Ik ben een Maggini viool en ik lig vanaf 1984 te kijk in een Amerijaans Museum. Daar heeft Giovanni Maggini me eigenlijk niet voor gemaakt. Hij heeft me gemaakt om te zingen. Trouwens Giovanni Maggini zou mij bijna niet meer herkennen. Want ik ben vele malen bij de plastisch chirurg geweest. Ze hebben me een nieuwe hals gegeven en er een ebbenhouten toets opgeplakt. De verstevigingsranden van populierenhout hebben ze er ook nieuw ingezet. En ik heb ook nieuwe hoekblokken van sparrenhout gekregen. Het onder en bovenblok hebben ze er ook nieuw ingezet en zijn ook van sparrenhout gemaakt. De zangbalk die ik nu eigenlijk niet meer nodig heb is ook vernieuwd. Het knopje en de stemsleutels zijn natuurlijk ook nieuw en van buxushout. De kielhoutjes en de snarenhouder zijn van ebbenhout. En mijn kam en snaren zijn uiteraard ook nieuw. Ja ik ben misschien nog wel wat vergeten hoor want ik ben zo vaak open en dicht geweest. Ik ben dus oud en eigenlijk toch nieuw.
Je zou inderdaad ter discussie kunnen stellen of na zoveel ingrijpende verbouwingen nog van een Maggini-viool MAG spreken! (architecten proberen ook hun bouwsels te beschermen door voorwaarden te stellen bij verbouwingen). En als zo'n viool GEEN Maggini meer mag heten, hoe dan verder? Etiket verplicht verwijderen? Naam van laastste 'verbouwende' vioolbouwer (zou die dat wel willen, denk van niet) ik verzin maar wat. Gewoon anoniem viooltje worden dus.
Blijft staan de discussie of na geknoei met kwaliteitsinstrumenten de naam nog gedragen mag worden. Dus wat ik in afvraag. Als er aan een Oosterhof viool, een Bert Boon viool en ga zo maar door, zodanig verbouwd is dat het een ander instrument is geworden. Op welk moment kun je daarvan spreken? Edit door moderator