Vorig jaar had ik van mijn leraar geleerd om telkens mijn vinger ofwel hoger te zetten (helemaal te verplaatsen) ofwel eerst mijn 2 eerste vingers 1 naar beneden te zetten en dan mijn laatste 2 te zetten. Nu leer ik meer gebonden noten te spelen en mag ik dat niet meer zo doen daar je steeds de stop hoort bij de verplaatsing. Nu moet ik het als in onderstaande video leren...best moeilijk om zo je vingers te stretchen! Het lukt me dus niet hé...frustratie frustratie Zijn er oefentips? Ik heb nu onmiddellijk al At Twilight meegekregen om te oefenen, maar dit lijkt me best al een moeilijk stukje om gebonden te leren spelen...
Ik snap niet helemaal wat je bedoelt. Heb je moeite met een 'gestrekte 1e vinger'? (Dus je eerste vinger strekken en een halve toon lager spelen.) Of juist met de 'gestrekte 4e vinger' (de pink (en ring- en middelvinger) strekken en een halve toon hoger spelen)? Bij beide geldt: oefening baart kunst. Je moet er een beetje gevoel voor krijgen en je kan best wat bijschuiven met je hand. Dat doe ik zelf ook, mijn vingers zijn niet enorm lang dus om echt een mooie noot te creëren schuif ik altijd stiekem wat met mijn hand. Zo lang je het niet hoort maakt dat niets uit.
In de methode waar ik les uit krijg, is het hele "strekgebeuren"(zo noem ik het maar even) mooi geïntegreerd. Dat is de methode van Francis Grant: Beginners Guide to the Cello (deel 1 t/m 4) en dan Fundamentals of Violoncello Technique. De methode zit mooi in elkaar, alleen is het niet ontwikkeld voor zelfstudie (dus zonder leraar). De Beginners Guide is ontworpen voor kinderen, maar het werkt prima bij volwassenen. En het mist plaatjes/tekeningetjes. Je hebt gewoon een leraar nodig die je laat zien hoe het moet en erop toeziet dat je de techniek op een goede manier ontwikkelt. Voor het oefenen van gebonden noten heb ik een heel effectieve oefening van mijn leraar aanbevolen gekregen. Waarschijnlijk wel een bekende oefening, maar ik noem het maar toch. Op de C-snaar eerst 1 (c) toon op een stok, daarna c-d op een stok, daarna 3 tonen, 4, dan komt de 5e toon op de G-snaar erbij enzovoorts. Zo leerde ik "stok sparen". Telkens rijg je er dus meer aan en komt er weer een snaar bij op die ene stok. Je kunt het je dan moeilijker maken door dat dan ook eens te doen door niet de d maar de des, niet de f maar de fis enzovoorts te gebruiken. Deze oefening regelmatig doen (bvk dagelijks) heeft mij wel goed vooruit geholpen.
