar alles over de symmetrie van de beide helften ten opzichte van de centrale lijmnaad. Tot slot nog een vraag aan Tobias: waarom heet dit onderwerp achterblad viool? Het gaat daar immers helemaal niet over?
Het heet "achterblad Viool" omdat ik als ik een Viool bekijk meestal eerst het achterblad onder de loep neem, het achterblad verteld je namelijk veel over de Viool en ook hoe het instrument is gebruikt of soms misbruikt. Het voorblad wordt bedekt door de toets en het garnituur zodat dit blad moeilijke snel is te beoordelen, ik raadt een ieder dan ook aan die een Viool gaat kopen om eerst de snarenhouder de snaren en de kam te verwijderen, en de Viool ontdaan van deze belemmeringen in al haar naaktheid te bekijken. Wat betreft de meting, die is met de lucifersdoosjemethode inderdaad niet precies maar wel lekker snel, ook rolt een echt scheve hals er met deze methode natuurlijk ook meteen uit.
Als de toets echt scheef zit, zie je dat ook zonder luciferdoosje wel. Heb het plaatje gevonden: De afbeelding is bedoeld om duidelijk te maken dat een (kleine) asymmetrie in de linker- en rechterhelft van het bovenblad aan een van de randen, direct een verschil laat zien in de afstand tussen krul en grondvlak, terwijl dit niets te maken heeft met een correct georiënteerde toets.
Die asymmetrie kan dan ook in het voordeel van de scheve hals werken lijkt mij, dus de scheve halsstand wordt dan opgeheven door de asymmetrie van de bladen, en dan gaat de lucifersdoosjemethode dus helemaal niet op, Oom Frits je hebt weer helemaal gelijk.
Ja, beide effecten kunnen elkaar opheffen. Dan denk je dat de toets c.q. hals er perfect op zit, maar dan zit 'ie toch scheef!