Ha, eindelijk weer eens op het forum. Drukte zo aan het het einde van het schooljaar, dan vakantie en nu dus grote problemen met vioolspelen (1 jaar). Ik merk dat ik niet zo'n probleem heb om de intonatie op de G/D en A snaar enigzins in de richting te krijgen. Maar mijn oren snappen helemaal niets meer van de E snaar. Ik kan geen kwint meer horen. De A op de E-snaar lukt aardig dank zij het resoneren, maar dan snapt mijn brein niet meer hoe een B (seconde) moet klinken. Iedere keer snerpt het te hoog. Ik vergelijk het maar met de piano, en probeer dan ook nog rekening te houden met het verschil piano-viool. Binnenkort beginnen mijn lessen weer, maar eigenlijk heb ik altijd moeite gehad met de E snaar. Ik zou bijna denken dat er iets met mijn hoge tonen gehoor aan de hand is. Herkent iemand dit of is het gewoon een raar iets. Wel op een mooi muzikaal jaar dan maar weer.
Bij intonatie is het altijd belangrijk om de toon van binnen te horen. Je moet dus je innerlijk gehoor trainen. Je gaat dan op den duur van binnen naar buiten spelen, doordat je de toon innerlijk voorstelt. En dat is het geheim van een goede intonatie. Alle goede violisten spelen van binnen naar buiten. Je innerlijk gehoor kan je trainen door intervallen te treffen en door bijvoorbeeld het stuk dat je wilt gaan spelen te zingen. Je kan daar ook speciale solfege oefeningen voor doen. Ik denk, dat als je je innerlijke gehoor zou gaan trainen, veel van jouw intonatie problemen verdwijnen als sneeuw voor de zon.
De Schumann Academie biedt een vooropleiding klassiek aan, hierin kun je voor relatief weinig geld schriftelijke solfege lessen met CD doen. Wellicht een aanrader...
Wanneer je de B op de E-snaar bedoelt (4e-vinger Pos. I): als je het instrument exact in reine kwinten hebt gestemd moet de b mee resoneren (geen enkele vinger mag de G-snaar dempen, anders werkt het niet). Die komt dan vanaf de G-snaar. Je kunt die b (met dezelfde frequentie als de b op de E) ook zelf laten horen door op de G-snaar de flageolet te spelen die behoort bij de b, maar dan spelen als flageolet. Dus in Pos. I, tweede vinger losjes op de G-snaar. Frits
Even een reactie op Tante met betrekkking tot de e-snaar. Ook ik heb altijd een zekere aversie tegen de e-snaar gehad. Het "snerpende" geluid waarvan wordt gerept klinkt mij bekend in de oren. Tot dusver kon ik aardig met dit probleem overweg. Nu ik echter met de 4e positie ben begonnen, worden de problemen met de e-snaar steeds manifester. Immers, je wordt gedwongen steeds hoger op deze snaar te gaan spelen (de E speel je al met de 1e vinger op de A-snaar, en zo stijg je steeds hoger op de ladder). Tot en met de D (3e vinger op de e-snaar) gaat alles nog goed, maar daarna raak ik volledig gedesorienteerd, en wordt het voor mij steeds moeilijker om: 1. de juiste toon te treffen en 2. de juiste grepen resp. vingerstanden op die verwenste e-snaar te vinden. Ik hoop dat jullie mijn relaas kunnen volgen! Overigens beleef ik nog steeds veel plezier met de vioolstudie.
Voor de zekerheid moeten technische oorzaken worden uitgesloten; Toch even je viool laten controleren op de de groef van de E snaar in het bovenzadel (kielhoutje) en de toets op groeven en kuilen. De juiste hoogte van de e snaar boven de toets (niet te hoog en niet te laag) is ook van belang.
Misschien ook nog een tip om het van binnen vooraf leren horen eerst een oktaaf lager te spelen: A B A eerst op de A-snaar (0 -1- 0-) daarna vergelijken op de E-snaar (3- 4- 3). Door dit af te wisselen, leer je je ook aanpassen aan het verschil in toonkwaliteit tussen de mildere A en "snerpende" E.
Wat ik altijd weer indrukwekkend vind is te lezen dat voor alle vioolproblemen vele tips en oplossingen zijn. Ik heb zin om aan de slag te gaan, dank voor de adviezen.