Nieuwe mensuur grootte (viool)

Discussie in 'Viool' gestart door remi, 12 okt 2005.

  1. remi

    remi ♫ ♪

    Lid geworden:
    11 mei 2004
    Berichten:
    1.715
    Bij oude instrumenten kun je vaak zien dat de mensuurlengte is vergroot.
    Op de viool is een langere hals gemonteerd waarop de oorspronkelijke krul is gemonteerd.

    Dit alles om een (oud) instrument te laten voldoen aan de huidige eisen.
    Een grotere mensuur (langere hals) betekende natuurlijk ook een hogere spanning van de snaren en een grotere druk op het bovenblad, dus ook de basbalk moest sterker worden. Kenmerk twee.

    Nu zit ik met het probleem dat ik niet precies weet wanneer deze periode is ingegaan. Dus zit af en toe te gokken naar bepaalde kenmerken (eigenschappen) van een viool.
    Ten eerste is het opnieuw aanzetten van een krul (kop) een arbeid intensief werk en moet ook nog eens er netjes gebeuren, en is dus niet weg gelegd voor goedkope of mindere instrumenten. Toch kom ik steeds instrumenten tegen (foto’s) van relatief jonge instrumenten c.a. 1800 en er na met een versneden hals.
    Gevolg is dat ik dus vaak loop te twijfelen of het om een werkelijk oud instrument gaat of om een vervalsing of schade aan de oorspronkelijke hals.

    Wie o wie weet wanneer de periode van grotere mensuur (langere hals) is begonnen, en wie heeft wat meer ervaring.

    Remi
     
  2. Bettina †

    Bettina †

    Lid geworden:
    7 mei 2005
    Berichten:
    37
    Homepage:
    Ik zou zeggen na de barok, dus vanaf ca. 1750, maar natuurlijk niet van de een op andere dag. Ik neem aan dat er begin 19e eeuw ook nog barokviolen werden gebouwd die later zijn aangepast.

    Zie bijv. de volgende link:
    http://www.scavm.com/Baroque.htm

    Bettina


    (Dit bericht is door Bettina bijgewerkt op 13/10/2005 om 11:07 uur)
     
  3. Oosterhof Vioolbouw

    Oosterhof Vioolbouw Frits Oosterhof Beheerder

    Lid geworden:
    29 mrt 2003
    Berichten:
    14.284
    Homepage:
    Nog even ter opfrissing wat de mensuur ook al weer was, want anders gaat men een foutief beeld krijgen van dit begrip.

    De uitdrukking “mensuurlengte” is onjuist! De mensuur is een verhoudingsgetal tussen de lengte van de snaar en die van de halslengte en van de klankkast, zodat bij een langere halslengte deze verhouding verandert. Het is niet zo dat de halslengte hetzelfde is als de mensuur. Ook is de snaarlengte niet hetzelfde als de mensuur.

    Natuurlijk verandert de mensuur wanneer de halslengte verandert, want de verhouding verandert. De juiste verhouding is uitermate belangrijk bij het beginnende vioolspel waar veelal begonnen wordt op de kleinere instrumenten. Bij de goedkopere seriematig gebouwde viooltjes mankeert het nog al eens aan de juiste mensuur, zodat bij overgang op een groter instrument er zeker in het begin problemen ontstaan met de zuiverheid. De oorzaak daarvan is dat de verhouding van de toonsafstanden ‘opeens’ heel anders zijn dan die bij de vorige viool, wat vaak een ¼, ½ of ¾ viool zal zijn geweest. Bij de huidige moderne instrumenten is de mensuur gebaseerd op de 5/7-deling waarbij de snaarlengte voor een 4/4-viool meestal op 325 mm gesteld wordt en de halslengte op 135 mm. Zo zullen bij verschillende corpuslengtes de halslengtes ook verschillen, maar de mensuur zal hetzelfde zijn. Tot zo eind 18e-eeuw werd de hals ongeveer 5 tot 7,5 mm korter gemaakt dan nu het geval is. Wanneer de viool goed is gebouwd zal de f-kerf precies liggen op een afstand van 194 mm gerekend vanaf de bovenste rand van de corpus (richting krul). Omdat de halsvoet ongeveer 5 mmm is ingelaten moet deze lengte er in feite weer van worden afgetrokken: (194 - 5) = 189 mm. Bij 5:7-deling 189:7 = 27 mm x 5 --> 135 mm voor de halslengte.

    Er zijn een tweetal redenen die de grotere druk op het bovenblad hebben beïnvloed:
    ten eerste neemt door de grotere snaarlengte de druk op het bovenblad weliswaar een ietsje toe, maar een veel groter effect had de wijziging van de inclinatiehoek van de hals tov van het klanklichaam, hetgeen de verticale druk op het bovenblad deed toenemen. En ten tweede komt daarbij, dat de toonhoogte van de A omhoog ging van 415 Hz (Barokstemming) naar de huidige 440 Hz.

    Soms is het mogelijk bij kleinere viooltjes de mensuur te corrigeren door de kam te verplaatsen. Het gaat vaak om een aantal mm’s, maar nét genoeg om te kunnen corrigeren. De kampositie wordt aangegeven door de binnenste inkepingen in de f-gaten en is zeker bij handgebouwde instrumenten correct t.o.v. de halslengte. Er zijn helaas maar weinig handgebouwde kleinere violen in omloop.
     

Deel Deze Pagina