En zo wordt een mythe in stand gehouden! Want wat horen we feitelijk? Een viool die door tientallen vioolbouwers in de loop van bijna drie eeuwen onder handen genomen is, waaraan van alles en nog wat is veranderd en die al helemaal niet meer klinkt als in de 18de eeuw, ook al omdat het instrument anders wordt bespeeld als toen. In het nieuwste nummer van het blad van het Nationaal Muziekinstrumentenfonds wordt beschreven hoe er met een Guarneriviool uit de collectie wordt omgegaan: vioolbouwer en bespeler proberen beide het instrument naar hun hand te zetten, er wordt gesproken over voeringen, over aanpassingen en het blijft volstrekt onduidelijk wat dan eigenlijk het èchte kenmerk van een Guarneri is. Er is slechts één persoon die géén invloed heeft op het klinkende resultaat en dat is de heer Guarneri zelf. Men knutselt met wat onderdelen die in de achttiende eeuw gemaakt zijn door een vioolbouwer die ook niet altijd even zorgvuldig bouwde, een manier van bouwen die men nu aanduidt met de term “gedurfd” of “virtuoos”...