snelle loopjes

Discussie in 'Viool' gestart door marjet, 13 mei 2014.

  1. marjet

    marjet

    Lid geworden:
    5 feb 2011
    Berichten:
    285
    En steeds kom ik ze weer tegen: de snelle loopjes.
    En ik probeer van alles: variatie in ritme, kleine streekjes, metronoom opvoeren. Het helpt wel, maar niet altijd genoeg.
    In samenspeelverband mag je vereenvoudigen, maar dat is ook altijd niet makkelijk, je zit met je streken, het leest moeilijker.
    Ik heb Basics van Fischer er op na geslagen: ik begrijp dat het de bedoeling is dat je zó moet spelen dat de 1e vinger zo lang mogelijk moet blijven staan en de volgende vinger dan zo snel mogelijk weer neergezet moet worden. (en dan volgen er meerdere oefeningen die ik amper snap).

    Of moet je het net zien als hardlopen: 'domweg': hoe meer je oefent, hoe sneller je uiteindelijk gaat?

    Zijn hier meer mensen die dit in orkesten/ensembles tegenkomen? Hoe pakken jullie het aan?
     
  2. Hopf

    Hopf ♫ ♪

    Lid geworden:
    10 okt 2005
    Berichten:
    1.078
    Marjet,

    Een advies luidt: veel spelen. Dus niet alleen die sonatine waar je al vijf weken mee wordt lastig gevallen. Maar 'loop' de literatuur eens door. Het hoeft niet (gelijk) perfect te klinken, maar je doet er wel veel leesroutine mee op.
    In de tijd dat ik nog 'echt' vioolles had, speelde ik mee in een amateurorkest. Daar stond op enig (ongelukkig) moment de 2e symfonie van Schumann op de lessenaar. Een prachtig stuk daar niet van. Maar dat scherzo daaruit was voor het gros van de strijkers een ramp. Niet eens zozeer vanwege het tempo, als wel de enharmonische veranderingen in bijna iedere maat. Nadat ik op dit punt mijn nood had geklaagd bij mijn vioolleraar (die al een heel leven bij het Residentie Orkest had doorgebracht), was zijn reactie: 'wat een flauwekul. Dat speel je toch gewoon.' En de daad bij het woord voegend, speelde hij bijna het hele scherzo uit het hoofd. Zoals ik al ze: leesroutine.
    Van de musici van Engelse symfonieorkesten is bekend dat het bijzonder goede 'a prima vista' lezers zijn. Daar zijn, globaal, twee redenen voor. Ten eerste worden orkestmusici op dat eiland niet bijster goed betaald en dus knopen zij de ene (orkest)baan aan de ander. Anders gezegd: zij zitten de hele dag achter een muzieklessenaar. Een tweede reden is dat in Engeland er veel minder repetitietijd beschikbaar is. Je 'moet' dus wel.

    Bij snelle loopjes in de sololiteratuur, bijvoorbeeld het begin van het laatste deel van het 2e vioolconcert van Wieniawski of de eerste caprice van Paganini, is bijna onmogelijk om in dat tempo zowel mee te lezen als te spelen. Violisten als Ruggiero Ricci (maar ook anderen) gaven in zo'n geval het advies snelle passages langzaam te oefenen zodat de mechanische bewegingen in het 'geheugen' van hand en vingers worden opgeslagen. Ik verwijs kortheidshalve maar naar Carl Flesch. Als die bewegingen eenmaal zijn opgeslagen, kan het tempo langzaamaan worden opgevoerd.
    Succes.

    Ronald
     
    Laatst bewerkt: 14 mei 2014
  3. Oosterhof Vioolbouw

    Oosterhof Vioolbouw Frits Oosterhof Beheerder

    Lid geworden:
    29 mrt 2003
    Berichten:
    14.363
    Homepage:
    Marjet,

    Ik kan uit je reactie niet halen wát nu het probleem is (ja, snelle loopjes willen spelen). Ik denk daarom dat je eerst goed moet analyseren waar het probleem zit. Zo kan het zijn dat er geen goede coördinatie is tussen de beweging van de stok en de beweging van de vingers, dat moet exact synchroon zijn! Is de coördinatie in orde en kan het loopje in een matig tempo wel gespeeld worden maar sneller niet, dan kan het zijn dat je de vingers van de linkerhand te ver oplicht. Wanneer het over een loopje gaat liggen de tonen in serie, dat wil zeggen opvolgend. Je moet de vingers zo weinig mogelijk lichten en soms kun je de voorgaande vingers gewoon laten staan. Het kost natuurlijk veel meer tijd om een vinger die van ‘ver’ komt op de juiste positie te plaatsen, dan een vinger die er een paar mm boven de snaar zit en als het ware klaar staat om dienst te doen.

    De stokvoering dusdanig klein houden dat een kort nootje ook werkelijk kort is: kleine streek.

    Verder zou je docent hier de aangewezen persoon zijn, door het voor te doen en door goed te kijken hoe jij het doet, waardoor er een correctie kan volgen die het probleem oplost.
     
    MathiasB vindt dit leuk.
  4. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.139
    Homepage:
    Hoi Marjet, ik heb nu een loopje op mijn lessenaar staan, met drie mollen (en ook nog hersteltekens) en beweegt heen en weer over drie snaren en positiewisselingen. Moet ik ook nog op twee uitvoeringen over een week uit mijn cello krijgen.
    Nadat de vingerzetting voor de lastige stukjes is genoteerd, ben ik het van heel traag gaan opvoeren naar het gewenste tempo. En inderdaad, alle aanwijzingen van niet te hoog vinger optillen en zoveel mogelijk laten staan waar kan, kleine streken (maar er moet ook nog eens e.e.a. gebonden worden) heb ik in me opgenomen. Het werkt, en er zit progressie in! 't Is wel een overwinning op mezelf als ik dit volgende week er mooi uit krijg. Ik moet nu de tromboneversie spelen van een stuk dat eigenlijk veel strijkersvriendelijker was genoteerd, maar omdat we nogal wat blazers hebben in het gezelschap, dacht de (zelf ook blazer zijnde) dirigent het even gemakkelijk te maken voor de blazers. Dus begon ik tandenknarsend aan de klus.
     
    MathiasB vindt dit leuk.
  5. MathiasB

    MathiasB Mathias

    Lid geworden:
    26 apr 2009
    Berichten:
    98
    Homepage:
    Hierboven staan al een paar schitterende tips vermeld!
     
  6. marjet

    marjet

    Lid geworden:
    5 feb 2011
    Berichten:
    285
    Bedankt voor tips en meedenken!
    Veel herkenbare dingen ook. Vingers laag neerzetten is bekend, maarr (met name) de pink moet van ver komen, het lukt eigenlijk niet om die laag te houden. (probeer ik te oefenen).
    Veel literatuur lezen: tja, ik weet niet of dat helpt om die specifieke rotmaten goed te krijgen. Maar, oké ,ik snap wel de essentie dat veel (literatuur) spelen ook veel ervaring geeft. Ik merk het aan degenen die van kinds af aan gespeeld hebben, die rammelen alles er veel makkelijker uit.
    Wat ook stagnatie veroorzaakt zijn positiewisselingen en snaarwisselingen. En links/rechts coördinatie. Meerdere oorzaken weet ik wel, maar weten is nog niet kunnen.

    Tempo langzaam opvoeren: is discutabel, heb ik 's gelezen. Op gegeven moment kóm je niet verder, moet het zó snel dat je het alleen maar kunt spelen als het een soort reflex wordt.
    Volgens mij heeft Willeke ooit's geschreven dat het net is als lezen: op gegeven moment lees je niet meer stuk voor stuk de letters, maar zie je in 1 keer het hele woord.

    Hoe dan ook: veel oefenen helpt wel! (maar dàn blijkt soms dat die zwaarbevochten loopjes in de finale overtoetert worden door de blazerssectie....)
     
    Laatst bewerkt: 16 mei 2014
  7. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.139
    Homepage:
    Veel literatuur lezen, dat is bij mij dus gewoon lekker grasduinen in een map met allemaal stukken (geprint) die mij wel leuk leken te spelen. Gewoon lekker dus door die map en spelen maar. Bij mij helpt het met rotmaten om in het gehoor te hebben hoe het zou moeten klinken. Dus als het ff kan, zoek ik of ik een geluidsopname kan vinden die me verder helpt. Maattechnisch ben ik niet bepaald sterk en ik compenseer dat in ensemblespel door goed naar anderen te luisteren en te horen waar mijn nootjes passen (de accoorden). Maar ja, als ik alleen speel, moet ik tellen of op de metronoom letten. En het heeft mij geholpen met mezelf af te spreken de eerste keren door een stuk heen te rammelen en dan per keer van mezelf eisen steeds iets mooier te gaan spelen.

    Alhoewel tempo langzaam opvoeren discutabel is, heb ik nog steeds de beste ervaringen met deze werkwijze. Ik geloof eerder dat allerlei andere vingervlugheidsoefeningen en 'leren' niet te bewust te spelen uiteindelijk helpen de snelheid reflexmatig te spelen. Maar dan moeten bepaalde patronen al wel zijn aangelegd, bepaalde handige vingerzettingen die je dan niet steeds weer opnieuw moet uitvinden als je de loopjes snel wilt spelen.

    O ja, ik betrap mijzelf inderdaad ook op de pink die van ver moet komen (want gestrekt houden, terwijl je dat niet moet doen).
    De loopjes die ik binnenkort goed moet kunnen, zullen niet overtoetert worden door de blazerssectie, maar zullen juist (eng genoeg) erg opvallen. Maar ik maak wel mee dat stukjes van mij die lukken mooi te spelen wél worden overstemd door een enthousiaste en nauwelijks te temmen blazerssectie.
     
  8. MathiasB

    MathiasB Mathias

    Lid geworden:
    26 apr 2009
    Berichten:
    98
    Homepage:
    Wat bedoel je daarmee?
     
  9. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.139
    Homepage:
    Dat de andere vingers wel netjes klaarliggen of klaarstaan waar ze moeten, maar de pink gestrekt de verkeerde kant uit staat. Een euveltje dat er nog niet helemaal is overwonnen.
     
  10. MathiasB

    MathiasB Mathias

    Lid geworden:
    26 apr 2009
    Berichten:
    98
    Homepage:
    Ah oké, snap ik al wat meer...
    De pink mee klaar houden met de andere vingers is bij mij ook een bijna onmogelijke klus. Je moet er echt continu aan denken, en mee bezig zijn.

    Zelf strek ik mijn pink gewoon 'mee' naast de andere vingers. De pink is dan wel altijd in de buurt, maar komt jammer genoeg niet mooi van bovenaf.
    In elk geval toch beter dan een pink die ergens onder de toets steekt, waardoor die van heel ver moet komen...
     
  11. dreamingdragon

    dreamingdragon

    Lid geworden:
    26 feb 2011
    Berichten:
    365
    Hoi Marjet.

    Mijn viooldocente leert mij een snel loopje helemaal uitelkaar te trekken per maat. Eerst moet ik kijken of er een ritme in het loopje verwerkt zit, in welke toonsoort dat deze staat. Gebonden is of niet. Dan moet ik eerst het ritme strijken op een open snaar.

    Vervolgens moet ik mijn vingers droog voorbereiden zonder te strijken. Net zolang tot ik begrijp wat ik moet doen in het desbetreffende loopje.

    Vervolgens moet ik het gaan strijken. Als het 1/32e noten zijn. Dan begin ik eerst langzaam met het loopje, daarna probeer ik het steeds sneller. Zodra ik fout ga, begin ik weer langzaam en voer de snelheid weer op.

    En zo plak ik ze vervolgens aan elkaar. Na de zomer begin ik met het stuk van marco uccelini aria sopra la bergamasca. Daar zitten veel snelle loopjes in met verschillende ritmes.

    Ik probeer het gewoon. Anders pas ik het tempo wat aan naar beneden. Ik begrijp dat dit helaas niet kan in een orkest of strijkersensemble, daar moet je helaas mee met de rest.
     
  12. Oosterhof Vioolbouw

    Oosterhof Vioolbouw Frits Oosterhof Beheerder

    Lid geworden:
    29 mrt 2003
    Berichten:
    14.363
    Homepage:
    IK vind het wel een heel gedoe om een snel loopje onder de knie te krijgen. De beschreven methode gaat dan toch nooit toegepast worden bij veel snelle loopjes in een werkje wat voor het eerst op de lessnaar staat? Ik bedoel daarmee, dat het ondoenlijk is om ieder snel loopje uit elkaar te gaan trekken en onder de loep te nemen. Op een zeker moment speel je ook snelle loopjes probleemloos prima vista.
     
  13. dreamingdragon

    dreamingdragon

    Lid geworden:
    26 feb 2011
    Berichten:
    365
    Dit pas ik alleen toe als er in een loopje veel dingen na elkaar gebeuren. Zoals een extra mol of kruis voor 1 specifieke noot. Of dat er ineens een stukje gebonden gespeeld moet worden en dan ineens weer niet. Het is inderdaad niet altijd toepasbaar. Maar het is wel een manier om jezelf het overzicht te geven in je bladmuziek, zodat je niet in de stress schiet zodra de snelle passage op je af komt.

    Voor doorgewinterde violisten die al veel gezien en gespeeld hebben kan het allemaal gesneden koek zijn. Voor violisten die op latere leeftijd zijn begonnen zoals ik, kun je nog wel eens tegen een muur van muzieknoten en ritmes aan knallen :)
     

Deel Deze Pagina