De rib die ik in #13 beschreef en opnieuw moest, zat daarna nog steeds scheef (maar op een andere manier). Dus nóg eens een nieuwe rib bevestigd. Deze zat gelukkig wel recht. Het luistert allemaal erg nauw... De vele instructies die ik heb geraadpleegd, toonden geen van alle hoe je het bovenste klosje (en eventueel de hoekklosjes, afhankelijk van het model) korter maakt. Het bovenste klosje zou 30mm hoog moeten worden, terwijl het onderste 32 moet zijn/blijven. Voorwaarde om het goed te meten leek mij dat de bovenzijde helemaal recht moest worden, maar dat kregen mijn amateurhanden ook met goed gereedschap niet voor elkaar. Daarom heb ik vals gespeeld: Na wat schuren kreeg ik zowel de boven- als onderzijde perfect recht. En ja, ik ben me ervan bewust dat deze methode ook weer risico's met zich meebrengt want de rechte hoek ten opzichte van de ribben is niet te garanderen. In mijn geval kreeg ik een erg net resultaat. Hierna heb ik het bovenste klosje ingekort en de ribben bijgesneden. Steeds één strookje afschaven en controleren hoe het eruit ziet. Hiena konden de eerste lijmranden worden gelijmd: Wordt vervolgd...
Ik bedenk dat ik de nodige meubelmakers in mijn voorouderlijk geslacht heb en die spraken allen van "linden" daar waar ze lindenhout bedoelden, vandaar!
Overigens zag ik bij het dunner maken van het achterblad dat er een donkere plek in het hout zit. Ik weet niet of die plek al aanwezig was binnenin het hout, of dat deze langzaam ontstond door invloed van bv licht nadat het bloot kwam te liggen: De verkleurde kant komt aan de binnenkant.
Dan hierbij een methode om dat wél voor elkaar te krijgen: De tekening is niet op schaal, maar dat doet niets af aan het systeem. De bedoeling is dat er rondom de krans met het potlood een lijn wordt afgetekend. In dit geval is het hoogteverschil egaal en evenredig precies 2 mm. Ieder verschil kan worden ingesteld door de hoogte van het blokje (hier 2mm) wat is geplaatst onder het centrum van de bovenklos in te stellen. Wanneer de potloodlijn is aangebracht, kan met een schaafje het teveel aan krans voorzichtig worden weg geschaafd. De Klossen kunnen met een scherpe steekbeitel worden gevlakt en eventueel met een schaafje worden vervolmaakt. Het 'kwaad' is reeds geschied, dus voor de volgende viool kan dit dan worden toegepast.
Dat is een ingenieuze methode... dank voor de tip. Ik had ergens gelezen dat bij sommige violen alleen het bovenste klosje korter is dan de rest. Bij mijn viool lopen de ribben dus nu taps toe van 30 naar 32 mm van het bovenste klosje naar de eerste hoekklosjes. Dat betekent dat straks het achterblad er onder een hoek op moet. Dat kan niet de bedoeling zijn denk ik? Verder vlotte het lijmen en afwerken van de lijmranden en het snijden van de hoeken behoorlijk: Hierna kon de vorm worden afgetekend op het achterblad, waarna die op de pijnbank mocht:
Als het is uitgevoerd zoals ik heb geschetst in #27, heeft dat alleen effect op het bovenblad. Ik neem tenminste aan, dat vóór het aanbrengen van het verloop de randen van de krans waar het onderblad aan moet, volkomen vlak is. In dat geval staat het achterblad er niet "onder een hoek op". Er zijn inderdaad bouwers die enkel de bovenste klos minder hoog maken. Het gaat dan om 1 - 1,5 millimeter. Daar door komt het bovenblad er met een zekere spanning op. Ik pas dit niet toe. Op de tweede foto in #28 zie ik dat de kransdelen niet gelijk van dikte zijn: goed te zien in het hoekpunt. Maar het hoekpunt is niet volgens de 'regelen der vioolbouwkunst' aangebracht (laatste foto in #2). Mogelijk dat met onderstaand plaatje duidelijk wordt wat het verschil is. Met name het aanbrengen van de boog in B is een wezenlijk verschil. Daardoor gaat de vloeiende lijn van de klos over in die van het kransdeel: Ik heb er nog een afbeelding van gevonden: Ik denk dat het hiermee wel duidelijk is.
En ik dacht dus dat het om het achterblad ging, dat schuin moet lopen. Weer wat geleerd. Dank! Dat klopt. Met meer ervaring, meer geduld, meer ribbenhout en meer gereedschap zal dit in een volgende versie, als die er komt, vast beter worden. Ik zie wat u bedoelt. Ik heb de klosjes eerst aan beide zijden uitgesneden en niet eerst de rib aangebracht. Na het aanbrengen van de rib heb ik de boog wel geprobeerd door te laten lopen in het einde van de rib. Dat het eindresultaat toch niet is zoals het hoort, komt waarschijnlijk ook door het niet helemaal goed afsnijden van de hoek. Ik zag eerlijk gezegd ook de nodige verschillen in de handleidingen en ook bij de twee celli die ik van dichtbij kan bekijken, ziet het er niet identiek uit.
Weet een paar stapjes verder. De methode van Oosterhof toegepast op de krans, en deze is nu redelijk op de goede maat. Ondertussen bezig geweest met het achterblad en daarbij de rasp te onvoorzichtig gebruikt, waardoor er beschadiging aan de andere kant ontstonden. Daardoor moest ik die kant nog weer dunner maken, wat lang duurde. Maar nu kan ik eraan gaan beginnen denk ik. Perfect hoeft het nog niet te zijn. Ik lees verschillende verhalen over wat de eerste stap moet zijn bij het achterblad: eerst dunner maken naar 6mm aan de "randgebieden" en daarna een "platform" van 4,5mm maken, vervolgens de sierlijst, en daarna de welving. Maar die eerste stap wordt ook weleens overgeslagen. Misschien moest ik toch maar eens dat boek van Johnson/Courtnall in huis halen.
Ik zie op de laatste foto in #31 dat de lijmnaad van het achterblad behoorlijk is. Zit dat overal goed aaneengesloten vast? Anders loopt je de kans dat bij het aanbrengen van de juiste dikte(verdeling) het blad op de lijmnaad los laat. Maar er is al niets meer aan te doen, want een remedie zou zijn de lijmnaad lost te maken en wederom met de rijschaaf aan de slag om een zeer goed sluitende vlakken te schaven. De vorm is reeds aangebracht: er is niets meer over om weg te schaven. Ik hoop dat het vast blijft zitten. Het kan ook zijn dat aan de tegenoverliggende zijde de naad beter aansluit en dat waartegen we aankijken de binnenkant is. Afwachten maar.
Het achterblad hééft geen lijmnaad, aangezien het uit één stuk bestaat, hetgeen al te lezen viel in # 13 (het is ook goed te zien trouwens in #31) Te zien lijkt mij een potloodstreep die mogelijk is bedoeld als hulplijn. Tijd voor een monitor met een iets hogere resolutie en/of een bezoekje aan de Specsavers voor een nieuwe leesbril?
O ja, het was een achterblad uit één stuk! Nou, dan zal de 'naad' zeker vast blijven zitten. (Is een potloodstreep). Had jij niet een nieuwe monitor? Moet wel een hele goede zijn met een hoge resolutie.
Ondertussen aan de slag gegaan met het achterblad. Opvallend hoeveel verschil er zit in het werken met de guts in de verschillende richtingen. En op sommige plekken is dat hout echt een stuk harder dan op andere plekken. Na flink wat uurtjes gutsen dacht ik de guts eens te slijpen (eerst de nodige instructies geraadpleegd) maar daarna voelde de guts niet meer zo aan als voorheen. Dat vereist nader onderzoek. Het maken van de sierlijst komt al in zicht, maar omdat daar nieuw gereedschap voor nodig is dat dictum niet op voorraad heeft, heb ik het halsblok er nog maar eens bijgepakt. Doel is om daar (aan 1 of 2 kanten) een stuk zachthout tegenaan te zetten zodat er goed recht gezaagd en geboord kan worden. Maar het blok hout is niet alleen scheef, het is ook krom. (Op de foto's is het niet heel goed te zien). Ben nu bezig in elk geval één zijde recht te maken zodat er een stuk hout tegenaan kan. Wat is eigenlijk het beste stuk gereedschap om dit te doen? De nr. 4 blokschaaf doet het redelijk maar neemt af en toe toch een hap uit het hout, ongeacht de richting. Een kleine vingerschaaf doet het wel prima maar is te klein...
Die 'sierlijst' heet inleg (Engels: inlay). Een guts slijpen dient te gebeuren op een harde steen met een heel fijne korrel (bijvoorbeeld de Arkansas steen, te slijpen met olie). Als de korrel te grof is krijg je de beitel niet scherp. De hoek waaronder geslepen wordt is ook van belang. Als ik de eerste foto van #37 zie, denk ik dat je het jezelf extra moeilijk maakt, want dit is een hele kluif om dat allemaal weg te steken. Wat mogelijk kan helpen is het blad op de juiste maximale dikte brengen met één of twee millimeters extra. Voor een viool komt dat dan neer op ongeveer 16 mm maximale dikte. Die kan op verschillende manieren worden aangebracht, hetzij met handkracht (schaaf) of machinaal. Om het wegsteken met de guts te vergemakkelijken kunnen op die plaatsen die eenzelfde hoogte hebben gaten worden geboord (diameter 6mm), waar door het wegsteken veel gemakkelijker verloopt: Het is wel van belang een lijn aan te brengen waar het blad dezelfde dikte heeft (isohypsen). Dat moet zorgvuldig gebeuren, anders is het blad verknoeid. Een voorbeeld hoe dat er dan uitziet:
Het gaat hier om het schaven c.q. richten van het halsblok: ik denk dat het mes van de beitel te grof staat. Minder ver laten afnemen en ook controleren of het beitelmes wel super scherp is! Is dat de Stanley Nr.4 ? Dan is de afname redelijk simpel in te stellen.
Ik heb nog eens geprobeerd de guts te slijpen onder een kleinere hoek (20 graden) en daarna deed hij het beter. Fijner dan korrel 3000 heb ik (nog) niet. De schaaf (het is een Nooitgedacht nr.4) ook nog eens geslepen en dat hielp wel wat, maar het blijft lastig dat esdoorn. De plaatjes met gaten was ik inderdaad ook al her en der tegengekomen, maar ik vind het niet erg om veel te moeten gutsen, dat is ook wel leerzaam. Ik vind het wel lastig om in te schatten hoever ik mag uitdunnen bij de taille - er moet daar een stuk van 7mm breed vlak worden gemaakt voor de inleg, maar dan moet je daarna wel een stukje erg steil maken. Hoe dan ook, het hasblok is toch wel wat rechter geworden. Daarna maakte ik een wigje voor de ene zijde, om er vervolgens achter te komen dat het misschien beter is om eerst de lat er tegenaan te lijmen en daarná de wig te maken. Het blijft niet helemaal netjes aansluiten, maar is dat een probleem? Uiteindelijk zal dat hout toch weer helemaal worden weggehaald.