Ik ben in het bezit van een Viool met een heel hoge zijrand, zo hoog dat de inleg zelfs iets schuin zit, is zoiets uit esthetische redenen gedaan of beoogd het een ander doel vraag ik me af, het kan natuurlijk ook gedaan zijn voor de klank.
Het is op zich best wel een mooi instrument. Die extreem diepe rand –ook wel Hohlkehle genoemd- vind ik echter niet mooi. Door de diep gestoken holte lijkt het alsof de inleg er dan scheef in zit, maar die zit er echt wel recht in, alleen wanneer aan een kant méér wordt weg gestoken dan aan de andere kant lijkt het alsof die dan scheef staat. Jammer vind ik dat de diepte van de Hohlkehle niet is doorgezet in de vleugels van de f-gaten, dat zou er één geheel van maken. Bij een dergelijke grote uitholling moet het blad aan de randen veel dikker zijn dan gebruikelijk (circa 4,5 mm) om te voorkomen dat anders het deel wat contact maakt met de lijmranden veel te dun en dus te slap wordt. Ik vermoed dat het aanbrengen van deze 'kuil' is gedaan uit esthetisch oogpunt maar het kan ook zijn dat er werd gedacht dat met een dun contactoppervlak ter hoogte van de krans (lijmrand!) er meer bewegingsvrijheid ontstaat waardoor er klankverbetering optreedt. De diepte van de Hohlkehle was bij Stradivarius een millimeter en begon op een afstand van 2 mm gemeten vanaf de rand. Ik heb in de literatuur verder niets gevonden of de diepte van de Hohlkehle effect heeft op de klankeigenschappen en welke dat dan zijn. Frits