Ik worstel momenteel een beetje met de ronding van mijn (barok)kam. Op bijna alle kammen die ik op foto's tegenkom, of het nu barokviolen zijn of moderne violen, is zichtbaar dat men de kam aan de discant (=bij de e-snaar) wat lager maakt, dit zal te maken hebben met de kleinere uitslag van een e-snaar in vergelijking tot de g-snaar. De g-snaar staat dus wat hoger boven de toets. Nu heb ik bij mijn barok-kam de e-snaarkant ook wat lager gemaakt, de e-snaar zit dichter bij de toets dan de g-snaar. In het boek van de Hill's over Stradivari zijn ook zijn kam-ontwerpen afgebeeld. Bij alle ontwerpen ligt de e-kant van de kam even hoog als de g-kant, de ronding is volstrekt symetrisch. Er is één originele Stradivari-kam bewaard, deze is door Stradivari voorzien van een pentekening. Bij deze tekening is duidelijk zichtbaar dat er later aan de e-kant een stukje van de kam is weggesneden, met als resultaat dat de e-kant wat lager kwam te liggen. (het is trouwens geen e-snaar, want het is de kam van de tenore..a-snaar?). Is het mogelijk dat in de barok de kam zuiver symetrisch was? En wanneer is men dan begonnen de e-snaar lager te leggen? Of heb ik de tekeningen en foto's niet goed bekeken, interpreteer ik ze fout? :|
hallo Als de ronding van de kam symetrisch is zou het nog steeds zo kunnen zijn dat het de toets zelf is die bij de G hoger is dan bij de E snaar..................
Je zult het wel andersom bedoelen, maar je hebt volkomen gelijk! En laat nou juist de originele Stradivari-toetsen er niet meer zijn! Maar op de foto van de toets van een Amati violino piccolo is te zien dat de baskant even hoog ligt als de kant van de e-snaar. Maar deze toets is betrekkelijk kort. http://www.google.nl/imgres?imgurl=http://orgs.usd.edu/nmm/Violins/AmatiViolinoPiccolo/3361AmatiViolinoPiccoloBackBottomPinLG.jpg&imgrefurl=http://www.usd.edu/smm//Violins/AmatiViolinoPiccolo/3361ViolinoPiccolo.html&usg=__impLwBXuIw9cPV2sKFhmYAINFdM=&h=371&w=750&sz=412&hl=fy&start=3&sig2=mjr47dJjckxPgouE_cHoqQ&zoom=1&itbs=1&tbnid=0AVPenlCyi0tEM:&tbnh=70&tbnw=141&prev=/images%3Fq%3Dviolino%2Bpiccolo%26hl%3Dfy%26sa%3DG%26gbv%3D2%26tbs%3Disch:1&ei=oASJTPmhDIuQONSowf8N Mijn probleem is natuurlijk helemaal geen probleem, voor de klank zal het weinig uitmaken, het is meer iets esthetisch.
Het lijkt me meer een praktisch probleem dan een esthetisch. Wanneer de E dezelfde afstand tot de toets zou hebben als de G, dan moet je die snaar wel heel erg hard neer drukken en dat is geen aangenaam spelen. De ronding van de kam zal vermoedelijk een grotere straal hebben dan de huidige instrumenten, omdat die wordt afgeleid van de ronding van de toets. Maar ook dat is persoonlijk: iemand die grote hinder ondervindt van een te vlakke kam (steeds de andere snaar aanraken) zal al gauw een wat rondere kam willen hebben.
Wellicht heeft de snaardikte van de E-snaar ook te maken met de hoogte van de kam. Darmsnaren zijn dikker dan de dunnere staalsnaar die op moderne violen gebruikt wordt.
Ja, maar een E darmsnaar van bijvoorbeeld Savarez is behoorlijk dun. Zo dun zelfs, dat ik een korte levensduur verwacht.
Een Savarez-e-snaar, darm, is in drie diktes (duntes?) te krijgen; ze gaan redelijk lang mee: goed verzorgen, koesteren! :/
Liefdevol inwrijven met amandel-olie bijvoorbeeld. Maar wat de ronding van de kam betreft word ik helaas niks wijzer. Ik heb ergens een vermoeden dat violen tegenwoordig toch anders worden afgeregeld dan, pak hem beet, driehonderd jaar geleden. En dat we bepaalde consequenties daarvan in de "authentieke praktijk" toch niet in de praktijk durven toe te passen, beïnvloed als we zijn door meer moderne inzichten; een symetrisch gesneden kam bijvoorbeeld, of dikke kamvoeten. Kijk op YouTube voor de aardigheid eens hoe Monica Hugget een barokviool demonstreert, terwijl ze een moderne viool in d'r handen houdt! Tenenkrommend.
Een symmetrisch gesneden kam? Bedoel je daarmee, dat de kam aan de E- als ook aan de G-zijde even hoog is t.o.v. het bovenblad? Lijkt me dat geen enkele vioolbouwer op die manier een kam snijdt, tenzij de toets aan de E-zijde hoger staat dan aan de G-zijde, maar dat is niet standaard en komt daarom bijna nooit voor.
Je hebt mijn beginstuk goed gelezen en mijn argumenten ook, mag ik hopen. Je kunt een moderne vioolbouwer niet vergelijken met een vioolbouwer uit de 17de of 18de eeuw, de esthetische uitgangspunten wat betreft vormgeving van gebruiksvoorwerpen ( en een viool is een gewoon gebruiksvoorwerp) is tegenwoordig totaal anders. Ik kan me namelijk heel goed voorstellen dat een symmetrische kam juist past bij de in de 17de/18de eeuw gebruikelijke symmetrie in de architectuur. Het heeft dan natuurlijk wel consequenties voor de bespeelbaarheid van de E-snaar, die zal hoger hebben gelegen boven de toets. Nou ja, het zijn maar een paar overdenkingen die bij mij opkwamen toen ik de Stradivari-kamontwerpen en de Stradivari-kam vergeleek. :|
Je zegt zelf al wat de consequentie dan wordt voor de bespeelbaarheid van de E-snaar: die ligt dan veel te hoog! Vandaar dat ik de kans dat er een symmetrische kam zou zijn toegepast in die periode, op nul in schat.
De toets was wel veel korter natuurlijk, het is de vraag of men dan die wat hoger liggende E-snaar als een bezwaar zal hebben gevoeld. Laat onverlet dat alle Stradivari-ontwerpen een symmetrische kam laten zien. Toegegeven, de kam van Tartini's viool had een lager liggende E-zijde, maar ja, dan zijn we al in 1770, de halsconstructie begon toen ook al te veranderen. Boven de klaviatuur van "mijn" orgel zit een fraai gesneden viool uit 1785, die heeft een symmetrische losse kam, op ware grootte. Maar het is wel versiering; de bijgevoegde strijkstok is een perfecte barokstok, dat wel. :|
Je kunt niet altijd afgaan op afbeeldingen of versierselen op een orgelfront e.d. om te achterhalen hoe een muziekinstrument er in die periode uit heeft gezien. Kijk maar eens op schilderijen hoe in bepaalde gevallen een viool wordt geschilderd. Daar valt wel wat op aan te merken.
Om mijn bewering wat kracht bij te zetten, plaats ik onderstaande afbeelding, die ik toevallig tegen kwam: Het stamt uit 1630 en hangt in het Germanische National Museum in Neurenberg. Het is een werkje in olieverf op hout. Afm. 36 x 59 cm. Geschilderd door Pieter Claesz. De bovenste helft van het instrument lijkt groter te zijn dan de onderste helft, en dat is toch ook bij de instrumenten van de grote meesters niet het geval. Verder viel mij op dat de krul wat anders gedimensioneerd is dan te doen gebruikelijk in die tijd. Dit is een afbeelding die is geschilderd en dat is iets anders dan er een foto van schieten.