Hi allemaal, Ik zie verschillende profs het verschillend doen en iedereen heeft hier een andere mening over: moet je pink bij het spelen van de vierde (of vijfde) vinger gestrekt zijn, licht gebogen of gebogen zoals de eerste drie vingers? Volgens 'het boekje' is het alle vingers mooi rond, maar regelmatig ziet men solisten het toch anders doen (en dan bedoel ik een gewone vierde vinger, uiteraard met uitgerekte vierde vinger kun je em niet eens rond plaatsen). Is dit afhankelijk van wat je het prettigst vindt en hoe jij het beste zuiver en met mooie toon kunt spelen?
Met de 'vijfde vinger' wordt bedoeld: een uitgestrekte vierde vinger om een noot te 'pakken' die normaler wijs in een andere positie moet worden gespeeld. Vaak toegepast bij de pink (viool) vanuit pos. I. Dus vijfde vinger bestaat wél bij strijkers! Frits
Ik vind het prima, zolang maar duidelijk is wat ermee bedoeld wordt. Ik zie cellisten trouwens ook wel eens hun duim gebruiken vooral in de zeer hoge 'regionen'. Hoe heet dat dan? Of heeft dat geen speciale naam? (Ik ben geen cellist, maar dat zal al wel duidelijk zijn). Frits
Dat heet, hoe kan het ook anders, duimpositie. Die gebruik je vooral hoger op de toets moet spelen en je je duim niet meer achter de hals kan leggen maar wel een anker nodig hebt. Overigens heb je dan meestal nog steeds maar vier vingers omdat bij de meeste mensen de pink te kort is om die ook nog op de snaar te zetten. Maar ook in lagere regionen gebruik je duimpositie. Als je bijvoorbeeld snel kwinten wilt pakken en het te snel gaat voor positiewisselingen (bijv. in het vierde deel van de Pastorale van Beethoven, of in Ouverture Romeo en Julia van Tchaikovsky), of een octaaf als dubbelgreep moet spelen. In het begin is duimpositie heel pijnlijk, omdat je met de zijkant van je duim twee snaren moet indrukken. Dus dat zorgt voor nog een mooie extra eeltplek. Gelukkig is die niet zo lelijk en opvallend als een vioolplek in je nek.
Bij mijn weten heet dat niet 'vijfde vinger' en ook niet 'grote greep', maar de uitdrukking 'vijfde vinger' werd door vioolspelen zo opgevoerd. Ik heb geprobeerd uit te leggen wat er mee bedoeld werd. Het heeft eigenlijk geen naam, eerder een omschrijving. Wanneer boven de specifieke noot een 4 (= pink) staat, terwijl dat eigenlijk in de momentane positie niet kán, moet die vinger (pink) worden gestrekt. Eenmaal tegengekomen, weet iedere violist wel hoe dat gespeeld dient te worden. Het gaat vaak om de kleine secunde (b.v. b -> c), omdat een grote secunde al moeilijker wordt (b -> cis is al lastiger). Bij een altviool hangt het af van de lengte van de hals, maar bij een normale grootte (150 mm) zal dat toch wel heel moeilijk worden. Bij mijn altviool lukt me dat niet, dat terwijl ik toch behoorlijk grote handen heb. Frits
@ Lise, wanneer je in de duimpositie speelt, vervalt dan het gebruik van de pink? Heb ik dat juist begrepen? Frits
Klopt. Slechts bij hoge uitzondering, alleen als het je leven een stuk makkelijker maakt, gebruik je in duimpositie je pink. Tenminste, bij de duimposities boven de klankkast. Als je de duimpositie bij de hals gebruikt, gebruik je de pink juist wel. Je duim is dan een soort van vijfde vinger. Maar nog even over de grote grepen, daarvan ken je er eigenlijk twee. Een waarbij je je hand laat staan en alleen de eerste vinger een kleine secunde terugplaatst (dus om een verlaging te spelen). En een waarbij je de eerste vinger laat staan en de rest van je hand, incl. de duim aan de achterkant van de hals, een kleine secunde verder plaatst (dus om een verhoging te spelen). Hierbij moet ik nog iets verduidelijken voor de violisten onder ons: de afstand tussen iedere vinger is bij een cello een kleine secunde. Tenminste, in de posities 1/2 t/m 7. Daarna zit je zover boven de klankkast, dat je je duim niet meer achter de hals kunt houden en je verder gaat met duimposities. Dan gaat cellospelen wat betreft de afstanden meer op (alt)vioolspelen lijken.
Die vijfde vinger was trouwens iets wat ik heb verzonnen bij viool spelen en de ervaring is dat de meeste mensen wel weten waarover je het hebt. Die duimpositie kennen violisten ook soort van. Als je op de viool hele hoge posities speelt, dan past je duim ook niet meer op de hals (bij sommigen) en moet je em meenemen naar boven, dus langs de klankkast laten glijden of langs de toets. Voordeel is dat de positie van je hand hiermee verbetert in hogere regionen, wat bijv. vibrato mooier/makkelijker maakt (spelen met gestrekte vingers is niet ideal). Aan de andere kant een nadeel dat je 'de weg kwijt' kan raken, doordat je niet met je duim op een vaste plek aan de bovenkant (of onderkant, ieg: de klankkastkant) blijft. Heb het allebei geprobeerd, gaat op zich wel okee allebei, ben nu meer van de duim bij de hals houden gebleven. Uitzonderingen daar gelaten.
De vijfde vinger wordt ook in vingerzettingen als 5 genoteerd. Overigens beveelt Galamian aan om de hand iets hoger op de toets te zetten, zodat er voor de eerste vinger moet worden teruggerekt (voor b en bes). Volgens hem brengt dit de linker hand in een gunstiger positie doordat de spanning gelijk verdeeld wordt tussen eerste en vierde vinger. Op deze wijze kan je de vingers de mogelijkheid geven om in beide richtingen, omhoog en terug, te rekken.
Ik heb altijd geleerd dat de positie van de eerste vinger de eigenlijke positie bepaalt. Wanneer nu de eerste vinger mee opschuift wordt er in feite in een andere positie gespeeld en dat is nu net niet de bedoeling. Dus ik begrijp de techniek van Galamian niet. Hij mag aanbevelen wat 'ie wil, ik ga het niet volgen. Frits
Maar net als dat je hand weet hoe die in de eerste of derde positie moet staan, kan je hand dat ook aanleren voor veel hogere posities. Je onthoudt gewoon wat je voelt als je bjivoorbeeld je duim tegen de klankkast legt. En dan na 100 keer de positiewisseling te hebben geoefend gaat het vanzelf!
Ik denk ook niet dat je dit opnieuw moet gaan leren. Ik denk, dat Galamians visie van voordeel is voor mensen met grote handen zoals Itzhak Perlman en Erick Friedman. En mijzelf natuurlijk.