Ik vraag me af of er nog een verschil zou zijn tussen de overgang van blaasinstrument naar strijkinstrument op latere leeftijd, of de overstap van piano of drumset naar strijkinstrument. (volgens mij ben je als drummer uitstekend toegerust voor het multitasken, alleen hoop ik dat je oren dan nog kunnen genieten). Welke voordelen hebben jullie ervaren? Op welke problemen stuitte je, problemen die je relateert aan je muzikale 'vooropleiding'? O.K. dan start ik met waar ik tegenaan liep. Met pianoles was het er bij mij zeer goed 'ingehamerd' dat ik keurig met hoge handen speelde en je je vingers ook weer netjes optilt. Dat druist wel in tegen de cellopraktijk van vingers laten staan! Daar heb ik wel een dobber aan gehad en langzamerhand heb ik wel de cellohand ontwikkeld. Moet zeggen dat af en toe de 'pianohand'nog wel wil opspelen. En als je gewend bent dat vooral veel melodiepartijen in de g-sleutel zitten, ook al omdat ik tussendoor nog fluit speelde, kún je wel f-sleutel lezen, maar als je alléén f-sleutel melodie speelt, voel je je toch echt wel heel dyslectisch. Binnen de kortste keren lees je in g-sleutel! Dan maar even géén piano spelen? Nee, dat was me echt teveel gevraagd, dus ontwikkelde ik een strategie om het probleem het hoofd te bieden: ik las de noten niet meer in de zin van herkenning van naam van noten, maar alleen de verklanking. Het was even heftig omschakelen, maar het gaf mij al spoedig nieuwe mogelijkheden. Het leverde mij de mogelijkheid op om melodie in de g-lijn (dus wat collega violist in het groepje moest spelen) te spelen en tegelijkertijd naar beneden te octaveren. Ik ben benieuwd naar jullie ervaringen!
Ik heb vroeger dwarsfluit gespeeld en speel nu twee jaar cello. Ik ben op mijn 43ste met cello begonnen. Ik heb vooral problemen met het lezen van de fa sleutel. Ik denk vooral in de sol sleutel ook op de cello. Daardoor weet ik de werkelijke noten op de cello niet liggen. Nu probeer ik toch alles in de fa sleutel te lezen en ook de juiste noten te vinden op de cello. Dat vergt wel wat doorzettingsvermogen maar het lukt wel. Voor de rest beleef ik veel plezier aan het oefenen op de cello. Ik ga ook vlugger vooruit dan de kleintjes, maar ik besef wel dat de kleintjes mij op een bepaald moment ook zullen voorbijsteken...
Of de kleintjes steken je niet voorbij.....want ook zij zullen moeite moeten doen. En als ze niet oefenen en veel te veel andere dingen naast muziekles hebben, dan is het maar de vraag wie het verst komt. De volhouder wint en dat geldt voor iedereen! Maar goed, een jong talentvol en ambitieus kind zal je wel voorbij steken. Blijf zelf lekker genieten van je spel en vorderingen, want daar gaat het uiteindelijk om!
Hier ook eerst piano en fluit. Dus ik was ook aan het pingelen op mijn viool. En heel in het begin, echt de eerste lessen, kwamen er eens ook vingers bij als de noot lager moest worden (lachen om mezelf!), zoals bij de fluit. Maar toen ik voelde wat viool voor geweldig instrument is, heb ik nooit gesnapt dat ik ooit piano pingelde. Ik gebruik de piano (zo'n electronisch geval) dan ook alleen als dat handig is, ik speel er eigenlijk niet meer op. En voor de a Die pianohand was zo verdwenen, komt echt niet meer terug. Sterker nog: vibrato op de piano heeft weinig zin, merkte ik Voordeel is volgens mij weer wel dat ik mijn vingers heel makkelijk kan strekken. Ook de handhouding (rechte pols, ronde vingers) heeft mij nooit moeite gekost. Wat betreft kleintjes die je voorbij streven: Nu, ik heb hier een jong ambitieus kind. Die leerde noten lezen toen ze ook letters leerde lezen en dat ging allebei razendsnel. Wat ik grappig vind is dat zij sommige dingen sneller oppikt en andere dingen juist minder snel. Ik dacht dat zij me voorbij zou streven, maar het is dus in sommige punten wel, in andere helemaal niet. Maar op een gegeven moment speelt ze natuurlijk veel beter dan ik. Nu merk ik dat ze van blad een onbekender stuk zo speelt, de noten dan, het ritme dat kost haar meer moeite en moet ze echt apart inoefenen. Ik doe dat langzamer, sneller wil ook gewoon niet, misschien ook omdat ik meteen het ritme goed wil hebben? Ik kan niet gewoon de noten spelen, daar wil mijn hoofd niet aan, die hoort namelijk de melodie en dan moeten langere noten ook langer gespeeld worden. Mijn dochter heeft daar duidelijk niet zo'n last van: die knalt achter mekaar die noten uit haar viool. Dat kan ik dus niet. Wat onze dochter volgens onze juf ook sneller heeft opgepikt en nu dus ook beter kan is samenspelen. Dat deden we tot een half jaar terug helemaal niet, dat zat niet in het lesprogramma van onze oude juf. De juf die we nu hebben doet niet anders met de kleintjes, allerlei orkestjes en zo. Dus dat samenspelen had zij zo geleerd. Voor volwassenen is dat minder (logisch) en oefen je dus het samenspelen ook minder, maar ik denk ook dat een kind dit ook veel makkelijker oppakt, tenminste, die van ons wel. En die vindt de orkestjes ook allemaal prachtig, dus ze doet ook met alles mee.
Je geeft zo leuk aan waar jij de verschillen ziet tussen jou en je jonge dochtertje! Jullie staan er zo héél anders in. Als volwassene neem je je wilskracht mee om het vioolspelen alsnog te leren en leg je jezelf op gelijk goed te spelen qua ritme. Jouw kind is lekker op verkenning uit, 'knalt' lekker door de noten en de duur van de noten , ach ja. Daar begint haar dobber, terwijl jij van wat je ziet gelijk muziek wil maken. Met samen spelen is het niet per definitie zo dat een kind dat sneller oppakt. Tenminste, dat is niet wat ik zelf ervaren heb met samenspelen en gezien bij anderen. Het hangt echt af van hoe muzikaal je bent. En daarnaast doorzettingsvermogen. Als volwassene heb je doorgaans niet zoveel tijd om in zoveel groepjes te gaan zitten zoals bij kinderen, maar ik vraag mij af hoeveel kinderen er in meer dan één oefenorkestje/groepje zitten. Ja, jouw dochter en nog wat gedreven kinderen. Ik zie vooral kinderen die in één samenspeelgroep zitten en één keer les per week en dat is het dan (naast sporten).
Die meid van mij speelt vrijwel wekelijks de laatste tijd in groepjes! Morgen weer oefenen samen, en dan eind volgende week vier concertjes... Allemaal kerst, hartstikke leuk. Ook op Kasteel Heeswijk (even die site googlen, staan leuke plaatjes op van violerende kindertjes verkleed als prinsessen). We hebben gewoon een heel toffe juf die dat allemaal organiseert. En voor volwassenen is dat gewoon minder, helaas. Maar ik speel nu ook steeds meer met mijn dochter, vindt ze nu goed (eerst vond ze het helemaal niks, maar nu kan ik het blijkbaar goed genoeg, hihi). Ik weet niet of het met muzikaliteit te maken heeft. Ik was gewoon echt niet gewend naar anderen te luisteren tijdens het spelen. Duik helemaal in mijn spel (lekker ego) en dat heb ik bij mijn oude juf gewoon altijd kunnen doen, dus dat zat er lekker in. Ik moest dus echt mijn hoofd omzetten toen ik ging samenspelen, zeg maar.
Ja, jouw meid heeft de smaak echt heel erg te pakken. Is echt heel leuk! Voor samenspel met volwassenen op het gebied van beginners, ja, daar moet je als docent ook affiniteit mee hebben. Ik denk toch echt wel dat je zonder muzikaliteit niet ver komt in het je trainen in samenspel. Luisteren naar anderen is echt wennen, maar als je niet echt goed aanvoelt waar je dan op moet letten bij luisteren, wordt het ook gewoon niets. Het is inderdaad wel je hoofd omzetten, afzien van lekker je egootje (en mijn egootje en al die andere egootjes) om dan tot symfonie te komen (haha, symfonie is gewoon samenklank). En of het nou kinderen zijn of volwassenen, iedereen moet gaan luisteren en de soms best taaie weg naar het samen laten klinken bewandelen.
Ik was in mijn jonge jaren verbonden met een Jeugd-symfonieorkest in Groningen. Daar stond een dirigent (Ru Sevenhuijsen †1987) de scepter te zwaaien en die zei op een zeker moment: "muziek maken is luisteren met je oren". Wat hij daar dan precies mee bedoelde werd haarfijn duidelijk toen hij de strijkers een akkoord liet spelen. Dat duurde wel vijf minuten! Steeds dezelfde toon per strijkersgroep. Hij zei telkens luisteren! Luisteren! Op een gegeven moment deden we dat ook en stelden we de frequentie net zo lang bij tot het klonk als een klok. Ik ben het nooit vergeten. Wat had die man gelijk! Een noot strijken kan iedereen wel, maar muziek maken? Dat is wat anders!
Ik heb heel lang saxofoon gespeeld en ook een paar jaar conservatorium gedaan. Tien jaar lang heb ik helemaal niet meer gespeeld; een jaar geleden, op mijn 48ste, ben ik met cello begonnen. Mijn muzikale achtergrond is een enorm voordeel! Ik heb jaren lang in harmonie- en fanfareorkesten gespeeld (o.a. nationaal jeugd fanfare orkest). Daardoor kon ik goed a prima vista van blad spelen en is mijn gehoor goed ontwikkeld. Ik ga er ook vanuit dat als ik ooit nog in een ensemble of orkest beland, mijn eerdere orkestervaring een groot voordeel zal zijn, zeker als het gaat om spelen van onderliggende stemmen. Ik ben gelukkig gezegend met een uitstekend relatief gehoor (ik heb dus geen absoluut gehoor maar dat zou met een transponerend instrument alleen maar lastig zijn geweest). Mijn grote voordeel is dus dat ik alle stukjes die ik nu op de cello ga spelen, ook zó van blad kan zingen en ik het meteen hoor als ik een verkeerde (of valse) noot speel . Maar dat betekent ook, dat ik vaak geen idee heb in welke positie ik speel en ook moet ik vaak nog echt nadenken over de notennamen. Net als anderen hier lees ik de bassleutel namelijk nog niet vlot; saxofoonpartijen staan altijd in vioolsleutel, zelfs voor tenor- of baritonsax. Ik 'lees' wel de klank, maar niet de naam; eigenlijk 'vertaal' ik daarvoor naar vioolsleutel, door alles een streepje hoger te lezen. Nog een extra voordeel dat ik door mijn conservatoriumjaren heb, is dat ik heel goed weet hoe ik zo efficiënt mogelijk studeer en probleempjes oplos. Om eerlijk te zijn, lijkt het mij een enorme klus om een strijkinstrument te leren als je nog geen ander instrument bespeeld hebt. Wat ontzettend moeilijk, je hebt immers geen enkele referentie! Ik heb echt respect voor diegenen die het op die manier hebben geleerd. Chapeau!
Dat is ook wel weer een bijzondere overgang: van een transponerend instrument naar een niet-transponerend. Ik moest je stukje over het bassleutel lezen een paar keer lezen en weet nog niet of ik het goed heb begrepen. Zeg je hier dat je van transponerend instrument in g-sleutel genoteerd overstapt naar niet-transponerend in vioolsleutel door alles een streepje hoger te lezen? Maar voor cello moet je toch naar de f-sleutel? Tenzij je nu al in hogere posities speelt. En met een aantal jaren conservatorium (niet afgemaakt?) heb je ook leren efficiënt te studeren en probleempjes op te lossen. Dat lijkt mij inderdaad wel fijn! Hoewel je nooit iets kunt generaliseren, want elke docent geeft andere adviezen voor efficiënt oefenen: welk soort handige tips geven ze op een conservatorium die je op gewone muziekscholen/privélessen waarschijnlijk niet gauw krijgt? Ja, je ervaring met samenspelen en prima vista spelen neem je inderdaad mee naar een volgende orkestsituatie. Al ben je er een behoorlijke tijd uit geweest, het is waarschijnlijk ook zo weer terug, je bent immers al 'voorgeprogrammeerd'
Nou, eigenlijk is het heel simpel: stel, ik lees in de bassleutel een noot op de 2e lijn van boven. (f) Ik denk die noot één streepje hoger, op de bovenste lijn dus. Een noot op de bovenste lijn zou in de vioolsleutel een f zijn (om precies te zijn: een f2). Dat die f2 in op een sopraansax (bes-instrument) als een es2 en op een altsax (es-instrument) als een a1 klinkt, is eigenlijk niet relevant. Je leest gewoon die f. Om het ingewikkeld te maken; zo kon je op baritonsax (es-instrument) prima een partij in bassleutel spelen; net doen of er een vioolsleutel stond en dan hoefde je alleen maar de voortekens aan te passen! Het zal nu wel duidelijk zijn, dat een absoluut gehoor hier absoluut niet handig zou zijn. Wat de studeertips betreft:die zijn volgens mij niet uniek voor conservatorium, maar worden in muziekscholen ook aangeleerd, als het wat serieuzer wordt. Alleen had ik maar een korte muziekschoolperiode (3 jaar) voor ik naar het conservatorium ging. Het gaat er met name om dat je een technisch lastige passage a.h.w. ontleedt en analyseert waar precies de moeilijkheid in zit: welke vingerbeweging bijvoorbeeld. Vervolgens kan je dan het fragment in hele kleine stukjes (3-4 noten) knippen en deze afzonderlijk oefenen en vervolgens de geoefende stukjes weer aan elkaar plakken. Of bijv. 16e loopjes die lastig zijn, in afwijkende ritmes spelen en die ritmes dan variëren.
Dank voor je uitleg! En ik snap ook waarom een transponerend instrument voor mij, op z'n zachtst gezegd, niet fijn zou zijn. Ik heb wel last van iets van absoluut gehoor (als scholier had ik dat al, iemand kon op de piano een willekeurige toon laten horen, terwijl ik in de andere kamer was en ik kon het direct goed naspelen; het is een tijd 'weggeweest' en nu ik cello aan het leren ben, komt het weer terug. Het lastige is dat mijn techniek geen gelijke pas houdt en ik dus last heb van kleine afwijkingen in de toon die ik tref. En ook bij samenspel hoor ik dingen die veel anderen niet lijken te horen of te storen.)
Wat ik ook heb bij het samenspelen is dat ik soms zo aan het luisteren ben, dat ik gewoon bijna vergeet om verder te spelen. Dan hoor ik die klanken die het samen worden en dan ben ik er letterlijk stil van. Toen ik voorheen niet meespeelde (en dus alleen luisterde) dan kon dat lekker, maar nu moet ik wel doorspelen! Ook iets waar ik aan moest wennen.