Ik heb wat proefjes gedaan met de Kin en Schoudersteun, dat kwam omdat ik een oude Duitse Viool die ik lang niet in mijn handen had gehad weer eens even bespeelde, het geluid klonk laat ik zeggen bijna als van een Barokviool, maar ik had er dan ook geen Kin en Schoudersteun op. Het Instrument woog daardoor niet alleen licht maar klonk ook licht, ik verwisselden daarna verschillenden Steunen, en het viel me op dat telkens de klank iets veranderde maar nooit ten voordele, de Viool klonk zonder die belemmeringen zo in de huiskamer eigenlijk het mooist, net alsof de Viool bevrijd was van knellende ketens. Ik beproefde ook de andere Violen maar daar viel me die verandering eigenlijk bijna niet op, nu is het wel zo dat de Duitse Viool wat hoog gewelfde bladen heeft en van zichzelf heel licht is gebouwd ik denk met wat dunne bladen, ik kan dit niet zien maar de Viool weegt gewoon iets minder dan de gemiddelde Viool, waarschijnlijk dat die klank verandering als de Steunen zijn geplaatst hierdoor komt.
En dan is er nog het verschil van de viool aan het oor, in de andere hoek van de kamer en op de achterste rij van een goed gevulde concertzaal. Plaatsing, model, gewicht en massa van schoudersteun en kinhouder zijn alle van invloed op het eindresultaat, al is het heel moeilijk te zeggen wat nu precies wat beinvloedt. Misschien kan Frits Oosterhof als erkend Beta, die de litteratuur op dit gebied ook goed heeft gelezen er iets van zeggen!
Van de week had ik weer vioolles. Ik kon tijdens de les een bepaalde noot niet vinden in de 3e positie. Mijn viooldocente nam mijn viool ter handen om de desbetreffende noot te spelen. Ze zei dat mijn viool aan het oor anders klonk dan van een afstand. Nadat ze de noot had aangestreken, vroeg ik of ze even iets op mijn viool wilde spelen. En inderdaad mijn viool klonk echt mooier in mijn oren vanaf een afstand. Niet dat ik ontevreden ben over mijn viool want ik ben er echt aan verknocht. Maar het valt gewoon op dat een viool van een afstand anders klinkt dan als je hem zelf bespeelt
Dat viel me pas op in een interview met Nicola Benedetti waarin ze met een andere violist praten over het geluid van hun viool. Ze heeft het dan over diverse bijgeluiden die je hoort als ze flink aanzet etc. maar je niet meer hoort in de zaal.
Kijk even hoe J. Janssen haar fraaie kinnetje niet op het kinsteun houdt maar haar bevallige onderkaak gewoon op het staartstuk laat rusten. En het zal de klank beïnvloeden. Dit doet ze zo vaak dat ik haar een centraal geplaatst kinstuk zou adviseren. Remi
Bij mij klinkt mijn altviool ook mooier als mijn docent er op speelt van afstand dan wanneer ik erop speel maar dat heeft weinig met de afstand te maken maar meer met het feit dat hij veel mooier altviool kan spelen dan ik kan......
Literatuur over dit onderwerp in de zin van een gedegen onderzoek of dissertatie ben ik nog niet tegen gekomen. Ik heb diverse publicaties en artikelen gelezen en ik zal mijn bevindingen daarin verweven, zodat er een idee kan bestaan welke factoren van invloed zijn op de klank en hoe die dan beïnvloed wordt. Besef wel, dat dit geen standaard regels zijn maar algemeenheden waarbij iedere uitzondering mogelijk is. Conclusies: Er zijn vele tientallen kinsteunen beschikbaar. Gemakshalve kunnen die worden ingedeeld in twee categorieën: de centraal geplaatste en die welke aan de linker zijkant gemonteerd dienen te worden. Verder maakt het uit met welke kracht de klemmen worden aangedraaid en met hoeveel druk de eindklos of het linker gedeelte van de krans worden belast. Het materiaal waaruit de steun is gemaakt heeft voor de bespeler hoorbaar effect. Voor het publiek zal dat nauwelijks of niet hoorbaar zijn. In het algemeen kan worden geconcludeerd dat kinsteunen die zijn geplaatst aan de linkerkant van het staartstuk een ‘opener klank’ geven met meer resonantie en een donkerder G-snaar dan die welke centraal zijn geplaatst. Ook worden de klemmen vaak te stevig aangedraaid hetgeen schade kan aanbrengen bij de niet-centraal geplaatste steunen, omdat dan de krans in elkaar wordt geperst. Een paar voorbeelden van centraal geplaatste kinsteunen: Strad-model Guarneri-model: Aan de zijkant geplaatste: Dresden-model: TEKA_model: Enkele kanttekeningen: De Stradivarius- en Guarneri typen kinsteun hebben door hun model een versterking van de door de kin aangelegde kracht op de klemmen. Er wordt zo’n 1,5 tot 2 kg kracht aangelegd met de kin (soms bij intense expressie oplopend tot wel 3 kg) die door de hefboomwerking nog wordt vergroot. Die kracht moet worden opgevangen door het eindblokje. De klemkracht schijnt demping te veroorzaken omdat hier ook in de directe omgeving de lus van het staartstuk is aangebracht. Een vergelijkbaar effect werd waargenomen wanneer twee stukjes kurk (zelfde materiaal als op de klemmen van de kinsteun) met twee metalen clips worden bevestigd aan weerszijden van het staartstuk. Bespelen geeft vergelijkbare demping met een vergelijkbare klankkleur als met die verkregen met de centrale kinsteun. Het materiaal: buxushout blijkt een donkerder en krachtiger klank te generen dan hun tegentypes van rozenhout, ebben of plastic. Rozenhout en ebben schijnen een helderder klank te geven. Hetzelfde doet zich overigens voor bij staartstukken uit dit materiaal. Barokviool: Bij de Barokinstrumenten wordt geen kinsteun of schoudersteun gebruikt. Men klemt met de kin aan de rechterkant op het bovenblad. Hierdoor is het contactoppervlak zelfs groter dan bij de modernere kinsteunen zodat demping het gevolg is. De onderkant van de viool maakt ook veel meer contact met de schouder dan bij gebruik van een schoudersteun, zodat ook hier sprake is van demping. Frits
Mooie duidelijke uitleg van de heer Oosterhof, nu is het zo toen ik mijn proef deed met de Viool, dus bespeelde met Steunen en bespeelde met verschillende Steunen en ook bespeelde zonder Steunen dat ik de Viool lichtjes tegen borst drukte, dus eigenlijk bespeelde op de laat ik maar zeggen ouderwetse manier, dus zonder de kin en de schouder te gebruiken als klem.
Een kinsteun kan ook verkeerd worden geplaatst en daardoor een vervelend bijgeluid geven (bijvoorbeeld het ijzer raakt het hout). Ook kan de kin steun te ver op de rand komen waardoor de druk niet recht boven het corpus is, maar als een soort hefboom werkt op het en onderblad wat de klank weer negatief naar mijn ervaring beïnvloed. Dus... zet je kinstuk GOED op je viool en wat precies goed is... weet ik ook niet
Gisteravond geprobeerd met en zonder. Ik merk geen verschil. Dat een schoudersteun zou dempen snap ik niet. Want juist door een schoudersteun is de viool helemaal vrij en raakt het achterblad nergens je kleding. Als je zonder schoudersteun speelt wordt je viool aan de achterkant op veel meer oppervlakte aangeraakt.
Helemaal mee eens, maar dat is ook niet wat ik beweerd heb. Zie: onder het kopje: Barok-instrumenten in post#8.
De trillingen van de Viool gaan volgens mij via de geklemde voetjes van de Schoudersteun die tegen de zijkant drukken naar de Schoudersteun, en zullen daar geabsobeerd worden. Bij een proefje dacht ik te horen dat een Schoudersteun van hard materiaal minder dempte dan een Schoudersteun waarop schuimrubber zat, nu kan één en ander natuurlijk ook suggestie zijn. Maar wat is geluid, enige jaren geleden hoorden ik een topviolist spelen op een Viool gemaakt van een sigarenkistje, en het klonk niet eens onaardig.
Maar wat is 'niet onaardig'? Wat jij niet onaardig noemt kan ik wel verschrikkelijk vinden. Zegt dus niet zo veel. Voor wat de demping betreft zal het toch afhankelijk zijn van het contactoppervlak van de steun. Wanneer dat uit vier rubberen voetjes bestaat zal daar minder demping optreden dan wanneer de schoudersteun contact maakt met een groot deel van het onderblad. Of het materiaal van de schoudersteun dan van zacht materiaal gemaakt is zal naar mijn mening de demping niet meer beïnvloeden. Mocht dat al zo zijn dan zouden er geen dempers (sourdines) meer nodig zijn. Het laatste is niet het geval.