Hoi forumleden. Ik plaats hieronder integraal het emailtje dat ik kreeg van Jedidjah de Vries. Ik vond het interessant om de resultaten te lezen van zijn vragenlijst die in 2018 door maar liefst 1125 altviolisten is ingevuld. ----------- Hello! You are receiving this email because back in 2018 you participated in online survey about violas. Now, 6 years later, I have finally gotten around to pulling together the data from that survey and writing up a report. So sorry it took me so long. That was definitely not my intention. But here it is: The results of the survey! Thank you again for participating in the survey. This will be the only email you will get from me, and I will not be storing you contact information after this. If you want to get in touch with me please send an email to . Sincerely, Jedidjah de Vries
@Maite Malatesta ik weet niet of je nog regelmatig op het strijkersforum kijkt, vandaar dat ik je tag.
Ik heb de publicatie doorgelezen. Echter, had hier volgens mij meer mee gedaan kunnen worden. Ik mis ook vooral in de aanvang een opsomming van het doel van het onderzoek en wat de conclusies zijn. Als voorbeeld zie ik in een grafiek staan dat professionals in meerderheid op een veel groter instrument spelen dan amateurs. Dan zou ik toch willen weten waaraan ligt dat? Zou het kunnen dat de klank die gegenereerd wordt door een groter instrument beter past in een orkest dan wanneer er solistisch wordt gespeeld? Verder mis ik ook het gegeven dat de halslengte kan worden aangepast zonder de corpusgrootte te veranderen. Dan krijg je instrumenten zoals die gebouwd worden door Helen Mitschetschläger [even 'transcript of talk to Luterie' aanklikken]. Daarmee vervalt de verklaring dat jongere spelers een kleiner instrument moeten bespelen vanwege de nog plaats vindende groei. Het onderzoek naar gebruik van snaren vind ik zwak, omdat het sterk afhangt van het instrument: wat op een bepaald instrument niet goed klinkt kan juist wél heel goed klinken op een ander instrument. En een groot instrument (relatief grote snaarlengte) heeft snaren nodig die een grote spankracht leveren en dan heb je te maken met vaak stalen kern of een helixstructuur zoals die geleverd worden door Helicore. De C heeft daar het meest last van vanwege de laagste frequentie.
Het zijn data in grafieken. Het meeste had ik ook zonder vragenlijsten zelf wel met een kleine foutmarge kunnen voorspellen. Het doel van het onderzoek is vaag. Het vragen naar een favoriet snarenmerk is nauwelijks zinnig aangezien op veel instrumenten combinaties van merken en typen worden gebruikt. Jedidjah heeft zijn best gedaan, het heeft waarschijnlijk veel tijd gekost, maar wat heeft het altviool spelende volksdeel er aan? Weinig vrees ik!
Dank je om nog aan mij te denken. Af en toe kom ik toch nog eens een kijkje nemen op dit forum, ik kan altijd wel iets bijleren In mei 2024 heb ik dan eindexamen gedaan en nu mag ik restauratietechnieken volgen (start in januari 2025) Mijn laatste instrument was een altviool. Begonnen bij een poster van een Stradivarius ("de Mahler"), maar een interessante lezing van Helen Mitschetschläger heeft mij geïnspireerd om deze Strad in de lengte te verkleinen en in de breedte te doen toenemen (mal eruit en krans zo duwen dat krans korter en dikker wordt. Dan een kruis aanbrengen om de afmetingen te behouden). Ik heb ze "Big Jayden" genoemd. Een foto met links mijn 4/4 viool Strad en rechts mijn 4/4 altviool Big Jayden.
Gedurfd, een alt met zo'n brede taille: kun je de A snaar nog zonder problemen goed aanstrijken en de insnoering of de D snaar niet raken?
Ik ken alleen de lezing van Helen die ze hield in 2006. Daar gaat het over het wijzigen van de standaard mensuur (3:2) met halslengte 150mm naar kleinere waarden (3.2:2 met halslengte 140mm) om de bespeelbaarheid te vergroten. Over het verbreden van de corpus werd met geen woord gerept, maar misschien heeft ze later nog een lezing gehouden die daar melding over maakt? Wel van belang was de plaats van de f-gaten omdat die mede de beweegbaarheid van het 'akoestisch centrum' bepaalt.
Beste Bert Boon Er heeft een (goede amateur)violiste en een professionele altviolist op gespeeld en beiden vonden het een vlot bespeelbaar instrument, de 4 snaren harmonisch (de altviolist vond de A-snaar wat ingehoudener, maar ik heb de stapel wat verzet naar binnen en een A-snaar van een ander merk erop gelegd. Toen was het harmonischer) en een hele mooie klank. Geen van beiden had problemen met de breedte aan de C's. De altviool is sinds augustus in Baltimore (Auden Alsop speelt erop en zowel hij als Marin Alsop vinden het een heerlijk instrument met een mooie stevige klank) Het was inderdaad gedurfd, maar ik heb er veel van geleerd en mijn leraar was toch erg nieuwsgierig naar het resultaat (ook hij was erg tevreden met het eindproduct) Toen ik juist het rugblad uitgezaagd had, kwam er toevallig een leerling van een andere school binnen en had een uitgezaagd rugblad van een Amati 4/4 altviool bij, ze verschilden nauwelijks wat de afmetingen betreft, ook de breedte aan de C's.
Beste Frits Oosterhof, Het was inderdaad ook deze lezing van Helen Michetschläger van 2006 (te vinden op haar website), die mij geïnspireerd heeft. Ze praat daarin niet enkel over de stoplengte, maar over nog véél meer. Zo ook zegt ze dat de "taille" de motor is van een altviool en dat de breedte van die "taille" belangrijk is voor de specifiek warme klankkleur van een altviool. Mijn gekozen Stradivarius-model (4/4 altviool "Mahler") heeft een smalle taille... De krans was al af en dus vroeg ik aan mijn leraar of ik de mal eruit mocht doen en de krans andere afmetingen mocht geven...zo geschiedde...van de Strad-lengte 410,5 ging ik naar 400,6 en de breedte aan de C's van Strad 131,5 ging ik naar 148...
Precies! En dat is dan ook waarom ik het in #7 heb over het 'akoestisch centrum', want dat wordt mede bepaald door de afstand tussen de f-gaten en de beweeglijkheid van dat deel. Al met al kan worden gezegd dat het verbreden van de taille niets nieuws is en dat Mitchetschläger dat in 2006 al toepaste. Wanneer nu met die verbrede taille er geen speelproblemen zijn ontstaan, zou het dan kunnen dat de kamhoogte (halshoek) groter is dan de reguliere hoogte? Anders lijkt het mij dat Boon terecht opmerkte (in #6) dat het aanstrijken van de A (en wellicht ook de C) problemen gaat opleveren.