Waarop streken componisten?

Discussie in 'Overig' gestart door Marcelita, 22 dec 2017.

  1. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    De speurtocht naar de violen van Enescu, daar waren we gebleven. Er zat niets anders op dan naar Boekarest te gaan en daar het museum in te gaan dat naar deze beroemde componist, musicus en dirigent is genoemd.
    Daar staat een vitrine met violen van George Enescu.

    [​IMG]

    Ik zie er vijf, maar op de website van het museum worden er drie besproken. Ik ben er virtueel, dus ik kan niet lezen wat er bij die andere violen staat.

    Eén van die violen is de Guarnieri, bijgenaamd 'de kathedraal' en gebouwd in 1731 in Cremona door Giusseppe Antonio Guarnieri. Sinds 2008 heeft violist Gabriel Croitoru deze viool in bruikleen na een competitie onder d enaam George Enescu en georganiseerd door het ministerie van cultuur en religieuze zaken en het Museum George Enescu.

    Twee andere violen zijn in de eerste helft van de 20e eeuw speciaal voor Enescu gebouwd door vioolbouwer Paul Kaul. Ook deze violen hebben een buitengewone kwaliteit, meldt het museum.

    Nu weer terug naar die Guarnieri van Enescu. Hier onder speelt Gabriel Croitoru op deze viool het vioolconcert van Beethoven.



    Over het bouwjaar kom ik ook nog weleens 1730 tegen, dus wie er nu een typefout maakt, kan ik niet beoordelen.

    Dan vioolbouwer Paul Kaul; ik weet niet of dat een bekende naam is onder violisten, maar voor mij is die in ieder geval nieuw. Ik zie bij Tarisio/Cozio-archief dat hij geboren is in 1875 en in Nantes en Parijs violen en celli bouwde. Ik kan aan de getoonde violen niet zien van wie die waren. Dat vraagt dus om nader onderzoek.

    Paul Kaul komt dan naar voren als een gevierde franse bouwer, geboren in Mirecourt op 12 december 1875 en gestorven in Vésinet op oudjaar 1951. Hij ging de strijd aan tegen het vooroordeel dat modern gebouwde strijkinstrumenten het qua kwaliteit altijd afleggen tegen de oude instrumenten, zoals Stradivarius. Het was niet dat hij de oude meesters niet apprecieerde, maar meer het idee dat moderne bouwers terdege een hoge kwaliteit kunnen halen
    Paul toonde zich onvermoeibaar in het experimenteren en dit resulteerde in een cello waarmee hij in 1910 op een 'Concours de Sonorité' (wedstrijd om de beste klank) de beroemde 'Davidoff' Strad wist te verslaan. Zo ook met zijn viool in 1912 die de 'Kreutzer' van Stradivarius wist te verslaan.

    [​IMG]

    Tijdens de 1e wereldoorlog zat Paul Kaul in Nantes en haalde met violist Lucien Capet een grap uit. Capet speelde op een nog maar pas geverniste viool van Paul Kaul en deed voorkomen of het een Guarnerius was. Het concertje klonk prachtig, maar het bedrog kwam wel uit en haalde de krant.

    In 1928 maakte Paul Kaul kennis met George Enescu en Enescu vroeg hem een viool te bouwen waarop hij komende concerten zou kunnen spelen. Een paar maanden later weet ook Yehudi Menuhin een viool van Paul Kaul te verwerven en was daar zeer enthousiast over. Hij schreef in een brief aan een verzamelaar van instrumenten van Kaul dat hij er zeker van was dat Kaul een belangrijke plaats gaat innemen in de geschiedenis van de vioolbouw.

    O.K., dus in 1928 is een viool voor Enescu gebouwd en later in 1931 nog één.

    [​IMG] [​IMG][​IMG] Deze viool heeft Kaul in 1928 gebouwd. Ik kan niet met zekerheid vaststellen of deze voor George Enescu was of voor Yehudi Menuhin.

    Voor wat betreft de viool van 1931 kom ik bij Tarisio niet verder. Er zijn er van 1930 en 1933-1934.
    Verder zijn er een aantal violen gebouwd naar model 'Enescu' en ook 'Menuhin'.









    Bron:
    http://fondationgarnierlesage.ca/Fondation_Garnier-Le_Sage/Paul_Kaul__grand_maitre_luthier.html
     
  2. Oosterhof Vioolbouw

    Oosterhof Vioolbouw Frits Oosterhof Beheerder

    Lid geworden:
    29 mrt 2003
    Berichten:
    14.395
    Homepage:
    Ik ken wel de beroemde bouwer uit Cremona, maar die heet Guarneri. Misschien bedoel je die ook?
     
  3. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Gaat over dezelfde. Guarneri en de Guarnerius moeten echt dezelfde zijn. Mogelijk bedienen sommige schrijvers zich van latijn-achtige benamingen.
     
  4. Oosterhof Vioolbouw

    Oosterhof Vioolbouw Frits Oosterhof Beheerder

    Lid geworden:
    29 mrt 2003
    Berichten:
    14.395
    Homepage:
    Ja, klopt. Maar Guarnerius is toch wat anders dan Guarnieri.
     
  5. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Er zijn waarschijnlijk wat typefoutjes ingeslopen, maar het gaat uiteindelijk om de meester vioolbouwer Bartolomeo Giusseppe Guarneri (del Gesu) uit Cremona en lid van een familie van vioolbouwers, waarvan broer Pietro Guarneri zich in Venetië heeft gevestigd.
     
  6. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    George Enescu (rechts) samen met Pablo Casals en zangeres Marie Gai in 1904 in Bordeaux.
    Pablo Casals beschreef Enescu als het grootste muzikale fenomeen sinds Mozart en één van de grootste genieën van de moderne muziek.

    [​IMG]

    Hier is het derde deel van sonate nr. 2 op. 26 in C van Enescu, opgedragen aan Pablo Casals en gecomponeerd in 1935 in Wenen. (http://imslp.org/wiki/Cello_Sonata_No.2,_Op.26_No.2_(Enescu,_George)

     
  7. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Er zijn vast genoeg cellisten die bekend zijn met de gebroeders Duport. In mijn bundel etuden kom ik deze naam ook tegen, om precies te zijn: Jean-Louis Duport.
    Jean-Pierre (1741-1918) en Jean-Lous Duport waren de cello-spelende broers die in Frankrijk opgroeiden.
    Hun vader was dansleraar.

    [​IMG]
    Jean-Louis Duport (1749-1819)

    De broers waren leerling/student van Martin Berteau, die de grondlegger was van de Franse School van het cellospel.
    Over hun jeugd ben ik niet echt wijzer geworden. Het waren zeer getalenteerde jongens en er zal best wel wat rivaliteit hebben bestaan tussen hen. Jean-Pierre had een acht jaar jonger cellospelend broertje die al gauw qua muzikaliteit en vaardigheid zijn partijtje meestreek.
    Het scheen dan toch dat Jean-Pierre nog net iets begaafder was en deze kreeg in 1773 een aanstelling als eerste cellist van de Koninklijke opera en kamermusicus van het koninklijk ensemble en leraar bij Frederik de Grote (Frederik ll van Pruisen, uit de dynastie Von Hohenzollern, de koning die meer geïnteresseerd was in muziek
    Maar eerst schitterde de 19-jarige Jean-Pierre na zijn opleiding bij Berteau in Parijs in een debuutconcert dat binnen een concertreeks viel dat publiek toegankelijk was in Parijs in het Tuilerieën paleis. De serie was een primeur, het was de eerste keer dat er een serie concerten werden gegeven die door de burgerij kon worden bezocht (vanaf 1725, en later ook in Berlijn, Wenen en andere steden).

    [​IMG] en dan op de tweede etage van het centrum van het paleis.

    Tussen 1766 rm 1769 was Jean-Pierre in dienst van een franse edelman, Jean-Louis l de Bourbon, prins van Conti
    Between 1766 and 1769, waarna hij nog wat jaren in Engeland en Spanje was (en waarschijnlijk ook werkte). Daarna werd hij aangesteld bij Frederik ll van Pruisen. De cellis accepteerde de functie en bleef de rest van zijn leven in Berlijn. Hij werd celloleraar van het neefje van zijn werkgever, prins Frederik Willem ll. Spoedig na de kroning van koning Frederik Willem ll van Pruisen in 1786 werd JP Duport in dienst gesteld ten behoeve van alle koninklijke kamermuziek aan het Pruisische hof.
    In 1790 kwam Jan-Louis Duport in Berlijn, op de vlucht voor het geweld van de Franse Revolutie. Er ontstond een zeer vruchtbaar muzikaal klimaat waarin Berlijn als een soort magneet werd voor nieuwe composities voor cello.
    En hier kwam Ludwig von Beethoven in het verhaal. In 1796 had Beethoven Wenen verlaten voor een vijf maanden durend tournee langs Praag, nog wat Duitse steden en dan Berlijn. Hier werd hij getroffen door het hoge niveau en de kwaliteit van het muziekleven aan het hof van Frederik Willem ll met zijn directeur kamermuziek (Jean-Pierre, zoals reeds genoemd). Aan het hof op Potsdam componeerde Beethoven twee cellosonates (opus 5) die opgedragen werden aan de koning en aan JP Duport. Eén van de gebroeders Duport voerde de sonates uit met Beethoven aan de piano en zo gingen de sonates in wereldpremiere. De sonates zijn in dat opzicht bijzonder vernieuwend, omdat zowel de piano als de cello de melodielijnen uitwerken en daarin gelijkwaardige instrumenten zijn. Zowel van de cellist als van de pianist wordt het uiterste geeist in de uitvoering van de sonates. De briljante cellisten Duport en de pianist Beethoven, dit hadden we willen horen!

    Napoleon maakte een einde aan het Pruisische 'feestje' (zowel het rijk als de muzikale bloei. In 1806 had Napoleon Bonaparte Berlijn overmeesterd. Terwijl Jean-Pierre in Berlijn bleef tot aan zijn dood, ging Jean-Louis terug naar Parijs.

    Ik kom wel tegenstrijdigheden tussen bronnen. In wikipedia lees ik dat JP in Berlijn blijft en in cello.org lees ik dat JP terug ging naar Parijs. Ik dacht dus dat alleen Jean-Louis naar Parijs ging.
    Over dat Parijs valt nog wel een aardig voorvalletje te vermelden in verband met het instrument waarop JP speelde. Hij had een gezellig onderonsje met Napoleon. Deze hintte dat hij weleens op Duports Stradivarius cello wilde proberen te spelen, terwijl hij riep "hoe houd je in vredesnaam zo'n ding vast?" De cellist gaf hem zijn cello in handen, maar was tegelijkertijd zichtbaar zó bang dat Napoleon het zou beschadigen, dat Napoleon hem het instrument lachend teruggaf. Op een wikipediabladzijde over de Duport met de deuk staat: "Een deuk is nog steeds te zien welke is ontstaan door de laars van Napoleon, die niet wist waar hij zijn benen kwijt moest."
    In de korte tijd dat Napoleon het in handen had, presteerde hij het toch een deuk in de rib van de cello te maken. Deze deuk was (en misschien nog: is) nog steeds te zien in de Duport Strad, die nog in handen is geweest van Franchomme, Servais en Rostropovitch.

    [​IMG] Napoleon Bonaparte

    Maar goed, het kan dus ook zijn gegaan om de cello van JL Duport. Misschien dat ik erachter kom van wie die cello nu was.
    Nu, volgens Cozio moet het om JL Duport en zijn cello zijn gegaan in dat incident met Napoleon. Zowel JP als JL hadden Stradivari celli. JP had de Cristiani, gebouwd in 1700 en JL had de in 1711 gebouwde cello die onsterfelijk is geworden als cello van Mstislav Rostropovich. En dat is dus de cello met het deukje in de rib.
    Volgens de site http://www.archiviodellaliuteriacremonese.it/en/strumenti/1711_violoncello_duport.aspx?f=457975 had eerst JP Duport de in 1711 gebouwde cello en daarna zijn broer.

    Hoe JP aan zijn 'Cristiani' Strad kwam, is volgens gegevens van Cozio verder niet meer te achterhalen. Zoiets heeft iets uitdagends: zou het echt niet te achterhalen zijn???
    Jean-Pierre had dus een Cristiani Strad. Dit was een cello die wat kleiner gebouwd was dan voorafgaande celli en paste in een lijn van kleiner wordende celli. Dit had weer te maken met de muziekpraktijk. Tot ergens rond 1700 had de cello de rol van wat later de contrabas kreeg: baslijnen spelen. Hier had je natuurlijk meer donker klinkende, sonore, instrumenten voor nodig. Toen daar eenmaal een contrabas voor kon worden gebouwd, werd de cello bevrijd van deze exclusieve taak en kon de cello een meer complexe rol gaan spelen in ensembles (meer melodische en ritmische variatie). Dit stelde hogere eisen voor de bespelers en daar had je wat kleinere celli voor nodig. De collega-bouwers van Stradivarius waren in de jaren '90 van de 17e eeuw al begonnen kleinere celli te bouwen (Andrea Guarneri en Fransesco Rugeri) van net iets over 71 cm in lengte. Stradivarius' celli werden in de loop van de tijd kleiner, dat ging meer geleidelijk. De 'Cristiani' cello is 76,6 cm. lang en maakt daarmee een radicale breuk met de bouw van voorheen (zoals de 'Medici' cello van 79,25 cm lengte in 1690 en de 'Servais' uit 1701 met een lengte van 79,15 cm. De 'Servais' is de laatste grote cello van de hand van Stradivarius). De kleinere celli zie ik ook omschreven als de "B-vorm celli"
    Bij lengte gaat het hier telkens om de lengte van de klankkast.

    [​IMG]
    Jean-Louis Duport (alweer)

    De instrumentenhandelaars de gebroeders Hill noemden wel dat JL zijn instrument had gekocht van een arts uit Lyon die in dienst was van de prins van Soubisse en de prins Guémenée. Deze laatste raakte betrokken in een groot schandaal en uiteindelijk bankroet in 1782. Hierdoor kon hij geen musici meer (financieel) steunen. Duport had waarschijnlijk het instrument al vóór 1782 gekocht (met steun kennelijk).

    Intussen werden JL Duport en Viotti dikke vrienden en werkten muzikaal samen. Beiden waren voorstanders van het gebruik van de strijkstokken van Tourte. De vernieuwingen die Tourte aanbracht aan strijkstokken, waardoor Stradivari-strijkinstrumenten nog beter tot hun recht kwamen, juichten zij toe.

    Voordat JL Duport de Stradivari had, speelde hij op een cello van Amati. Het schijnt dat Duport de Stradivari véél beter vond dan de Amati. Hoe dan de Amati had geklonken in vergelijking met de Stradivari, heb ik niet gevonden. De klank van de Stradivari van Duport die Rostropovich later in bezit kreeg, werd door deze bespeler beschreven als 'A clear and articulate tone and a fast response with strong projection and full bass register'.Dat kan ook met een deuk in de rib!

    [​IMG] [​IMG] 'Duport' Strad
    Rostropovich op de Stradivari 'Duport' cello





    Bronnen:
    http://www.cello.org/cnc/duport.htm
    https://en.wikipedia.org/wiki/Jean-Pierre_Duport
    https://en.wikipedia.org/wiki/Concert_Spirituel
    https://www.opusklassiek.nl/componisten/beethoven_cello.htm
    https://nl.wikipedia.org/wiki/Duport_Stradivarius
    https://www.bromptons.co/reference/articles/details/a-stradivari-cello.html
    http://darntonhersh.com/large-form-stradivari-cello/
    https://www.sharmusic.com/Instrumen...11-The-Duport-Stradivari-Cello---4-4-size.axd
    http://stringsmagazine.com/rostropo...neficiary-of-new-ideas-clients-and-materials/
    http://www.archiviodellaliuteriacremonese.it/en/strumenti/1711_violoncello_duport.aspx?f=457975
     
    Laatst bewerkt: 10 mei 2018
  8. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Van Parijs gaan we weer naar het Venetië in de 17e/18e eeuw en gaan het hebben over de zoon van de rijke papierhandelaar Antonio Albinoni. In 1671 werd Tomaso Giovanni Albinoni geboren en studeerde viool en zang. Hij wilde echter geen complete opleiding tot musicus hebben, want hij wilde eigenlijk musiceren als een amateur. Waarschijnlijk was dat dan ook de reden dat hij werd uitgesloten van het muziekgilde.
    In die tijd moesten musici lid zijn van een muziekgilde om in het openbaar muziek te mogen maken. en Tomaso was niet lid van het muziekgilde en zat niet in een ensemble. Vanwege deze restrictie koos Tomaso Albinoni compositie als muzikale uiting.

    Tomaso is zich helemaal op compositie gaan richten. Hij noemde zichzelf ook "dilettanto Veneto" (de Venetiaanse amateur) en dat had in die tijd niet de verkeerde connotatie als het tegenwoordig zou hebben gehad. Tja, behalve dan dus dat je dan toch niet tot een gilde van musici wordt toegelaten.
    Eerst probeerde hij religieuze muziek te componeren, maar dat werd geen succes. Daarna werd het vocale muziek (opera's, cantates, serenades) en instrumentale muziek (sonates en concerto's). Zo werd zijn eerste opera (Zenobia, regina Palmireni) in 1694 in Venetië gemaakt en in datzelfde jaar werden zijn 12 triosonates (gewijd aan de machtige kardinaal Ottoboni, beschermheer van vele artiesten waaronder Arcangelo Corelli) uitgegeven door de uitgever Sal

    [​IMG]
    Tomaso Albinoni
    8 June 1671 – 17 January 1751

    Hij hoefde niet in dienst van een kerk of een koning of prins te zijn voor zijn levensonderhoud. Tot aan de dood van zijn vader in 1709 kon hij het zich permitteren vol voor de muziek te gaan, dus lekker je eigen ding kunnen doen in plaats van dat je moet 'produceren' voor financiële opbrengst om van te leven en je familie te kunnen onderhouden.
    Zijn vader stelde hem vrij van de verplichtingen die je als oudste zoon anders zou hebben en legde de taken ten behoeve van de familiezaken (papierhandel) in handen van de jongere broers.
    Zo kon Tomaso leven als fulltime musicus die als productief componist ook nog eens een succesvolle zangopleiding in Venetië leidde.

    Tomaso zou zijn hele leven in Venetië hebben gewerkt, er wordt ergens ook iets geschreven over dat hij even in dienst is geweest als hofviolist bij Karel lV, hertog van Mantua in 1700, hij heeft gereisd naar de culturele hotspots (muziekcentra) in zuid-Europa. en heeft in 1722 op uitnodiging van Maximiliaan ll Emanuel in München twee van zijn opera's gedirigeerd in de periode van feestelijkheden rond het huwelijk van kroonprins Karl Albrecht met de dochter van de latere keizer Joseph l in 1722. Zijn carriere was op een hoogtepunt.

    Zijn contacten met andere musici waren opmerkelijk beperkt voor die tijd. Hij heeft eens een vioolsonate aan J.G. Pisendel gewijd, hij heeft eens samengewerkt met Gasparini vanwege een opera, maar verder gunde hij de andere componisten nog niet eens de eer om een thema van hen te bewerken. In de jaren '10 van de 18e eeuw scheen hij nog wel geïnspireerd te zijn geweest door zijn stadgenoot Antonio Vivaldi.
    Hij stak eerder zijn tijd in het onderhouden van contacten met een belangrijk deel van de europese adel. Dat was ongetwijfeld uit berekening vanwege de prettige voordeeltjes.
    Tomaso werd eerst beroemd (al tijdens zijn leven) om zijn opera's die zo ongeveer vanaf de jaren 20 van de 18e eeuw in noord-Europa werden uitgevoerd. Vóór 1705 heeft hij vooral triosonates en vioolconcerten en na 1719 componeerde hij solo sonates en concerten voor hobo. De hobo was juist nieuw ontwikkeld en Albinoni vond de hobo geweldig.
    Zijn werk werd niet onopgemerkt: JS Bach heeft zich laten inspireren en heeft een fuga met gecomponeerd op een melodie van Albinoni en heeft ook een baslijn gebruikt voor een oefening in harmonie voor zijn (Bach's) leerlingen*.

    Omdat de meeste operacomposities verloren zijn gegaan (niet gepubliceerd tijdens zijn leven) en de negen collecties instrumentale muziek wel door publicatie zijn gered, is hij vooral bekend als componist van instrumentale muziek. De publicaties die zijn gepubliceerd (in Italie, Amsterdam en Londen) zijn te danken aan zuid-Europese adel (waaronder De Medici).
    Rond 1740 circuleerden vioolsonates van Albinoni in Frankrijk in een bundel met de suggestie dat het posthuum was uitgegeven, maar Tomaso leefde nog in Venetië en stierf in 1751.

    Over zijn privéleven is bekend dat hij in 1705 trouwde met operazangeres Margherita Raimoni (die in 1721 stierf) Hierbij was Antonio Biffi, de maestro di capella van de San Marco en huisvriend getuige.
    Ze kregen acht kinderen, maar ergens anders staat weer dat ze zes kinderen kregen. Zijn vrouw combineerde de opvoeding van de kinderen met een carriere op het podium. Na de dood van Margherita trok hij in bij drie van zijn kinderen (die dus kennelijk samenwoonden), maar weer ergens anders staat dat hij bij één kind introk (meer waarschijnlijk). Dit moet dan toch uiteindelijk na 1741 zijn geweest, toen hij zich helemaal terugtrok uit het actieve muziekleven. Hij werd getergd door gezondheidsklachten die alleen maar toenamen en uiteindelijk is hij gestorven aan diabetes mellitus.


    [​IMG]

    Veel van zijn composities zijn in Dresden terechtgekomen, waar tijdens de 2e wereldoorlog door bombardementen op de staatsbibliotheek de composities verloren zijn gegaan.
    In 1945 reisde de Milanese musicoloog Remo Giazotto naar Dresden om zijn biografie van Albinoni te voltooien en een lijst aan te leggen van zijn muziek. Tussen de ruïnes trof hij een fragment van een manuscript, waarvan alleen de baspartij en zes melodielijnen hadden overleefd. Mogelijk was dit van het langzame deel van een trio sonate of een Sonata da Chiesa (kerksonate). Met deze vondsten als basis reconstrueerde Giazotto het tegenwoordig zo beroemde adagio en dat is het stuk dat men tegenwoordg direct associeert met Albinoni. Het is maar zeer de vraag of Albinoni het zelf zou herkennen. Het bekende adagio in g mineur die vaak voorkomt op de lijst van passende muziek bij begrafenissen en crematies. Ook wij hebben deze muziek laten horen.

    Wat is er echter aan de hand: het is een reconstructie van Remo Giazotto van een voor een groot deel verloren gegaan werk van Albinoni op basis van de baslijn en wat melodielijnen. Hij is volgens de principes van de tijd van
    Albinoni te werk gegaan en het werd het stuk dat wij nu kennen. Eerst presenteerde Giazotto het als een coproductie van Albinoni en hem, maar toen hij zich realiseerde wat de financiële opbrengsten zouden zijn als hij het alleen op zijn eigen naam zou zetten, heeft hij het als eigen compositie opgevoerd. (https://www.cbcmusic.ca/posts/18137/albinoni-adagio-g-minor-biggest-fraud, ).
    Het is in 1958 gepubliceerd, de copyright ligt bij Remo Giazotto (en nazaten, de musicoloog stierf in 1998) en het stuk valt niet onder het publieke domein tot 2048 in de VS of 2058 in Europa.(http://imslp.org/wiki/Adagio_in_G_minor_(Albinoni,_Tomaso)).
    Intussen kun je wel op allerlei websites met (gratis) bladmuziek het adagio in g mineur vinden (met allerlei bewerkingen). Hoe had dat dan kunnen gebeuren?

    En nu wil ik toch weleens weten op welke viool hij speelde. Hij kon zich een goede viool veroorloven, maar hij trad dus niet op. Hij componeerde vooral. Ik ben al een hele tijd op jacht en heb die viool nog niet gevonden.
    Dat gaat 'een dingetje' worden!

    Wordt vervolgd!

    * Fuga in A groot opeen thema van Tomaso Albinoni, BWV 950, Fuga in B mineur op een thema van Tomaso Albinoni, BWV 951

    Bronnen:
    https://en.wikipedia.org/wiki/Tomaso_Albinoni
    http://www.bach-cantatas.com/Lib/Albinoni-Tomaso.htm
    https://www.lifeinitaly.com/music/Albinoni.asp
    http://www.symphozik.info/tomaso albinoni,4.html
    https://www.primephonic.com/tomaso-giovanni-albinoni
    http://www.baroque.it/arte-barocca/musica-barocca/tomaso-albinoni-1671-1750.html
    https://www.cbcmusic.ca/posts/18137/albinoni-adagio-g-minor-biggest-fraud
    https://www.britannica.com/topic/Adagio-in-G-Minor
    http://www.radioswissclassic.ch/en/...62791c40b83c55312051488b158cd3260bc/biography
    over het werk van Albinoni: http://fredc.over-blog.com/2017/04/tomaso-albinoni-1671-1751-compositeur.html
     
    Laatst bewerkt: 18 mei 2018
  9. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Ik ben bang dat ik die viool van Albinoni niet ga vinden. In Venetië heb je een museum waar violen liggen, maar daar zeggen ze op de website alleen iets over de bouwer en niet over de eigenaren, de bespelers. Je kunt dan gaan gissen of misschien die violen van bouwers Cappa, Mariani, Grancini, Testore of Goffriller ooit van Albinoni waren. Wie weet... Tenslotte speelde het leven van Albinoni zich voornamelijk in Venetië af. De violen die gebouwd waren toen hij begon viool te spelen, maken dan het meeste kans van hem te zijn, omdat ik de indruk heb gekregen dat hij zich hoe langer hoe meer met componeren bezighield en anders wel met het opleiden van zangers en zangeressen.

    De kanshebbers zijn dan die viool gebouwd door Antonio Mariani in 1670 of die van Goffredo Cappa in 1672.
    https://www.museodellamusica.com/en/instruments

    [​IMG] [​IMG]
    viool gebouwd door Antonio Mariani, 1670 viool van Goffredo Cappa, 1672

    Als je puur kijkt naar de datums van de bouw van de violen en het leven van de componist in kwestie, kan het eigenlijk alleen nog gaan om de eerste zes violen die op bovengenoemde site worden getoond. In 1650 zou hij al bedlegerig zijn geweest, te ziek om viool te spelen waarschijnlijk.

    Helaas moet ik het nu even bij deze gissingen laten. Ik weet maar nooit wat ik nog eens vind.

    Naschrift: Oeps, krijg nou wat! Op de site van het museum staan er op de afdeling van het kerkje van de heilige Jacobus nóg meer violen.
    https://www.museodellamusica.com/en/instruments-the-church-of-san-giacomo
    Maar ook nu gaat het alleen over de bouwers. Er zijn dan nog een paar violen kanshebber qua periode waarin de componist actief was. Op vier van die violen zou hij kunnen hebben gespeeld. Het heeft nog niets opgelost, het blijft gissen.
     
    Laatst bewerkt: 22 mei 2018
  10. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Warm weer en toch lekker samen musiceren: zo kwamen we op Scandinavische (en nog wat nauwkeuriger: Zweedse) barokmuziek. We hebben met z'n drieën (bezetting: dwarsfluit, viool en cello, helaas geen clavecimbel erbij) werk gespeeld van Johan Helmich Roman (26-10-1694 tot 20-11-1758).

    In Zweden kan het overigens ook goed warm zijn, dus dat verkoelende van Scandinavië is maar relatief. Het was echter heerlijke muziek om te spelen; het had toch iets 'lichts'.

    Nu weer terug naar Johan H. Roman. Zijn vader, Johan, was musicus en speelde in de hofkapel. Hij had Finse 'roots', terwijl zijn moeder van Duitse afkomst was. Deze familie was naar Zweden geëmigreerd en de jonge Johan werd op de beste school van Stockholm ingeschreven en dat was een Duitse school. Het onderwijs daar was wat meer Europees georiënteerd, zodat leerlingen een wat bredere basis kregen dan wat ze anders op Zweedse scholen zouden hebben gehad.

    [​IMG]

    De jonge Johan liet al van jongs af aan zien dat hij muzikaal buitengewoon getalenteerd was. Ongetwijfeld had hij thuis van zijn vader een stevige basis aan muzikale scholing meegekregen. Op zijn 7e mocht hij al aan het Hof laten horen wat hij kon en op zijn twaalfde speelde hij al een keer mee tijdens een groot koninklijk banket Barncomoedian in het Hoftheater (onderdeel van het paleizencomplex in het centrum van Wenen).

    In 1711, Johan Helmch was 17, kreeg hij een baan in de Hofkapel. Intussewn had hij ook hobo leren spelen en dat was zijn tweede instrument geworden. Ook dit instrument bespeelde hij bewonderenswaardig.
    In de hofkapel kwam hij naast de oudere broer en hoboïst Johann Jacob Bach te zitten. De jonge J.H. Roman heeft ongetwijfeld nog wat op kunnen pikken van de ervaren J.J. Bach.

    In de periode dat Johan Helmich in de hofkapel speelde, was het een overgangsperiode van de sterke Duitse invloed naar de Franse. Die overgang vond plaats in de eerste decennia van de 18e eeuw. Zo kreeg de jonge hoboïst scholing in de Duitse én Franse stijl.

    Al na een jaar spelend in de Hofkapel, had zijn grote baas, koning Karel Xll voor de jonge talentvolle musicus een soort betaalde stage bedacht in Engeland. Alleen, zo helaas, de jonge musicus moest wachten tot het financieel voor zijn werkgever ook haalbaar was, want de gewapende strijd in het Ottomaanse rijk had een beetje teveel gekost.

    In 1716 kon Johan Helmich pas echt naar Engeland en werd daar spoedig opgenomen in het orkest van de Opera als violist.
    Zo heel veel is niet bekend over zijn verblijf in Engeland, maar wel dat hij daar nog lessen in basso continuo kreeg van de grote maestro G.F. Händel, en dat hij van 'Musices Doctor Pepusch compositie.
    Vervolgens is de 'zweedse virtuoos' zoals hij werd genoemd, op verzoek van de hertog van Marlborough en andere (hoge) lieden zijn vaardigheden gaan laten horen op viool en hobo. De hertog van Newcastle wilde deze jonge musicus wel hebben in zijn Hof als een soort kamerheer (een muzikale:)) en zo verruilde hij de Opera voor het Hof in Newcastle (in 1717, dat was alweer snel, dus hielden die lessen in Londen waarschijnlijk ook weer op).

    De Koninklijke Opera onder leiding van G.F. Händel was een vooraanstaand operahuis met beroemde vocalisten op de loonlijst en vooral georienteerd op de Italiaanse opera. Door gebrekkige financiën moest de Opera echter sluiten (eens even kijken: welke oorlogen hadden de Engelse kas geleegd?) en dit kwam natuurlijk prima gelegen voor Johan Helmich. Hij kon zo naar Newcastle.
    Na een paar jaar kon de Koninklijke Opera weer groots terugkomen met Italiaanse opera en G.F.Händel als artistiek directeur (muziek). In het orkest kwamen 34 musici met een hoogstaande internationale reputatie. Op de loonlijst van 1719-1720 bij de tweede violen staat een zekere mister Roman. Als Zweedse virtuoos was hij niet in de top gerangschikt. Maar: hij wás er, als enige Scandinavische musicus in ée'n van de meest gewilde orkesten van Europa in die tijd.
    Hij kreeg dus ook een loon, passend bij de status van (niet zo hoog) genoteerde tweede violist.
    Hij speelde dus mee toen Händel zijn eigen briljante premiere leidde van de opera Radamisto vanaf het clavecimbel in april 1720.
    Johan Helmich had weer de gelegenheid zich te verdiepen in Händel's eigen basso continuo techniek en stak het nodige op van Händel's manier van leiding geven over de muzikanten en zangers avond na avond.
    Een aantal seizoenen lang werden de programma's gedomineerd door werken van drie componisten: Händel, Giovanni Bononcini en Attilio Ariosti. De invloed hiervan is ruimschoots in de composities van Roman terug te vinden.

    Intussen was het muziekleven aan het hof in Stockholm in een deplorabele staat; het was er in de jaren dat Roman in Engeland verbleef er niet op vooruit gegaan. Er was geen opera en er was geen orkest'scene' (concerten hier en daar). Een musicus met de kwaliteiten van iemand als Johan Helmich werd node gemist.
    Het nieuwe koninklijk paar wachtte met smacht op de komst van Johan Helmich Roman. Deze had echter wat moeite om zijn positie in het orkest in Engeland los te laten.

    In de vroege zomer van 1721 kwam dan toch eindelijk de door en door geschoolde en moderne musicus die doorgegroeid was naar een super goede violist en als componist met grondige kennis van de nieuwste stylistische trends in opera en instrumentale muziek. Hij bracht een enorme ervaring mee met het muziekleven in Engeland en was vertrouwd met het muziekrepertoire dat van onschatbare waarde bleek voor zijn toekomst als hofkapelmeester (belangrijkste dirigent van de hofkapel).

    Vanaf half december dat jaar werd hij aangesteld als tweede hofkapelmeester en is de jaren daarop hard aan het werk geweest om het orkest op aanvaardbaar niveau te brengen.
    Vervolgens kwamen er iets meer lucht en kwam hij met composities. Sinds 1726, na de dood van de eerste hofkapelmeester, kon Roman worden aangesteld als eerste hofkapelmeester.
    Een half jaar na de aanstelling publiceerde Roman zijn XII Sonate a flauto traverso, violone e cembalo, waarmee hij zich presenteerde als volwaardig componist naast zijn eerste hofkapelmeesterschap. Het werk, toegewijd aan koningin Ulrika Eleonora uit grote dank voor zijn nieuwe functie, is ook het enige werk dat tijdens zijn leven is gedrukt (en uitgegeven).

    In de daaropvolgende jaren componeerde hij sacrale muziek, ceremoniemuziek (gelegenheden aan het Hof als huwelijk), reisde hij door Europa in de overgangstijd van barok naar de klassieke stijl, werd hij voor de tweede keer weduwnaar en moest zich tijdelijk beroepsmatig terugtrekken om voor zijn vijf jonge kinderen te zorgen.
    Tevens begon in de loop van de tijd zijn gezondheid wat problemen op te leveren en openbaarde zich doofheid.
    Na een periode van verder afnemende gezondheid en toenemende doofheid stierf hij in 1758.

    Nu, nadat mij duidelijk is geworden hoe belangrijk Johan Helmich Roman voor de Zweedse muziek in de 18e eeuw is geweest, ben ik toch wel heel benieuwd op welke viool hij speelde. Ik ging dus direct in het archief van Tarisio kijken https://tarisio.com/cozio-archive/browse-the-archive/owners/?letter=A

    Ik kom ook niet verder als ik de naam Sven Beckman intyp, want dit was één van de eerste vioolbouwers in Zweden die zelfs nog naar het buitenland is geweest om het vak verder onder de knie te krijgen. Bij Tarisio/Cozio leer ik dat deze in ieder geval ook celli heeft gebouwd en je ziet voor welke prijzen ze onder de hamer zijn geweest (niet bepaald topprijzen!). Ook van Johann Öhberg is een cello onder de hamer geweest.

    [​IMG]

    Indertijd heeft Roman ook bevestigd hoe belangrijk het voor Zweden is om vioolbouwers te hebben. Het gaat er wel naar uitzien dat hij ook een viool had van een Zweedse bouwer. Zou hij in Engeland nog op een andere viool hebben gespeeld, misschien wel als bruikleeninstrument? Op welke cello zou Roman basso continuo hebben geoefend? Er is ook geen strijkinstrument van Händel bekend, in ieder geval niet bij Tarisio. Händel was eigenlijk ook meer een organist en clavecinist. Mogelijk heeft Roman het typerende van basso continuo van Händel gehoord via het orgel.

    Ik ben na een tijd zoeken naar een viool van Roman nog niet wijzer geworden. Ik zou gewoon een lijst willen hebben van de violen die bijvoorbeeld het British Museum heeft mét degenen die erop speelden. Roman was geen topsolist, je hebt dus kans dat die niet eens genoemd wordt. En dat nog wel gezien zijn verdere staat van dienst!

    In Newcastle verzand je in de beschrijvingen van de hertogen daar, die dynastie. Niets gevonden over hun bijzondere kamerheer daar, laat staan waar die op speelde.

    Of zou zijn viool naar Taiwan zijn verhuisd? https://www.chimeimuseum.org/ml/English/3/13/20
    Het is de vraag of de Chinezen interesse hadden in Scandinavische strijkinstrumenten uit de 18e eeuw.

    Kortom: vermoedelijk speelde hij in Zweden op violen van Zweedse bouwers (en hij speelde er hobo) en in Engeland had hij en/of zijn Zweedse viool en wat dat andere dan was? De Zweedse viool kán door Sven Beckman zijn gebouwd.

    Bronnen:
    http://www.swedishmusicalheritage.com/composers/roman-johan-helmich
    https://www.naxos.com/person/Johann_Helmich_Roman/26305.htm
    http://www.violinbyggarmastarna.se/info-forbundet-historia-eng.html
    https://en.wikipedia.org/wiki/Radamisto_(Handel)
     
  11. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Het is wel heel jammer dat er bij zo weinig violen in musea bekend is aan wie ze hebben toebehoord. Of zou men het niet de moeite waard vinden dat te vermelden en het alleen weten als het van een topviolist was.

    Ik ben virtueel in het museum van de uitvoerende kunsten in Stockholm geweest en daar waren een flink aantal violen, celli en fiddels te zien. Hier staat er ook geregeld nog wat bij over wie erop heeft gespeeld. Helaas kwam ik de naam J.H. Helmich niet tegen.
    Er was één viool die mijn aandacht trok:

    [​IMG]

    [​IMG]

    Violin
    Museum no: M125
    Maker: Unknown
    Place: Klingenthal, Germany
    Year: 1700's

    Signed: Johan Adam Ficker in Cremona / Reparerad Av Carlander 1782

    The instrument has belonged to the Royal Theater in Stockholm. It was repaired by Elias Carlander (1721-1784) in 1782.

    Acquisition year 1901.

    Het gaat om een instrument dat in eigendom was van het koninklijk theater van Stockholm. Er waren in het 18e eeuwse Zweden wel meer in Duitsland gebouwde violen in omloop. Werkte Roman ook niet voor het koninklijk theater nadat hij terug was uit Engeland? Of hij deze viool heeft bespeeld is overigens maar zeer de vraag. Het is in ieder geval het soort violen dat daar bespeeld werden.

    Zoals bijvoorbeeld ook deze viool: In de 18e eeuw in Klingenthal, Duitsland, gebouwd en daarna in Stockholm terechtgekomen, waar de viool gerepareerd werd door de Zweedse bouwer Elias Carlander in 1780.

    [​IMG]

    [​IMG]

    Bron:
    http://instrument.musikverket.se/samlingar/sokinst.php?l=en&mmcss=&saml_open=1&typ=1&niv=3&hk=37
    Je kunt hier zappen door de instrumenten die ze in het museum hebben: violen, celli, bassen, mandolines, orgels en nog wat aparte violen.
     
    Laatst bewerkt: 19 jul 2018
  12. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    De Kreutzersonate van Beethoven, dat is de 9e vioolsonate die Beethoven componeerde (1803).
    Het is dus in ieder geval zo dat violist Rudolphe Kreutzer Ludwig von Beethoven heeft ontmoet in Wenen en dat laatstgenoemde onder de indruk was van de violist en daarom een sonate heeft gecomponeerd en naar de violist heeft vernoemd. Het aparte van de geschiedenis was dan wel weer dat de violist daar niets van wist! Hij heeft die sonate nooit uitgevoerd.

    [​IMG]

    We duiken even in het leven van violist en componist Rudolphe Kreutzer. Zijn naam was onder andere bij mij blijven hangen als zijnde een didacticus (bundel etuden) en als componist. Deze man zal echt geen genoegen nemen met een simpel viooltje. Toch?? Ik ga er in ieder geval achterheen.

    [​IMG]

    Rudolphe Kreutzer (1766-1831)

    Rudolphe werd in 1766 geboren op 16 november in Versailles, Frankrijk. Dit was in een tijd dat de Franse koningen in Versailles de bloemetjes buiten zetten en de koningin dacht dat als je geen brood hebt, je dan toch gewoon cake eet. Ach, die arme dochter van de Habsburgse keizer die op stand was uitgehuwelijkt, wist echt niet beter.

    Rudolphes vader, Jean-Jacob, kwam oorspronkelijk uit Breslau (Duitsland), maar verhuisde in 1762 naar Frankrijk om daar muzieklessen te geven (ook vioollessen) en klarinet te spelen in een orkest van Zwitserse soldaten die dienden aan buitenlandse hoven (Vaticaan, Franse koningen e.d.). De muziek was dus al van huis uit meegekregen. Vader merkte op dat zoontje Rudolphe muzikaal was en ging hem vioollessen geven vanaf 1771 . Hij was waarschijnlijk nog niet eens vijf jaar toen die lessen begonnen. Vader liet vervolgens het lesgeven over aan Anton Stamitz en de ster van violist Rudolphe steeg. Op zijn twaalfde ging hij voor publiek optreden en op zijn zestiende werd hij lid van de koninklijke muziekkapel.

    In deze jonge jaren is hij ook gaan componeren en gaf met zijn leraar een concert in de eerste serie publiek toegankelijke concerten in Parijs die toen werden georganiseerd. Hij trad op in de hoedanigheid als violist én componist.
    Typerend aan zijn klank was het zangerige (cantabile karakter) en ingetogenheid (bron: Biografias y vidas, zie onderaan).
    Twee jaar na dat concert in Parijs met zijn leraar kwam Giovanni Battista Viotti in Parijs als stichtier van de 'Franse school' voor de viool. Diens komst was voor de nog jonge componist Kreutzer een hele openbaring en het inspireerde hem tot het componeren van een eigen serie vioolconcerten en uitvoering van zijn eigen vioolconcert in 1784.

    [​IMG]

    Eind 1784, begin 1785 nam zijn leven een beslissende wending: zijn ouders stierven vrij snel na elkaar en als 18-jarige was hij ineens gezinshoofd van een grote familiekring. Dat gaf geldzorgen en daarom moest hij, naast het geven van concerten, ook leerlingen aannemen om inkomsten te verwerven.
    Eén van zijn jongere broers, Jean-Nicolas Auguste (geboren in 1778) speelde ook viool en werd later ook componist, zo ook een later geboren neefje van hem: Leon Charles Francois.

    Deze financiële zorgen waren voorbij door zijn huwelijk met Adélaïde-Charlotte Foucard op zijn 22e. Het huwelijk bespaade hem de accute geldzorgen, omdat zijn vrouw de dochter was van de kamerheer van de graaf van Artois, de broer van de koning die later zelf koning werd.
    Kreutzer had nu een partner uit de hoogste klasse die zowel zeer charmant was als hoog opgeleid. Zo vroegen Rudolphe en zijn muzikale collega's haar om zich te buigen over de zakelijke kant van hun muziekuitgeverij en over de ontbinding van de onderneming als dat nodig mocht blijken.

    [​IMG]

    Gedurende de franse revolutie verhuisde Kreutzer met andere musici van de koninklijke kapel naar Parijs. Alhoewel de revolutie hem waarschijnlijk grote financiële verliezen moet hebben opgeleverd, gaf de situatie ook weer ruimte voor een nieuwe richting in zijn muzikale carriére: het theater ( in feite: de opera). Terwijl hij in 1790 in Theatre Italien nog op het podium klom om als solist op de viool op te treden, ging in datzelfde jaar zijn eerste opera "Jeanne d'Arc" in premiere.

    Alhoewel Rudolphe Kreutzer zijn viool niet aan de wilgen hing, waren zijn inspanningen na 1790 meer op compositie, orkestdirectie en onderwijs gericht. Het conservatorium van Parijs werd opgericht in 1795 en Kreutzer was vanaf de oprichting tot 1826 als viooldocent verbonden. Samen met zijn collega's Pierre Rode en Pierre Baillot ontwikkelde hij de 'methode de violon de conservatoire' en wordt met deze collega's de grondlegger genoemd van de
    "École française moderne de violon".

    Er zijn nog allerlei details te beschrijven over zijn leven, maar die kan men makkelijk zelf opzoeken.
    Een overzicht van zijn werk is ook snel te vinden: https://imslp.org/wiki/Category:Kreutzer,_Rodolphe

    Nu willen we toch echt weten waar hij op heeft gespeeld. Hij zal vast wel begonnen zijn op een kleine viool waar een kleuter mee uit de voeten kan.

    Men vermoedt dat in de periode dat hij in Parijs woonde en werkte als dirigent, componist en viooldocent, de stradivarius heeft verworven die naar hem is genoemd. Een strad, gebouwd zo rondom 1731 (volgens veilinghuis Christie's). Het gaat hier dan om een exemplaar die lang in bezit is geweest van een rijk geworden familie in de kopermijnen, de familie Clark. Ze verzamelden strijkinstrumenten en dat ging van ouders op dochter.
    Een kennelijk andere strad die naar Kreutzer is genoemd, is gebouwd in 1727. Ik ben mij er bewust van dat er in de familie Kreutzer nog meer violisten en componisten waren. Ook moet ik maar even aannemenn dat zowel Chrisitie's als Tarisio zorgvuldig zijn met het noemen van bouwjaren.

    Bij Tarisio zijn drie door Stradivarius gebouwde violen bekend die van Rudolphe Kreutzer zijn geweest.
    Dit zijn:
    - de Antonio Stradivari, Cremona, 1701, de 'Kreutzer. van Houten';
    - de Antonio Stradivari, Cremona, 1721, the 'Kruse, Vormbaum'

    - de Antonio Stradivari, Cremona, 1731, the 'Kreutzer' (Labeled, "Antonius Stradivarius Cremonensis, Faciebat 1720.") Even een vraag: hoezo dan gedateerd 1731?

    Ook altijd aardig is om even te kijken op de lijst van Stradivari instrumenten te kijken, op het overzicht dus van instrumenten en aan wie die toebehoorden dan wel wie erop speelden.
    En dan duikt er een strad op uit 1727 met 'Kreutzer' , dat is dus dat instrument dat ik in een verhaal van Christie's tegenkwam. Die van 1731 komt ook tevoorschijn, die door de dochter van de 'kopermijnenbaron' via Christie's geveild moest worden (maar wat niet lukte in 2014). Alleen wel apart dat die dochter, Huguette Clark, al in 2011 gesneefd is. Het zal dan wel weer een zoon of dochter van haar zijn geweest die die viool bij Christie's heeft gebracht.

    In ieder geval is wel duidelijk dat Rudolphe niet op een trieste kwaliteit viool heeft gespeeld. Vanaf wanneer hij op de diverse Stradivari-violen is gaan spelen, wordt vaak niet vermeld. Dat is kennelijk ook niet bekend.

    Hier nog een filmpje over de Strad uit 1731 die bij Christie's geveild ging worden.


    Bronnen:
    https://www.naxos.com/person/Rodolphe_Kreutzer/51412.htm
    https://fr.wikipedia.org/wiki/Rodolphe_Kreutzer
    https://www.biografiasyvidas.com/biografia/k/kreutzer.htm
    https://www.christies.com/about-us/press-archive/details?PressReleaseID=7319&lid=1
    https://tarisio.com/cozio-archive/property/?ID=40535
    https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_Stradivarius_instruments
     
    Laatst bewerkt: 28 aug 2018
  13. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Zo heel af en toe kruiste in het verleden Corelli mijn pad, totdat ik bij de uitverkoop van Bergmannn in Arnhem een bundel triosonates op.1 kocht om die eens met het maandagse muziekclubje in Wageningen te spelen. Daar heb ik nooit spijt van gehad!

    [​IMG]

    Arcangelo Corelli (17 Februari 1653 – 8 Januari 1713) werd geboren in het kleine dorpje Fusignano. Zijn familie was duidelijk welvarend door (groot)grondbezit. Ze waren zeer waarschijnlijk niet van adel, alhoewel er in de familie weleens wat anders werd gesuggereerd.
    Toen Arcangelo werd geboren, was zijn vader vijf weken ervoor overleden. De zoon kreeg de voornaam van zijn vader. Hij werd opgevoed door zijn moeder, samen met de vier oudere kinderen.
    Over zijn jeugd en dan vooral zijn muzikale opvoeding is weinig gedocumenteerd. Wat wel bekend was, was dat Arcangelo muziekles, waaronder vioolles, kreeg van een priester uit Faenza, daarna in Lugo totdat hij in 1666 op zijn 13e naar Bologna ging. Bologna was een belangrijk muzikaal centrum in die tijd, zo was er een bloeiende vioolopleiding die onder de vlag van 'Ercole Gaibara' functioneerde. Zeer waarschijnlijk heeft Arcangelo daar zijn vioollessen ontvangen van Giovanni Benvenuti, Leonardo Brugnoli, Bartolomeo Laurenti en Giovanni Battista Bassani. Zo zou hij ook van de pauselijke contra-alt Matteo Simonelli lessen in compositie hebben gehad. Zelf heeft Corelli eens gezegd dat hij in Bologna zijn focus alleen op de viool had.

    Over de periode tot 1675 is niet heel duidelijk waar hij allemaal uithing. Zo zou hij op zijn negentiende in Frankrijk zijn geweest, waar hij met Jean-Baptiste Lully omging, maar werd weggestuurd, en waar hij Jean-Jacques Rousseau zou hebben ontmoet; hij zou in Duitsland zijn geweest om muziek te maken in München voor Maximilliaan ll Emanuel.

    Alhoewel het niet duidelijk is wanneer hij in Rome arriveerde, in 1675 was hij daar zeker wel. Onder de naam Arcangelo Bolognese was hij betrokken bij uitvoeringen van koorwerken en diverse andere gelegenheden. Hij wist daar naam te maken, op te vallen bij rijke potentiële sponsors en details laat ik hier weg. Die zijn te vinden in de diverse bronnen die ik heb geraadpleegd.

    [​IMG]

    Piazza di Spagna, Rome, waar Corelli een concert dirigeerde.

    Arcangelo 'il Bolognese' Corelli werd een favoriet van Koningin Christina van Zweden (die ook een paleisje had in Rome), van kardinaal Pietro Ottoboni (ook nog eens oudoom van de intussen aangetreden paus Alexander lll) en de graaf van Modena waar hij een jaar verbleef. Daarna keerde hij weer terug naar het paleis van de kardinaal. Ook heeft hij daarna nog eens een jaar in Napels op uitnodiging van de koning in zijn paleis mogen verblijven.

    [​IMG]

    Het is eigenlijk nog best verbazingwekkend dat iemand, waarvan vermeld werd dat hij in zekere zin een beperkte techniek had, leerlingen had. Er is het verhaal met de 'botsing' met G.F. Händel die een uitvoering van eigen werk dirigeerde en zich ergerde aan het feit dat violist Corelli bepaalde tonen niet speelde. Händel deed het dus even voor en Corelli zou wat gemopperd hebben over 'franse techniek' die hij zelf niet toepaste.
    Mogelijk had zijn 'beperkte' techniek te maken met de manier waarop hij zijn viool vasthield: niet in de hals maar tegen de borst.

    [​IMG]


    Corelli zou zelf zelden op de E-snaar boven de d (in vierde postie) uitkomen.Toch was nog steeds de manier van uitvoering van eigen werk door Corelli heel vernieuwend in de barokperiode en werd zijn stijl verder uitgedragen door zijn leerlingen (o.a. Francesco Geminiani, Pietro Locatelli , Antonio Vivaldi). Corelli's stijl was van vitaal belang voor de verdere ontwikkeling van vioolspel.

    Ook zijn composities markeren voor de viool een periode in de geschiedenis voor wat betreft kamermuziek. Die invloed ging verder dan de grenzen van zijn eigen land. Het is ook concreet terug te vinden in bijvoorbeeld de fuga voor orgel (BHV 579) van JS Bach die terug te voeren is op Corelli's triosnoates opus 3 (1689). Händels Concerti Grossi opus 6 is geïnspireerd op Corelli's opus 6 van eerdere datum.
    Wat was er dan zo nieuw? Hij brak met de strenge regels betreffende contrapunt uit zijn tijd en gaf aandacht aan eenvoudige melodielijnen die lekker in het gehoor liggen. Bijvoorbeeld in zijn triosonates laat hij de instrumenten op elkaar reageren maar de samenklank blijft lekker in het gehoor (door homophonie), heeft hij een mooie balans gevonden in detail en eenvoud van melodie en ritmisch varieert hij met vertrouwde patronen.
    Van het type "concerto grosso" is hij niet de uitvinder, maar wel degene die dat type concert nader uitwerkte. Het gaat dan om een klein groepje strijkers die soleert met als tegenpartij een strijkorkest.
    Er valt veel meer te vertellen, maar we gaan hier verder over zijn instrumenten of wat daar van terug te vinden is.

    Corelli stierf in Rome in grote rijkdom. Naast een flink bedrag aan geld, liet hij ook kunstobjecten en instrumenten na. Corelli is begraven in het pantheon in Rome, een bekend toeristisch bezoekadres.
    Ja, en daar zijn wij dus in geïnteresseerd. Wat had hij dan? Waar speelde hij zelf op?

    Het is inderdaad weer een uitdaging om daar iets van terug te vinden! Zijn instrumenten liggen niet 'voor 't oprapen' in de administraties van veilinghuizen die ik heb geraadpleegd. Dat wordt dus weer een jacht langs musea.

    Volgens een franse bron over de meesterbouwer uit Cremona, Stradivarius, reisde deze luthier niet bepaald zelf de wereld af. De mensen kwamen naar hem toe. Volgens deze bron kwamen Pietro Locatelli, Francesco Geminiani (leerling Corelli), Giusseppe Tartinii, Antonio Vivaldi maar ook Arcangelo Corelli naar hem toe. Met deze laatste was er een vriendschapsband. Door de samenwerking tussen violist/componist en luthier werd hard aan de ontwikkeling van de viool als (meer dan) volwaardig instrument gewerkt in diverse muzikale verbanden (orkest, kamermuziek) en dat werkte ook weer door in compositie voor werken waarin de viool een belangrijke rol kreeg (misschien ook een beetje ten koste van de cello, die nogal eens wat maten rust kreeg). Het is waarschijnlijk ook niet toevallig dat het hoogtepunt in de carriere van Stradivarius samengaat met het hoogtepunt van Corelli.

    [​IMG]

    Antonio Stradivarius in zijn werkplaats, welke bezocht werd door Arcangelo Corelli. Deze laatste was goed bemiddeld, zo is gebleken, en zal daar wel de nodige instrumenten hebben aangeschaft en op hebben gespeeld. Dat kan haast niet anders.
    Een stradivari viool genoemd naar Corelli heb ik niet kunnen vinden in de lijst met bekende violen van de meesterbouwer. Ook niet met beschermheer Pietro Ottoboni als eigenaar.
    Welke violen het concreet zijn? De jacht gaat verder.


    Bronnen:
    https://en.wikipedia.org/wiki/Arcangelo_Corelli
    https://www.researchgate.net/figure/Cristofor-Schor-Piazza-di-Spagna-Rome-1687_fig4_296694493
    http://www.newworldencyclopedia.org/entry/Arcangelo_Corelli
    http://wiki.ccarh.org/wiki/MuseData:_Arcangelo_Corelli
    https://en.wikisource.org/wiki/A_Dictionary_of_Music_and_Musicians/Corelli,_Archangelo
    http://www.lepoint.fr/culture/le-st...-autant-de-questions-18-12-2017-2180987_3.php
    https://www.britannica.com/art/concerto-music/The-Baroque-concerto-grosso-c-1675-1750#ref395131
     
  14. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Corona kon niet verhinderen dat ik naar Spanje ben gegaan om mijn nieuwsgierigheid te bevredigen. Wánt, zie helemala terug bij #4 en verder over Luigi Boccherini, er knaagde iets. Onbeantwoorde vragen. Verdwenen instrumenten. Ik stel jullie gerust: ik reisde online, dit scheelt reiskosten en ongewenste colonistjes in neusgaten en longen.
    Wáár waren toch die instrumenten gebleven, vooral die cello, die Luigi Boccherini tot zijn beschikking had gekregen van zijn koninklijke werkgevers? Tijdens een ander speurtochtje kwamen ze ineens tevoorschijn. Een beetje gek van enthousiasme, kon ik het nu niet nalaten hier gelijk melding van te doen.:mad::)

    https://www.patrimonionacional.es/colecciones-reales/instrumentos-musicales

    [​IMG]

    Dit zijn de gedecoreerde instrumenten, waarover eerder te lezen was. Morgen ga ik nog wat vertalen van wat er er over deze instrumenten verteld wordt. Ze liggen dus in het klooster van Yuste, de plaats waar koning Karel V (regerend van 1515 tot 1555) zijn laatste twee jaar kwakkelend heeft doorgebracht en waar hij gestorven is. Het klooster ligt op ca. 2 1/2 uur rijden vanaf Madrid naar het westen. Destijds per paard zag de reis er anders uit!
     
    Muzirene en Tobias vinden dit leuk.
  15. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    't Was weer spoorzoeken, want ik kwam wel via het klooster van Yuste op het spoor van de instrumenten, maar die blijken daar dus NIET tentoongesteld te zijn. Ga dus NIET naar Yuste voor die instrumenten, misschien voor wat gewone Spaanse historie of het mooie klooster in een stukje groen van de Extramadura.

    Ga naar Madrid voor deze gedecoreerde instrumenten, naar het koninklijk paleis (Palacio Real), dat een museum is, en waar nog in een deel van het paleis de koninklijke familie woont.
    Er zijn 379 instrumenten die vallen onder het nationaal erfgoed. Hieronder vallen strijkinstrumenten als die van het Palatino kwartet (2 violen, 1 altviool en 1 cello gedecoreerd door Stradivarius), nog een andere cello van Stradivarius uit 1700, een 17e eeuwse contrabas van meesterbouwer Amati en diverse andere instrumenten als harpen, tafelpiano's, blaasinstrumenten, het orgel in de paleiskapel.
    Op het schilderij (van #4) waar Boccherini is afgebeeld met een niet-gedecoreerde cello, zou het kunne zijn dat dat die cello uit 1700 is*. Dit instrument schijnt qua klank een zeer bijzonder geslaagd exemplaar te zijn, die zelfs nog heden ten dage wordt bestudeerd door (Spaanse) vioolbouwers om ervan te leren. In mijn Spaanstalige bronnen betreffende het huidige onderkomen van de instrumenten, ben ik nergens de naam Boccherini tegengekomen als bespeler, wél namen van Spaanse musici van deze tijd. Het Nationaal Patrimonium, de organisatie die over het bewaren van bijvoorbeeld de Stradivarius strijkinstrumenten gaat, organiseert sinds 2008 concerten, waardoor de instrumenten weer te horen zijn.

    En nu we toch in Madrid zijn: wat vertellen de spanjaarden over de strijkinstrumenten die ze daar bewaren?
    Zo wordt gemeld over het Palatino kwartet (die vier door Stradivarius gedecoreerde instrumenten) dat die aanvankelijk een kwintet waren met twee altviolen. De ene tenor en de andere alt.
    In 1702 bezocht de jonge koning van Spanje, Filips V (van het Huis de Borbón) Cremona waar Stradivarius hem een strijkkwintet aanbood. Strijkinstrumenten kopen bij de beste bouwers was heel gewoon bij de koninklijke hoven in Europa.
    Helaas is de operatie om politieke redenen (de Successieoorlog) nooit voltooid. Hierdoor bleven de instrumenten in de familieatelier van de familie Stradivarius tot 1772. Dat was het moment dat Paolo, zoon van Antonio, ze verkocht aan het Spaanse hof; dat was een medewerker in dienst van de Prins van Asturië, de toekomstige Carlos IV, welke een amateurviolist was en een groot liefhebber van kamermuziek. .

    De Stradivarius-instrumenten, nieuwkomers in Spanje, werden geïntegreerd in het Kamerorkest van de toekomstige Carlos IV voor de uitvoering van klassieke muziek.

    Van toen tot vandaag is het instrumentale ensemble bewaard gebleven in het Koninklijk Paleis, behalve de de altviolen, die verdwenen met de terugtrekking van de Napoleontische troepen.( Zeg maar: gejat!, notitie van mij) De verblijfplaats van de grote altviool is onbekend. De kleine altviool had echter verschillende eigenaren totdat deze in 1951 door National Patrimonium defitief konden worden teruggekocht bij het Hill House in Londen.

    Aan het huidige kwartet wordt in de Palatijnse collectie de cello uit 1700 toegevoegd. Dit is een voorbeeld van prachtig vakmanschap en geluid, echter zonder versiering, waarvan de delicate lak nog steeds het onderwerp is van studie door bouwers. Dit waardevolle instrument heeft in de loop van de eeuwen enkele reparaties ondergaan, met de nadruk op dat van Vicente Assensio in 1792 en dat van het huis Gand en Bernardel in Parijs in 1889.

    Sindsdien is Spanje de zetel van deze instrumenten. De instrumenten van Stradivarius verlaten het paleis zeer zelden. De laatste keer was in 1991, toen het Palatine Kwartet voor reparatie naar Frankrijk werd overgebracht. De instrumenten reizen dan altijd met verschillende vliegtuigen om te voorkomen dat een luchtramp gelijk alles verloren is . Ze worden bewaard in gepantserde en onzinkbare dozen. Dankzij een elektronisch systeem, vergelijkbaar met dat van zwarte dozen van vliegtuigen, kunnen ze bij een ongeval overal ter wereld worden gelokaliseerd.

    * Er staat op de wikipedia pagina een tijdsaanduiding: het schilderij zou ergens tussen 1764 en 1767 zijn geschilderd. Toen was Luigi Boccherini nog in Italie en is de afgebeelde cello níet die van het paleis. De cello van de afbeelding is dan dus nog niet gevonden.

    Bronnen:
    https://www.patrimonionacional.es/colecciones-reales/instrumentos-musicales
    https://www.melomanodigital.com/los-stradivarius-del-palacio-real/
    https://nl.wikipedia.org/wiki/Luigi_Boccherini
     
    Laatst bewerkt: 6 mei 2020
    JanHut vindt dit leuk.
  16. JanHut

    JanHut ♫ ♪

    Lid geworden:
    27 aug 2013
    Berichten:
    1.442
    By the way (bij #87): in een interview met Anner Bijlsma noemde hij de Duport die Rostropovits bespeelde.
    'Mooie cello!', zei Bijlsma.
    (Hoewel qua speelstijl Bijlsma en Rostropovits vrijwel niet vergelijkbaar zijn, maar dat terzijde).
     
  17. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Het is zo mooi dat de geschiedenis met de instrumenten gewoon doorgaat. Telkens een nieuwe bespeler van naam en faam.
     
  18. Oosterhof Vioolbouw

    Oosterhof Vioolbouw Frits Oosterhof Beheerder

    Lid geworden:
    29 mrt 2003
    Berichten:
    14.395
    Homepage:
    Anner had ook niets anders kunnen zeggen. Bovendien is het vaag wat wordt bedoeld: instrument qua bouw of klank?
     
  19. Tobias

    Tobias |♫♫|♫

    Lid geworden:
    13 jul 2013
    Berichten:
    4.542
    Ik weet niet of je Anner hebt gekend, maar als dat wel zo is zou je moeten weten dat hij de klank bedoelde.
     
  20. Oosterhof Vioolbouw

    Oosterhof Vioolbouw Frits Oosterhof Beheerder

    Lid geworden:
    29 mrt 2003
    Berichten:
    14.395
    Homepage:
    Ik weet niet of je de algemene beleefdheidsregels kent, maar het is natuurlijk ongepast als Anner zou zeggen "meneer Rostropovic, ik vind uw cello niet al te fraai klinken in de hogere registers". Zoiets doe je niet.
     

Deel Deze Pagina