Met een zomerorkest in Tsjechie speelde ik het sprookje (Pohadka) van Josef Suk(1874-1935), een suite voor orkest. De Tsjechische componist Josef Suk trouwde met de oudste dochter van Antonin Dvorak. Anders dan bij vioolconcerten, waarbij de solopartij te volgen is, hier de 2e vioolorkestpartij. Arco arceer ik met een paarse stift, pizz (icato) met geel. Demper op met oranje, demper af met groen. Maatsoorten ook met groen, bij wisseling van toonsoorten met 5 mollen of 6 kruizen paars omcirkeld en zoveel mogelijk vingerzettingen en positiewisselingen erbij gezet, en schuine strepen voor de tellen per maat, dan pak ik meer noten mee in het goede ritme, maar deze partij had ik goed gestudeerd, dus pakte ik alles mee, ook snelle dubbele noten, waarbij je rechterarm moet werken. deel1 deel2 deel3 deel4