Johannes Theodorus Cuypers, de Hollandse Stradivarius Johannes Theodorus Cuypers werd geboren in 1724 in de stad Dornick in Duitsland. Hij begon zijn loopbaan als meubelmaker. Hij verhuisde later naar Frankrijk waar hij waarschijnlijk de professie van vioolbouwer leerde in de werkplaats van de Franse Bouwers Guersan of Benoist-Fleury. Rond 1750 duikt zijn naam op in de archieven van Den Haag. Vanaf deze tijd leefde en werkte hij tot zijn dood in Den Haag. Hij is de belangrijkste vioolbouwer in de tweede helft van de 18e eeuw in Nederland. Vaak wordt gezegd dat hij werkte naar Stradivarius model. Dit moet worden uitgelegd dat hij meer werkte meer naar het model van Stradivarius dan naar het model van Amati. Zijn violen waren op geen enkele wijze verfijnd of geraffineerd maar stijlvol op zn eigen wijze. De instrumenten klinken bijzonder goed. Cuypers vroege werk, voor 1775, geeft blijk van bijzondere verfijning, bijvoorbeeld kleine elegante krullen. In deze periode maakte Cuypers meer altviolen en celli dan in zijn latere periode, alles van hoogwaardige kwaliteit. In die tijd gebruikte hij gedrukte etiketten die veel minder bekend zijn dan zijn met de handgeschreven etiketten van jaren later. De f-gaten uit zijn vroege periode hebben een zeer bijzondere vorm. Mede doordat zijn zonen Johannes Franciscus en Johannes Bernardus meewerkten in zijn werkplaats was hij zeer productief. Zeker in vergelijking met andere Nederlandse bouwers. Mede hierdoor zijn er nogal verschillende stijlkenmerken in de instrumenten te onderscheiden: de vroegere periode tot circa 1775 en de latere tijd tot 1808. De wat zware touch in zijn latere werk is te wijten aan het feit dat zijn zonen meewerkte. Dit verklaart wellicht ook de omstandigheid dat de exemplaren van zijn latere werk minder zeldzaam zijn dan zijn eerdere instrumenten. Waar Jacobs en Boumeester te karakteriseren zijn als Amsterdamse bouwers met een Italiaanse stijl, geldt voor Cuypers dat hij de representant is van de Haagse vioolbouw met Franse stijl. Bij aanschaf van een viool van Cuypers moet goed opgelet worden dat het daadwerkelijk om een viool van Cuypers gaat. Veel andere, minder getalenteerde, bouwers plakten etiketten van Cuypers in hun violen. Cuypers overleed in 1808 in zijn huis aan de Laan, wijk W. ten gevolgen van verval van krachten in de leeftijd van 83 jaar en 11 maanden. Diezelfde dag werd hij begraven op begraafplaats Oud Eik en Duinen in graf K83. Van zijn graf wordt door Dirk J. Balfoort in 1930 nog melding gemaakt in het boekwerkje ‘De Hollandsche Vioolmakers’. Gezien het feit dat het graf inmiddels niet meer bestaat is dit graf na 1930 geruimd en zijn de restanten van zijn stoffelijk overschot overgebracht naar een algemeen graf. Enkele jaren na zijn overlijden heeft zijn vrouw (Anna Maria Borneman) een stuk land en huis gekocht ter waarde van 1400 rijksguldens (destijds een kapitaal). Van de negen kinderen zijn alleen zijn zonen Jean Francois en Johannes Bernardus met de vioolbouw doorgegaan. Met dank aan: - Remi - Het Strijkinstrument, 1982 Circa 1750-1770 7/8 Size Violin Cornered Swell Back Model Bass Violin Krul van Nederlandse origine maar mogelijk later gemaakt. 1760 1762 1773 1775 1780 1791 1797 1797 1802 1808
Dan moet de Gemeente Den Haag wel op de hoogte zijn, anders zullen ze zich van geen kwaad bewust zijn en niet overgaan tot schamen, laat staan diep schamen. Remi heeft daar in het verleden al eens kennis gemaakt met een niet al te vriendelijke meneer (misschien was Hopf daar ook wel bij), dus de contacten zijn inmiddels gelegd. Maar of je een conservator die 'niets heeft' met strijkinstrumenten zo gek krijgt, dat er alsnog een zaaltje voor deze violen wordt ingeruimd, betwijfel ik. Frits
Voordat graven geruimd worden wordt een lijst afgegeven met de namen aan de gemeente, ze waren dus zeker wel op de hoogte. Of ze ook daadwerkelijk wisten dat Cuypers een bekende vioolbouwer was dat blijft in het ongewis.
@Crish: ik merk dat je doelt op het ruimen van het graf, terwijl ik het opstellen van zijn instrumenten bedoelde. Sorry, ik heb het niet goed begrepen. Daar hadden Remi en Hopf hun energie ook ingestoken om dat voor elkaar te krijgen. Zonder resultaat tot nu toe. Dat wil zeggen dat Remi een aantal fraaie foto's van de aanwezige instrumenten heeft gemaakt, maar er was nauwelijks tijd om ze te bestuderen. Elders op dit forum is er wel het een en ander over te vinden met een verwijzing naar de gemaakte foto's. Onder de titel Scheurleer of verzameling Scheurleer is het wel te vinden. Frits
De gemeente Den Haag valt weinig te verwijten wat betreft het ruimen van het graf van Cuypers, een gewone vioolbouwer is geen bekende politicus of kunstschilder. Het graf van Stradivari werd ook geruimd, in 1869, terwijl hij toen al een beroemde vioolbouwer was! De notabelen van Cremona stonden erbij te kijken terwijl werklieden de grafkelder leeghaalden en de botten op een kruiwagen laadden om buiten de stad gebracht te worden, naar een gemeenschappelijk graf op een nieuwe begraafplaats. Er is nog een foto van de afbraak van de kerk met het graf van Stradivari! Dat z'n grafsteen er nog is mag een wonder heten, die van Cuypers is al lang opgeruimd, verpulverd en vermalen. Althans, als er een grafsteen is geweest. Maar de familie had wel geld, dus.. Boeiend, geschiedenis.
Op The Dutch Violin page staat een artikel uit 2008 waarin wordt vermeld dat 'naar aanleiding van het feit dat Johannes Theodorus Cuypers, de ‘Stradivarius van Holland’ in het jaar 2008 precies 200 jaar geleden in Den Haag is gestorven, is het idee ontstaan een overzicht te geven van zijn nalatenschap in: ‘Johannes Theodorus Cuypers; een fotohistorisch overzicht van een Haagse vioolbouwer’. Dit werk is het eerste fotoboek dat een uitvoerig overzicht geeft van het werk van deze beroemde vioolbouwer en zijn zonen in woord en beeld. Het zal voor zowel professionele bouwers en handelaren als alle overige geïnteresseerden dienen als een belangrijke bron van informatie en inspiratie. Het boek, dat in een gelimiteerde oplage van 1000 exemplaren verschijnt, geeft een overzicht van de instrumenten van J.T. Cuypers en twee van zijn zonen in foto's, de levensbeschrijvingen van de bouwers, een uitvoerige beschrijving van hun werk en de wijze waarop vandaag de dag wordt aangekeken tegen het werk door middel van interviews met spelers, kenners en/of verzamelaars.' Verder vind ik op het internet geen gegevens op dit boek. Is het iemand bekend of dit boek er daadwerkelijke gekomen is?
@Chrish Voor de Gemeente Den Haag is een graf van een vioolbouwer net zo belangrijk als het graf van een willekeurig ander persoon. Als het een politicus of zo is dan ligt het anders. Zijn de grafrechten niet betaald of word er door de nabestaanden niet meer betaald voor het grafrecht dan word na verloop van tijd het graf gewoon geruimd, punt uit. Slechts een enkele vioolgek gaat opzoek naar het graf en dan bijna 200 jaar na zijn dood. Een enkele oude dwaas die het in zijn hoofd had om Cuypers verleden te doen herleven, een oude dwaas voor wie een viool meer is dan alleen een aantal houten onderdelen waar een klank uit komt, maar voor wie de bouwer (ook een mens) minstens zo belangrijk is. @Elman, Voor zover ik weet is het boek er nooit van gekomen, ik heb een paar jaar geleden mijn hulp aangeboden aan Bartolomé Straatemeier maar heb nooit iets van hem gehoord. Het boekwerk zou in 2008 moeten uitkomen, zo ongeveer rond de datum van overlijden, nee dus, dat is dus in het slop geraakt. Ik heb destijds mijn hulp aangeboden omdat ik het leuk en interessant vond en twee personen kende welke beiden destijds op een echte Cuypers speelden. Verder weet ik niet of Bart S. er nog mee bezig is, lijkt mij van niet. Fototechnisch gezien is het ook een hele opgave, zul je over een kleine studio moeten beschikken, een goede camera en dito objectief, een hele reeks aan belichting, liefst werken zonder flitsers. Statieven en zo, steuntjes waar de instrumenten op staan, bla, bla, bla. (voor meer informatie over het fotograferen van (strijk-)instrumenten is er wel wat te vinden op Tarisio.com.) De foto's op de site van Bart S. zijn helaas van zeer lage kwaliteit maar wel goed gemaakt, ik denk dat hij ze ergens vandaan geplukt heeft, vier Cuypers violen waarvan twee zwartwit en twee incomplete instrumenten. @iedereen: En dan te weten wat er in het Haags Gemeente Museum ligt weg te kwijnen. Nu schakel ik even over op de BOOS modus (En men doet er helemaal niets aan, geen onderhoud of weer bespeelbaar maken, zorgen dat ze weer speelklaar zijn, toonbaar zijn. NEE er wordt geen moer aan gedaan, deze prachtige instrumenten liggen als mummies in een ladekast, veelal zonder snaren en kam. Het blijkt dat niemand zich bekommerd om deze Hollandse schatten, niemand. De gemeente niet, de overheid niet, niemand.) BOOS modus uit. Misschien kunnen we als leden van ons strijkersforum iets opzetten om deze instrumenten te redden en misschien iets opzetten om af en toe een instrument te laten restaureren en tentoon te stellen. Als er een loopt te vragen luisteren ze niet, als we het met z'n allen doen... Remi
Remi, Ik kan me je boosheid goed voorstellen. Maar ik vrees dat die voorlopig niet overgaat. Sinds enkele maanden werk ik als vrijwilliger bij het binnen de Koninklijke Bibliotheek (KB) in Den Haag gehuisveste Nederlands Muziekinstituut (NMI). In een gesprekje met de directeur van het NMI enige tijd geleden stelde ik het lot van de Scheurleer-collectie en dan met name de strijkinstrumenten aan de orde. Tot mijn verbazing was dit geen nieuws voor hem. In een eerder leven had hij, toen werkzaam bij het Gemeentemuseum, namelijk onder meer het beheer over de Scheurleer-collectie in zijn portefeuille. Een tweede, eveneens verrassende, vaststelling betrof het feit dat het NMI de jure het beheer heeft over de muziek- en instrumentencollectie. Maar dan komen de moeilijkheden. Ten einde de instumenten te beheren, conserveren en ten toon te stellen, is geld en ruimte nodig. Om met dat laatste te beginnen: die ruimte is er niet. De binnen de KB toegemeten behuizing is uitermate krap. Kortom: hoge stapels boeken en bladmuziek in de gangen. De eigen ruimte binnen het ondergrondse archief is inmiddels vol, zodat de nieuwe aanwinsten maar noodgedwongen binnen het archief van de KB zijn ondergebracht. En dan het geld. Ook hier kan ik kort zijn, want dat is er ook niet. Ter illustratie de opmerking dat de meeste mensen werkzaam binnen het NMI vrijwilligers zijn. En in weerwil van het feit dat het NMI een WETTELIJKE taak uitvoert, wordt zowel op de gemeentelijke als de rijkssubsidie gekort. Op zich begrijpelijk in een tijd waarin een Haags gemeenteraadslid het Residentieorkest wegzet als een tromboneclubje. Als het nou nog het financieel in leven houden van een betaalde voetbalclub zou betreffen ............................. Ofschoon er van de kant van het NMI in de afgelopen jaren een aantal pogingen is ondernomen de instrumentencollectie meer publieke aandacht te geven, is dat gesneuveld in ambtelijke ruis. En daar komen nu nog eens de bezuinigingen bij. Naar ik vrees zullen de in de instrumentencollectie geïnteresseerden de komende jaren het moeten doen met een, vooraf besproken, bezoek aan de krochten van het Gemeentemuseum. Ook leuk, een dagje Den Haag Ik kan niet beoordelen of het veel zin heeft boosheid om te zetten in brief of mail. Kwaad kan het uiteraard niet. Ik vraag me alleen af wie hier de geadresseerde moet zijn. In ieder geval NIET het Gemeentemuseum want dat herbergt alleen de collectie. En ook niet het NMI want dat heeft geld, ruimte noch know how. Rest alleen nog de politiek. Maar helaas heb ik te lang bij de Tweede Kamer gewerkt om zelfs nog maar de schijn van een illusie te koesteren dat daar iemand voor een onderwerp als dit warm loopt. Maar voor de meer hoopvollen onder ons is het denkbaar dat zij hun onvrede ventileren in de richting van de Vaste commissie voor onderwijs, cultuur en wetenschap van de Tweede Kamer. Wijsheid :/ Hopf
Hopf, Bedankt voor je reactie, Die boos modus is natuurlijk een beetje overdreven. Maar je kent me een beetje dus zal het duidelijk zijn dat het me aan het hart gaat dat heel veel mooie instrumenten gewoon liggen weg te kwijnen in ladekasten in een museum. Nog erger vindt ik dat ze nooit en te nimmer ten toon gesteld worden. Waarom zou je een tentoonstelling houden met instrumenten zonder snaren, zonder kam. Ik weet dat ambtelijke molens heel langzaam malen. Maar er moet toch iets mogelijk zijn om deze instrumenten "op te lappen", "toonbaar te maken" Zelf denk ik dat er een behoorlijk grote groep mensen geïnteresseerd kan raken in "Hollandsche Fioolbouw". "Meesters uit de vorige eeuw" . Als er een Viola da Gamba mag prijken in de centrale hal van het Gemeente Museum, moet het ook mogelijk zijn om een klein stukje van het museum vrij te krijgen voor een korte tentoonstelling van de Hollandsche Meesters. Zelf ben ik bereid om c.a. 100 a 200 euro ter beschikking te stellen om een begin te maken aan het restaureren van de collectie, maar ik sta er wel alleen voor. 200 euro is niets als je de ravage van het Gemeente Museum ziet. Gek genoeg heeft Den Haag wel een paar ton over voor een onafgemaakt schilderij (victory bogy wogy of zo) maar laat het mooiste dat Den Haag ooit te bieden had gewoon links liggen. Misschien, heel misschien is er een mogelijkheid, er is in ieder geval geen geld mee te verdienen, wel iets te redden voor ons nageslacht (hoop ik). Remi
Remi, Victory boogie woogie is wel degelijk afgemaakt. Het is alleen wat moeilijk te zien :lol: En het kostte in 1997 omgerekend € 37 miljoen. Maar dan heb je ook wat! Ik vind het overigens erg aardig dat je in dit goede doel wilt investeren. Maar hoe vreemd het ook klinkt, geld is niet het echte probleem. De bottleneck wordt gevormd door ambtelijke 'competenties'. Maar ik heb inmiddels wat voormalige collega's gecharterd om te kijken of het zin heeft (en hoe geïnstrueerd) de Kamercommissie die ik eerder noemde, uit de schuur te rijden. Wordt vervolgd. Hopf