Beoordeling van een instrument Bestaat er wel een objectieve beoordeling? Absoluut niet! Laten we eens nagaan wie er beoordeelt en welke factoren daarbij een rol spelen. Als een ervaren instrumentalist een nieuw of een ander instrument probeert, dan wordt de klank beoordeeld vanuit het instrument dat hij altijd bespeelt. Heeft hij een instrument met een wat kleine toon dan zal hij een “groter” klinkend instrument gauw te sterk vinden. De toon van zijn eigen instrument heeft hij jarenlang iedere dag gehoord, hij is daaraan gewend en zijn wijze van toonvorming is geheel daaraan aangepast. Verder vindt de beoordeling van het instrument meestal plaats in het atelier van de vioolbouwer of handelaar. Ook van belang is voor welk doel het instrument gebruikt zal worden. Orkest, kamermuziek, studie, lespraktijk of voor solistisch optreden. Enkele andere factoren welke ook mede bepalend zijn. Hoogte en vorm van de kam, de kwaliteit van het hout van de kam, de snaren, o.k. Priastro Olive (de Rolls onder de snaren) darmsnaren dus. Oh ja, aluminium of zilver omwonden al dan niet verguld. Oh ja, die rot dingen (snaren) moeten ook nog een beetje… ingespeeld worden, toch. Natuurlijk moet je ook nog een beetje strijken en gebruik je telkens, de zelfde (Tourte) strijkstok en de zelfde soort hars die je telkens weer nog voor de uiterste houdbaarheid (s) datum vervangt voor een nieuw stukje kleverigheid. De strijklat is uiteraard zeer perfect behaard met het haar van de staart van een vijfjarige schimmel-hengst die vrij heeft mogen leven in mongolie. Het haar van een merrie komt totaal niet in aanmerking, omdat de kans van urine op de haren van de staart vele malen groter is als die bij een hengst. Het staartstuk is uiteraard vervaardigt van of de beste keuze ebbenhout of de mooiste buxus is geveld voor het hout der delen (Blois ‘d Harmonie). De schoudersteun welke het fiool een zekere stabiliteit ten opzichte van den schouder moet geven is van een model welke slechts de randen van het onderblad der fiool omhelszen. Nimmer mogen deze “hulpen” die de speler ter beschikking staan het instrument op generlei wijze belemmeren in het produceren der klank en de resonantie van het instrument nadelig beïnvloeden. Klinkt mijn “Rugerri” mooi, laat b.v. Itzak Perlman er eens op spelen! Je mond (bek) valt open. Laat mij spelen op de Soil of de Sauret (respectievelijk een Strad en del Gesu) of de Ex-Kreisler (Bergonzi) - instrumenten waarop Itzak Perlman speelt of heeft gespeelt - . en weer valt je mond (bek) open. Laatste keer alleen omdat het zo… minder klinkt, er (nog) geen stijl/geluid in zit. Mocht U nog op zoek zijn naar een mooi instrument, echt iets leuks en wilt U dit jaar niet weer een nieuwe Rolls kopen, een 3e Hummer of een nieuw speedbootje met een vette V12 of twee vette V12’s. Maar gewoon c.a 400.000 eurie onder de kin kunnen schuiven of een ietsje duurder(t). Wilt U investeren in iets waarvan je weet dat het heel moejelijk is om op te leren spelen, heeft U centjes (tonnen) zwart of wit geld. Koopt eenen fiool van een grootten maeker, koopt een Strad en uuwen investeeringen zullen beloond worden. Beoordelen van een viool. Remi
Sorry, bijna een dubbel post. SB, bedankt voor de tip, maar helaas, de Bieb in Den Haag heeft haar niet. Remi b.t.w. Bestellen duzzzzzz
In een eerdere post stelt Remi de vraag: “Bestaat er wel een objectieve beoordeling?” die hij vervolgens beantwoordt met een uitvoerig verslag waardoor de subjectieve beoordeling van een bespeler zoal kan worden beïnvloed. De wetenschap heeft zich al jaren bezig gehouden met het fenomeen vioolklank en met de vraag waarom de ene viool beter klinkt dan de andere. In diezelfde jaren zijn er steeds betere meetmethoden ter beschikking gekomen en al helemaal met de opkomst van de computer in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Er bestaan zeer zeker een hele reeks van objectieve beoordelingen, die o.a. door Gustav Leonhardt ("Geigenbau und Klangfrage") en Martin Schleske (consulteer daartoe zijn website) en Johansson en niet te vergeten het proefschrift van de Oostenrijkse Nicola Lolli (April 2004). In al deze min of meer wetenschappelijke benaderingen is het doel te meten welke eigenschappen een zeer goed klinkende viool heeft en deze te vergelijken met een ander instrument waarvan ieder aspect nauwkeurig is gedocumenteerd, zoals een viool uit één van de vioolbouwscholen. Zo’n vergelijking kan mogelijk leiden tot een beter begrip van welke variabelen een grote impact hebben op de klank. Wanneer deze kennis bekend is kan men daar zijn voordeel mee doen en aanwenden tot de bouw van nog betere instrumenten. Leonhardt deed dat zeer systematisch met de in zijn tijd (1967) beperkte middelen, maar kwam desalniettemin tot een heel gefundeerde conclusie, die aangaf dat ook heden ten dage uitstekende violen kunnen worden gebouwd. Gelukkig maar. (o) En Remi, natuurlijk maakt het uit wie het instrument bespeelt, maar in een objectief onderzoek kan ook die subjectieve factor worden geëlimineerd door de snaren aan te laten strijken door een soort mechanische strijkstok, die dat altijd op dezelfde manier doet, met dezelfde snaardruk en dezelfde snelheid. En vanzelfsprekend dienen de instrumenten dezelfde type snaren te bezitten. Kortom, het antwoord op Remi’s vraag: “Bestaat er een objectieve beoordeling van de (viool)klank?” moet zijn: Jazeker, absoluut wel!!
Over objectiviteit en het uiterlijk van een fiool (viool) Op http://www.dasalo.com/ is een pracht viool te koop, gemaakt door Alessandro Cicilati. Als ik het instrument bekijk raak ik zeer onder de indruk, zeer strak en fraai gemaakt, mooi fijn generfd hout voor het bovenblad, pracht stuk ahorn voor het achterblad (een stuk). De krul, prachtig symmetrisch of hoe je het ook wilt noemen, ’t lijkt wel of hij machinaal is gemaakt. Echt een heel mooi instrument, de sleutelkast, zeer strak en recht. Voor mij een heel mooi instrument. En ik ben niet de enige die er zo over denkt, er wordt goed op geboden. Maar, hoe klinkt het viooltje, t.o.v. de oude kastjes die er ook te koop staan Uiterlijk speelt dus een duidelijke rol, zelf zit ik me vaak te verlekkeren aan instrumenten waar aan je kunt zien dat ze veel, heel veel bespeeld zijn, ook de wat nieuwere die heel intensief gebruikt worden en waar aan je het kunt zien. De foto’s van de Cicilati zet ik wel op mijn site zodat ze later ook nog te bezichtigen zijn. Remi (Dit bericht is door remi bijgewerkt op 14/11/2005 om 23:50 uur)
Remi, Je hebt het over: “hoe de fiool eruit ziet en hoe fraai je hem vindt”. Ja, dat is wederom een subjectieve beoordeling, waar ‘we’ niet zo veel mee kunnen. Daarna: “hoe klinkt het viooltje?” is evenzo een subjectieve beoordeling. Beoordelingscriteria, daar gaat het over in dit topic. En wel over de vraag of een objectieve beoordeling wel mogelijk is. Daar horen vragen en opmerkingen als: “ik vind de vorm mooi” en “de klank staat mij aan”, niet bij! Je komt er alleen uit door te meten met daartoe geëigende meetinstrumenten, die in staat zijn verschillen te meten, in klank wel te verstaan. Zelfs kan het voorkomen dat er verschillen worden gemeten die het menselijk oor niet kan detecteren. En dat maakt wetenschappelijk onderzoek nu juist zo interessant, want met de bevindingen kunnen combinaties worden gevonden die uiteindelijk leiden naar de –hopelijk- zelfde bevindingen als de gemiddelde bespeler. Zo zou het kunnen dat een bepaalde houtsoort voor de stemsleutels mèt de combinatie gewicht van de toets (dichtheid) en houtsoort staartstuk (dichtheid en eigenfrequentie!) tot de conclusie leiden, dat daardoor een bepaalde klankkarakteristiek is ontstaan die de meerderheid van de gemiddelde bespelers nu juist zo aantrekt in het instrument. Het zou natuurlijk wel heel vreemd zijn, wanneer 98% van de beoordelaars een viool als buitengewoon goed in klank beoordelen en dat er uit de metingen zou komen, dat zo’n conclusie niet gerechtvaardigd is. Dan moet er toch ernstig worden getwijfeld aan de juistheid van de toegepaste meetmethode. Resumerend kan gezegd worden: de beoordeling van een bepaald instrument zal afhankelijk zijn van wat de bespelers er van vinden, tenzij men beschikt over een uitgebreid meetarsenaal. De vorm, kleur van de lak, gewicht, en tekening van het hout alsmede de halsvorm (ligt “lekker in de hand”) en hoe de inleg er in zit, zijn allemaal subjectieve factoren die niet mee zouden mogen spelen bij de klankbeoordeling, maar die bij gebrek aan beter toch hun invloed doen gelden. Daarom is een zuivere objectieve beoordeling alleen in zeer zeldzame gevallen mogelijk en zal een instrument meestal worden gekozen op ‘ongrijpbare” persoonlijke argumenten. Naar mijn idee is daar niets mis mee, want het is de bespeler die het tot zijn of haar uitverkoren instrument moet maken. Het moeten dikke maatjes worden en niet een allemans vriend. [ik ga er even vanuit dat de viool mannelijk is, gezien het Franse woord: le violon voor: de viool]
Naar mijn idee is daar niets mis mee, want het is de bespeler die het tot zijn of haar uitverkoren instrument moet maken. Het moeten dikke maatjes worden en niet een allemans vriend. [ik ga er even vanuit dat de viool mannelijk is, gezien het Franse woord: le violon voor: de viool] [/quote] Frits, Ik vrees dat je hiermee de mensheid opzadelt met een ernstig geslachtelijk probleem, want de Duitsers gaan er nog altijd nietsvermoedend van uit dat de viool vrouwelijk is. Naar keuze namelijk die Geige of die Violine. Op het gevaar af ook hier weer behoorlijk off-topic te zijn, toch een vraag. Ik vind het nogal lastig om het geluid van een viool te beoordelen waar ik zelf op speel. Het is me namelijk overkomen dat ik een viool (door mij bespeeld) niet echt bijzonder vond klonken, terwijl dat vervolgens, bespeeld door iemand anders, heel anders bleek te zijn. Om tegemoet te komen aan de voor de hand liggende opvatting dat dit oorzaak vindt in de omstandigheid de meeste andere vioolspelenden beter zijn dan ik, het omgekeerde (namelijk dat ik, spelend, het instrument mooier vond klinken dan een medeluisteraar), heeft zich ook voorgedaan. Is dit een particulier probleem of ook breder bekend? Hopf
Hopf, voor wat betreft het geslachtelijke probleem: ik heb even mijn woordenboek Nederlands geraadpleegd en daar zag ik tot mijn verbazing dat zowel de Duitsers alsook de Fransen gelijk hebben. Het is in het Nederlands vrouwelijk én mannelijk: een Nederlandse viool is dus hermafrodiet! Het klankverschil bij al dan niet zélf het instrument bespelen heeft naar mijn idee veel te maken met de afstand. Bij zelf bespelen zit het instrument het dichtst bij de oren en zal er minder geluid via reflectie toetreden. Maar ik denk dat de proefopzet niet geheel waterdicht is, want niet alleen de afstand speelt hier een rol, ook degene die het instrument bespeelt, zodat er op z'n minst twee variabelen zijn.
Beste Frits, beste Hopf, Voor mij is en blijft een viool (fiool) dus gewoonweg vrouwelijk. Nix Hema (Herma) frodiet, nix mannelijk. Kom nou. Taalkundig klopt het een en ander wel maar… gevoelsmatig is voor mijn persoontje een viool gewoon 100% vrouwelijk. Kijk eens naar het model, luister eens naar die nachtegaal die je onder je kin schuift. Hoewel… de mannelijke kant van de nachtegaal juist de zingende kant vertegenwoordigt en het vrouwtje haar bekje nauwelijks roert. Maar… Bij nader inzien is een viool gewoonweg 200% vrouwelijk. Alleen een vrouw zingt zo hoog (en zuiver) of… je moet Gerard Joling heten. Remi
Aan de hand van deze bewering moeten een contrabas en een cello wel mannelijk zijn. Want: alleen een man kan zo laag en zuiver zingen. Ernst Daniël Smit? Vraagje: Zou een altviool dan "van de HEMA"* zijn? * woord HEMA is eigendom en afkomstig van Remi. Het is een verkorting (turbotaal) van het woord: 'hermafrodiet'
Oh.... beste Frits, Hermafodriet (het juiste woord) en op zijn... Haags.. Hemafodriet! Helemaal niks turbotaal, gewoon proberen een (leuke) woordspeling te maken. Nu ff op zijn Haags: Oh.... bestuh Frits, Heâhrmafodriet (ut juistuh woâhd) en op zèn... Haags.. Hemafodriet! Helemaal niks turbotaal, gewoân probeâhren un (lachei) woâhdspeling tuh maken. Remi
Ja, alles goed en wel, maar hoe zit het nu met de cello en contrabas en ..niet te vergeten de altviool? Mannelijk en hermafrodiet respectievelijk?
Frits, Waar maak je je zorgen over? En in biologische zin is het geslacht van een strijkinstrument al helemaal irrelevant, want ik heb nog nooit gehoord dat strijkinstrumenten zich hebben voortgeplant. Kiesheidshalve ga ik daarbij UITERAARD voorbij aan de vraag of 'instrumenten' van een paar honderd jaar oud nog tot daartoe strekkende activiteiten in staat moeten worden geacht Hopf
Beste Hopf, Wees gerust. Ik maak me geen enkele zorgen over welk geslacht de lager gestemde strijkinstrumenten hebben. Een vraag opwerpen, betekent niet direct er een zorg bij hebben. En da’s maar goed ook! En geslachtelijke voortplanting bij deze instrumenten – ongeacht of ze nu hermafrodiet zijn of niet- lijkt me inderdaad onmogelijk. Of de ouderdom hier de oorzaak van is laat ik graag aan de experts over .
Even weer terug naar de krul van de viool van Cicilati, zoals gepost door Remi een tijdje geleden. Allereerst de foto, die er zo contrastrijk en scherp uit ziet, dat ik denk aan een bewerking ervan met behulp van photoshop of iets soortgelijks. De kenners onder ons weten wel hoe dat te realiseren is uitgaande van een digitale foto met hoge resolutie. En dan de krul. [tip: kijk ook even op de link die Remi heeft gegeven voor wat andere aanzichten van de krul!] Een schitterend exemplaar, dat wel, maar bij wat langer kijken mis ik iets. Op mij komt die krul over als een stuk synthetisch hout, klinisch en kil, het leeft niet. Ik voel er geen persoon achter die hem gemaakt heeft. Het is allemaal tè netjes, alles klopt: er zit geen tiende millimeter verkeerd in de symmetrie. Zo op het eerste gezicht een krul die perfect is, maar bij langer kijken tè mooi en daardoor weer afneemt in sierlijkheid. Idem dito voor de stemsleutels: niets verkeerds aan te ontdekken en daardoor –naar mijn mening- te klinisch en steriel. Graag zag ik er iets persoonlijks in van de maker zèlf, maar dat wil nog niet lukken. Nee, geef mij dan toch maar een wat minder fraaie krul met handgesneden stemsleutels bijvoorbeeld (maar wie doet dat nog tegenwoordig?), waaraan ik iets kan ontdekken van de maker, die na vele correcties uiteindelijk iets heeft gemaakt wat voldeed aan zijn/haar beeld wat voor ogen stond. En die correcties nog nèt zichtbaar, die maken het een menselijke schepping en dàt is wat ik mis bij de Cicilati krul. Maar het blijft natuurlijk een persoonlijke zaak.
Beste Frits, Inderdaad, de krul die ik zo vaak scroll noem, eigelijk de hele (fiool) viool is “bijna” steriel, bijna perfect symmetrisch. Met wat een enorme precisie werkt dit mannetje. Of… gebruikt hij CNC frees banken voor het “voorwerk”, het “grove werk”. En wordt de laatste hand eigenlijk traditioneel gelegd. Worden hierbij alle kenmerken van de meester vast gelegd? Inderdaad, super strakke instrumenten, heel fraai, heel symmetrisch! Maar ook zo mechanisch. Geen kenmerk van iemand die hem/haar heeft gebouwd. Te plastisch, bijna steriel, maar toch ook heel oogstrelend, zo strak. Toch verbaast me jou reactie, Juist jij, iemand die (als ik de geschiedenis van je reacties doorneem) uiterst precies is, uiterst nauwkeurig. Iemand die …verbaast is, dat en viool zo uiterst precies en uiterst symmetrisch is gemaakt, zelfs jij vind het dus té perfect, té plastisch, er zit niets van de bouwer in. En…. Dat wilde ik juist uit jou “pen” horen, uit jouw mond horen. Onze (mijn) pietje precies (SB), dé man die eigenlijk “super” precies is met het vioolbouwen, onze Frits geeft dus toe dat het ook “te” kan zijn. Te plastisch. In vorige reacties is er wel eens gevraagd naar een foto van een echte “Boon”, een Bert Boon viool. Maar ik hoop toch eindelijk en plaatje van een echte Oosterhof te mogen bekijken Remi
Beste Remi, De krul van Cicilati: Je hebt in zoverre gelijk dat het in dit geval tè precies is, maar dan direct gerelateerd aan het raakvlak van de mechanische creatie. Het mag van mij best zeer precies zijn, maar dan wel handgemaakt, zodat er inderdaad iets is terug te vinden van de bouwer. Dat laatset vind ik niet terug.. Het plaatje van Bert Boon met een ‘witte viool’ is zo middelmarig dat ik me geen idee kan vormen over de kwaliteit van de bouw: veel te klein en zonder een enkel detail. Vandaar ook dat ik Bert verzocht zèlf eens met een selectie te komen, maar ja, zoals we gewend zijn, komt hij daar niet mee en zwijgt in alle talen. Reden mij onbekend. Dan kom je met een verzoek aan mij gericht om mijn bouwwerk te 'showen' en dat verzoek is me niet ontgaan. Er zijn ook al enkele digitale opnames gemaakt van een in 1994 gebouwde halve viool die ik nog in mijn bezit heb (hij heet echter geen ‘SB’). Maar zoals je wellicht ook wel weet is een ‘plaatje schieten’ van een viool op zich niet zo moeilijk. Daarvan heb ik genoeg voorbeelden gezien (bijvoorbeeld Marktplaats is er goed in) hoe het niet moet. En: wat heb je eraan wanneer het een plaatje is dat een zeer slechte kwaliteit heeft, overdadig is aan schaduwen op de verkeerde plaatsen, onscherp is en veel te veel reflecties vertoont? Ik heb al wat geëxperimenteerd met een aantal verschillende belichtingen. Een fraai shot is niet zo simpel, er komt veel meer bij kijken dan je zo zou denken. En ook weet je, dat ik nogal precies ben, dus voor ik ermee het net opkom, moet het aan mijn eisen voldoen. Dat kan nog even duren, want ik ben geen beroepsfotograaf, heb nog een heleboel andere dingen te doen, maar heb geduld. Het is ‘in progress’, zoals dat in goed Nederlands heet. Vioolbouw Remi: Hoe zit het met het snijden van de 'Remi-krul'? Ik hoor daar helemaal niets meer over. Frits
Remi suggereert (schetsenderwijs?) het gebruik van een freesbank. Is dat al eens in de praktijk gebracht? Er van uitgaande dat je een aan een pc gekoppelde freesbank kunt gebruiken voor het 'grove' voorwerk en handmatig de afronding doet inclusief de afstemming van bladen, scheelt dat mijns inziens een heleboel tijd. Hopf
Ik denk dat Remi niet alleen getracht heeft een proces te schetsen, maar dit ook schertsend heeft bedoeld. Als het niet zo is, moet ie zich maar laten horen. Och, in de vioolbouwindustrie wordt zo’n proces al geruime tijd toegepast, waarbij één fraai gesneden krul van meestal een of andere Italiaan, fungeert als model waarnaar alle andere krullen –soms wel een twintig tegelijk- gefreesd worden. Zoiets is dan in een kwartiertje gedaan, zodat de kostprijs voor één krul erg laag is en gehouden kan worden. Maar om dat nu zélf te gaan doen, lijkt me uitgesloten. Je moet dan niet alleen een PC hebben (die hebben de meesten zo onderhand wel), maar ook nog een draaibank die gelinked kan worden met de PC én het na te frezen object. Een hele investering die bij enkelvoudige handmatige bouw niet loont, maar mij ook tegen staat wegens het onpersoonlijke erin. Voorgefreesde bladen zijn ook allang in de handel en tegen een geringe meerprijs te leveren. Zo kan een viool snel in elkaar worden gelijmd bij aanschaf van voorbewerkt materiaal. Of het dan nog het predikaat ècht handwerk mag krijgen, trek ik in twijfel. M.a.w. Ik zal er niet aan beginnen. Voor de techneuten misschien een leuk project?
Het heeft even geduurd maar de kapotte camera doet het weer een beetje. Dus…. Frits, Hier bij twee fototjes van mijn scroll (krul). Nou ja mijn krul, eigenlijk een krul die ik heb overgenomen uit een boek van Fridoline Hamma. Eigenlijk een Strad krul.. Ik heb inmiddels wel een “eigen krul getekend” maar die lijkt verdraaid veel op deze. Dus bij deze de plaatjes: http://home.wanadoo.nl/remianja/viool/Scroll_RK.jpg http://home.wanadoo.nl/remianja/viool/Scroll_RK_2.jpg Men zegt dat als er een schaap over de dam is… @hopf Op het volgende plaatje staat een zogenaamde kopieerfrees. In dit geval wordt hij gebruikt voor een gitaar, maar je moet je voorstellen dat dit natuurlijk ook met een viool kan. Persoonlijk heb ik er niets tegen om het grove werk door de frees te laten doen en het tot in detail uitwerken met de hand. Maar het geheel met de hand vervaardigen, heeft een grotere charme. Daarbij, hebben we tegenwoordig al zoveel elektrisch gereedschap ter beschikking Remi