Huub, De stem van Heinz Polzer is weleens omschreven als 'ongeschoold'. Ik denk dat die omschrijving aardig recht doet (deed) aan de werkelijkheid. Overigens maakten zijn stem en zijn houterige optreden bewust deel uit van zijn act. Ik heb een beetje moeite met de kwalificatie 'rijmelarijen'. Want in werkelijkheid is sprake van een dichterlijke (= taalkundige) virtuositeit die hooguit wordt benaderd door die van, lang geleden, Jacques van Tol en voorts Guus Vleugel, Willem Wilmink, Ivo de Wijs en nog enkele anderen. Voorts kunnen wij alleen maar dankbaar zijn voor het bedenken door Heinz Polzer van een nieuwe dichtvorm, namelijk de 'ollekebolleke'.
Gezien de titel van dit onderwerp kan het haast niet anders dan dat Heinz Polzer ook een stem moet hebben gehad als een stentor, die daarmee geluidsoverlast veroorzaakte. Als Polzer dan ook nog een viool onder zijn kin zou hebben gehad -want dat weet ik niet, ik opper slechts de suggestie- die zijn stentorstem kon evenaren, zijn we weer terug bij het onderwerp. Dus gevraagd: iemand die 'even' uitzoekt of die Heinz Polzer ook nog viool speelde. Er zijn zelfs Stentor-violen in de markt! (Maar veel bijzonders is het niet!).
Bij mijn weten heeft Drs. P. nooit viool gespeeld (wel piano). Maar hij heeft met zijn doctoraal economie ook nooit iets gedaan. Maar daar zijn er meer van
Dat kan ook weer te maken hebben met een andere halshoek. Dat is te vergelijken met een stuwdam: wanneer de kromming toeneemt kan er ook een grotere druk op worden aangelegd. Zo zal bij een iets hogere welving de halshoek iets groter moeten worden (anders zit de toets te dicht op het bovenblad en wordt de kamhoogte te gering) en neemt daardoor ook de kamdruk een ietsje toe. Het heeft allemaal interactie met elkaar, vandaar dat het meestal niet aan één bepaalde variabele valt toe te schrijven.
