Boekje over de cello

Discussie in 'Boeken en publicaties' gestart door Celloise, 29 jul 2024.

  1. Celloise

    Celloise

    Lid geworden:
    28 feb 2019
    Berichten:
    20
    In de kringloop kwam ik onlangs het boekje tegen: Het onbespeelbare instrument van de hand van C.C. van Rossem. Het dateert uit 1963, maar is zeker niet gedateerd. Er zijn 2 exemplaren van in de plaatselijke bibliotheek (Amsterdam, dus ook te bestellen via andere bibliotheken) en ook is het boekje nog te verkrijgen bij kleine online 2e hands boekhandels. Het is in vlotte stijl geschreven, al vind je er nog oude spelling in, de schrijver, een amateurcellist was tevens journalist. Er staat veel in over de bouw, de historie van het instrument, over composities, er komen heel wat namen van componisten, bouwers en cellisten voorbij. Het is geïllustreerd door Peter Vos met kleine pentekeningetjes.
    het onbespeelbare instrument2.JPG
    Het onbespeelbare instrument.JPG
     
    JanHut vindt dit leuk.
  2. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.143
    Homepage:
    Dat is dus een leuke vondst! Hoe onbespeelbaar onze celli zijn, weten we als cellisten natuurlijk allang.;) We maken er wat radeloze uurtjes mee met het oefenen en af en toe wanhopig afvragend of we het ooit leren... Een ander moment zijn we weer 'Himmelhoch jauchend". Maar het instrument blijft trekken!
     
    Celloise vindt dit leuk.
  3. Celloise

    Celloise

    Lid geworden:
    28 feb 2019
    Berichten:
    20
    Inderdaad, ups en downs!
     
  4. Oosterhof Vioolbouw

    Oosterhof Vioolbouw Frits Oosterhof Beheerder

    Lid geworden:
    29 mrt 2003
    Berichten:
    14.370
    Homepage:
    Ik vind de titel van het boekje van van Rossem wat ongelukkig gekozen, want als de cello onbespeelbaar zou zijn zouden er geen bespelers zijn. Maar wellicht moet het niet al te letterlijk genomen worden.
     
  5. Celloise

    Celloise

    Lid geworden:
    28 feb 2019
    Berichten:
    20
    Dat is het. Maar eigenlijk slaat de titel erop dat men vroeger dacht dat de cello moeilijk bespeelbaar was. Men stond met de bouw van de cello voor problemen. De A lag veel lager en de stapel zou minder sterk zijn geweest. Bernhard Romberg heeft veel betekend voor het speelbaar worden van de cello met zijn composities en hij had een enorme technische vaardigheid. Daarvoor heeft de cello nog een tijdje een vijfde snaar gehad, omdat men niet met een duimpositie speelde, omdat de toets veel korter was en de cello vaak een basso continuo functie had. (Terwijl een viool altijd op dezelfde manier gebruikt is). De cello heeft dus een ontwikkeling ondergaan. Vandaar die titel.
     
  6. Oosterhof Vioolbouw

    Oosterhof Vioolbouw Frits Oosterhof Beheerder

    Lid geworden:
    29 mrt 2003
    Berichten:
    14.370
    Homepage:
    Ik heb geen idee wat hier mee bedoeld wordt. :(
    De A ligt altijd lager omdat die de hoogste spanning heeft. Wanneer die te hoog (hoger) zou liggen moet de snaar te ver worden ingedrukt om contact te maken met de toets. Bovendien kán deze snaar ook lager komen te liggen omdat de amplitude van hogere frequenties veel kleiner is.
    Een minder sterke stapel? Geen idee.
    Romberg heeft de zogeheten Romberg-toets geïntroduceerd: een vlak gedeelte op de toets ter plaatse van de C. Daardoor werd het bespelen van deze snaar een stuk gemakkelijker.


    Het lijkt mij niet dat door bepaalde composities de bespeelbaarheid van de cello verbetert.
     
    Celloise vindt dit leuk.
  7. Celloise

    Celloise

    Lid geworden:
    28 feb 2019
    Berichten:
    20
    Er werd wel meer mogelijk, waardoor de cello volwaardiger werd als solo instrument en in strijkkwartetten en dergelijke. Het is een heel verhaal wat zich slecht laat samenvatten in een paar zinnen. In elk geval lag de A niet op 440, maar eronder meer richting de G. Onder andere daardoor was er een lagere snaarspanning. Dus was er toen een minder sterke stapel nodig. Dat is wat Van Rossem heeft geschreven. Hij vermeldt geen bronnen, maar het boekje staat zo vol wetenswaardigheden, dat ik wel denk dat hij er zich in verdiept heeft. Zowel Boccherini als Romberg, beide cellisten, hebben de cello een impuls gegeven. Het afvlakken van de toets door Romberg is ook terug te vinden in het boekje.
     
  8. Celloise

    Celloise

    Lid geworden:
    28 feb 2019
    Berichten:
    20
    Een stukje over de stemmingen, Van Rossem noemt wel onder andere Quantz als bron: Quote: "Dat Berteau's (begin 18e eeuw) diapason laag heeft gelegen heeft men kunnen opmaken uit het feit, dat de grote Italiaanse vioolbouwers de stapels van hun instrumenten vervaardigden voor spanningen die aanmerkelijk lager liggen dan wij tegenwoordig vragen. Sinds wij hogere trillingswaarden aan onze snaren zijn gaan stellen, sinds wij de hals hebben verlengd en de kam hebben verhoogd en de snaren als gevolg daarvan op grotere spanning moesten brengen, werden wij genoodzaakt de grote druk, die toen op de klankkast werd uitgeoefend, op te vangen met behulp van een sterkere stapel. Dat is dus de mechanische consequentie van onze verhoogde A. Maar het esthetische gevolg van de gewijzigde stemming is veel ingrijpender. Draai bij wijze van proef de A snaar van uw cello terug naar G en stem ook de overige snaren overeenkomstig lager met behoud van het kwinten-interval en speel dan een sonate van Vivaldi. Als u dan ook nog een Bachstok ter hand neemt, is de metamorfose compleet. Het toonvolume is weggezakt zegt u? Natuurlijk, er komt minder geluid uit, maar er komt tevens een ander geluid uit, het klankkarakter is veranderd. (.....) Als deze G een A werd genoemd, kan het technisch peil van de cellisten niet hoog hebben gelegen, want zodra we de regionen van de kam opzoeken, draagt de toon niet meer, hij mist karakter." Maar dit illustreert wel dat de cello een verandering ondergaan heeft in de 18e eeuw, het soort muziek dat erop gespeeld kon worden dus ook. Voor mij verklaart dit de titel.
     
  9. RolandS

    RolandS

    Lid geworden:
    24 apr 2009
    Berichten:
    119
    Dat vanwege een lagere stemming ook de spanningen van de snaren geringer zouden zijn is onjuist. Een verlaagde stemming kan men bij gelijkblijvende spanning immers ook bereiken door iets zwaardere (dikkere) snaren te gebruiken.

    Overigens was de A van plaats tot stad ook nog eens verschillend van frequentie. Zou men verschillende snaardiktes of snaarmaterialen gebruikt hebben?
     
  10. RolandS

    RolandS

    Lid geworden:
    24 apr 2009
    Berichten:
    119
    Van Rossum had op dit vlak kennelijk een rijke fantasie. ;)
     
  11. Oosterhof Vioolbouw

    Oosterhof Vioolbouw Frits Oosterhof Beheerder

    Lid geworden:
    29 mrt 2003
    Berichten:
    14.370
    Homepage:
    Een sterkere stapel zal wel een interpretatiefout zijn, want omdat de stapel loodrecht op de bladen staat zal het niets met sterkte te maken hebben, maar alles met de diameter. Omdat de snaarspanning toegenomen zou zijn moet de stapel een grotere diameter krijgen om te voorkomen dat er teveel druk op een te klein oppervlak komt. Dat zal vermoedelijk zijn bedoeld. Heeft niets met sterkte te maken.
    Om een indruk te krijgen wat de diameter van de stapel dan 'doet' bij een diameter van 12mm t.o.v. eentje van 10mm kan berekend worden hoe de druk verdeeld wordt. De oppervlakte van de cirkel van de stapel die contact maakt is πR². Het gaat dus kwadratisch.
    De factor wordt dan [(12)²/(10)²] = 1,44
    Dus de kracht op het blad per mm² wordt ongeveer 44% minder bij een dikkere stapel.
     
    RolandS en Celloise vinden dit leuk.
  12. Celloise

    Celloise

    Lid geworden:
    28 feb 2019
    Berichten:
    20
    Ik denk ook dat een sterkere stapel een bredere zal zijn. Maar verder kan ik heel goed plaatsen wat hij zegt. Barokstemming is namelijk lager. In cellomuziek tot 1740 zul je geen hoge noten voor de duimpositie tegenkomen en barokstemming is lager. Ik had een luit met nog darmsnaren erop. Toen daar gewone (nylon en omwoelde) snaren op gingen, moesten we heel voorzichtig zijn, i.v.m. de hogere spanning en hebben we de snaren eerst een toontje lager gespannen. De quote heb ik geplaatst om de titel van het boekje te verklaren, maar is slechts een deel van een alinea. Zie (...), er ontbreekt nog wat, maar ik ga niet het hele boek uittypen. Elske van Tinbergen heeft het boekje ook aangehaald in haar proefschrift. Dat proefschrift kun je downloaden via haar website. Als je het proefschrift leest, dan kom je ook tot de conclusie, dat de cello zoals we die nu kennen, een hele ontwikkeling heeft doorgemaakt. Zelfs de naam cello was niet eenduidig. Zo'n proefschrift is vrij droge kost. Het boekje van Van Rossem is ook informatief, maar prettig om te lezen, het nuttige met het aangename vermengd. Overigens zit het boekje ook in de collectie van het Rijksmuseum, maar ik denk dat het is vanwege de tekeningen van Peter Vos.
     
  13. Celloise

    Celloise

    Lid geworden:
    28 feb 2019
    Berichten:
    20
    Pieter Wispelwey heeft de term ook aangehaald in de tekst bij een van zijn CD's
    The unplayable instrument.jpg
     
    JanHut vindt dit leuk.
  14. Oosterhof Vioolbouw

    Oosterhof Vioolbouw Frits Oosterhof Beheerder

    Lid geworden:
    29 mrt 2003
    Berichten:
    14.370
    Homepage:
    Het is meer een persoonlijke interpretatie van Wispelwey. Vergelijkbaar met wat men zegt over composities van Paganini (voor viool): onspeelbaar.
     
  15. RolandS

    RolandS

    Lid geworden:
    24 apr 2009
    Berichten:
    119
    In de derde suite voor cello-solo van J.S. Bach vind je een passage die je niet zonder duimpositie kunt spelen. Vermoedelijk al geschreven in 1717–1723.

    De argumentatie dat hogere stemmingen ook hogere snaarspanningen vereisen is met zekerheid onjuist. Het experiment dat je beschrijft is onvolledig. Je moet ook mede overwegen of men om hogere stemmingen te bereiken misschien niet de spanning heeft verhoogd, maar een andere specificatie van de snaren is gaan gebruiken: kleinere soortelijke massa, dunner, of hogere veerconstante.

    Het kan overigens best waar zijn dat de snaarspanning in de loop der eeuwen verhoogd is door de vioolbouw (incl cello-). Dat heeft echter helemaal niks met de definite van a'=440 (of 430...etc) te maken. Snaarspanning maakt heel veel uit voor de klank van deze instrumenten, en klankidealen zijn in de loop der tijd veranderd. De bouwwijze opzichzelf van de instrumenten geeft ons daarover al heel veel informatie. Neem bv de kamhoogte in combinatie met halshoek. De grotere hoogte/hoek van moderne instrumenten geeft (bij gelijk blijvende snaren en snaarspanning) meteen een hogere spanning op het bovenblad en andere trillingsamplitudes bij de kamvoet, en alleen daarom al een andere toonkleur dan barokinstrumenten. Niet de 'pitch' (definitie van a') was leidend voor de verandering in viool-(cello-)constructie, maar de ontwikkeling van het klankideaal en de muziekstijl.

    Een verdere nuance over de 'oude' toonhoogte: Zoals ik zei was deze niet alleen van tijd tot tijd verschillend, maar ook van plaats tot plaats. Bijvoorbeeld, voor de cantates die J.S. Bach in Leipzig schreef was de a' ongeveer 440 Hz. Voor die in Mühlhausen en Weimar klonk de a' een grote seconde hoger. Klinkend b'. Hoger! De Leipziger en Weimarer cantates werden met gelijksoortige instrumenten gespeeld.

    Zie: Pitch in the Vocal Works of J. S. Bach, Beverly Jerold, in Bach, Riemenschneider Bach Institute, Vol. 31, No. 1 (2000), pp. 74-95
     
    Laatst bewerkt: 1 sep 2024
  16. Celloise

    Celloise

    Lid geworden:
    28 feb 2019
    Berichten:
    20
    Er staat nergens in de 3e suite een noot hoger dan de G. Mocht je bedoelen dat iets alleen te spelen valt in de duimpositie op een van de andere snaren, dan onderstreept dit dus juist het probleem van die tijd. De duimpositie is namelijk uitgesloten bij een korte toets. Kijk maar naar de afbeeldingen uit die tijd.
     
  17. RolandS

    RolandS

    Lid geworden:
    24 apr 2009
    Berichten:
    119
    Ik doel op de passage in de Prelude (III) maat 45-60. Deze moet met gebruik van duimposities gespeeld worden. De duimpositie als speeltechniek was dus voor J.S. Bach bekend. Of Bach heeft gedacht "het is misschien onspeelbaar, maar zoek het lekker uit, en verzin duimposities of iets dergelijks ".(Iemand als Sigiswald Kuijken is hierdoor misschien toch niet overtuigd, aangezien hij meent dat deze cellosuites voor de Viola dat Spalla geschreven zijn. Maar dan nog kan Bach zo vermetel geweest zijn om te denken 'als je dit per sé op cello wil doen, be my guest, maar verzin dan nog wel een list'.)

    Ik begrijp niet wat je bedoelt met je opmerking over toetslengte. De door mij aangehaalde passage wordt gespeeld met duimposities, ook op korte toetsen uit de baroktijd.
     
    Laatst bewerkt: 1 sep 2024
  18. Celloise

    Celloise

    Lid geworden:
    28 feb 2019
    Berichten:
    20
    Hierbij kom je op de crux. Op hedendaagse cello's zitten geen korte toetsen meer. Dat is dus juist gewijzigd door Boccherini en Romberg, doordat de toets verlengd werd, was de duimpositie mogelijk gemaakt. Want de muziek, die Romberg componeerde vereiste de verlenging van de toets. De cello heeft dus een verandering ondergaan, terwijl de viool nagenoeg ongewijzigd is gebleven. Kijk maar eens naar de toets van de cello uit die tijd, je vindt er diverse afbeeldingen van (de toets is dat zwarte (ebben)hout, dat doorloopt vanaf de hals, nu bijna tot aan de f-gaten en in de 17e eeuw maar tot aan waar ongeveer de A4 ligt, die je met een flageolet kunt bespelen). Onderstaande afbeelding verduidelijkt dit laatste. Cello barok.jpg
     
  19. RolandS

    RolandS

    Lid geworden:
    24 apr 2009
    Berichten:
    119
    Beste Celloise,

    Misschien begreep ik je verkeerd. Je schreef: "De duimpositie is namelijk uitgesloten bij een korte toets." Misschien bedoelde je: hoge noten boven pakweg A (440 Hz) kun je niet spelen zonder langere toets. Dat laatste is waar. Het eerste niet. Immers je kunt prima lagere posities ook de duim inzetten. Bv. de passage waarop ik je al eerder wees. Er zijn legio andere voorbeelden te vinden. Vaak handig, niet altijd noodzakelijk.

    Er wordt vaak beweerd dat Duport in 1806 (Essai sur le doigté du violoncello et sur la conduite de I’archet) de eerste was die de duimposities heeft beschreven. Maar er zijn oudere bronnen dan Duport (Ik heb er zo snel niet bij de hand, en moet er even naar zoeken).

    Inderdaad zijn cellotoetsen in de loop der jaren langer geworden. Die van violen trouwens ook, echt! Er bestaan ook oude prenten van cello's met relatief lange toetsen. Ik bedoel: zo lang dat je er beslist met de duim bovenop moet om er nog effectief op te kunnen spelen. (Dat geldt ook voor de cello van het plaatje dat je bijvoegt). De toetsen zijn in de loop der jaren langer gemaakt omdat men hogere noten wilde kunnen gaan spelen, niet omdat men linkerduimen wilde gaan gebruiken. Constructie van strijkinstrumenten volgt muziekstijl en spelersbehoefte.



    PlaatjeCodde.jpg
     
    Laatst bewerkt: 2 sep 2024
  20. RolandS

    RolandS

    Lid geworden:
    24 apr 2009
    Berichten:
    119

Deel Deze Pagina