Ik zie nu pas dat de initiator (Liuwe) van dit onderwerp, het heeft over ene Willem Bouwman, ja met een 'w' er in. Wanneer je dat invoert in Google maakt die er toch direct Bouman van en dat vind ik wel knap!
Dat zou leuk zijn, maar ik neem aan dat in het pand inmiddels de zus van Vedral er niet meer zit en er nu één of andere winkel zal zitten? Je hebt dus niet meer de foto's dat Vedral er nog zat en er nog een altviool in de etalage lag?
Hierbij dan wat foto’s van het pand van Vedral. Helaas is de foto waar de heer Vedral zelf op staat van de voordeur gehaald en was mejuffrouw Vedral ook niet thuis. Voor de volledigheid ben ik ook nog even langs het graf van de familie Vedral geweest aan de Haagse begraafplaats “St. Petrus Banden” aan de Kerkhoflaan.
De Foto van de winkel van Vedral deed me dit verhaaltje schrijven, heerlijke winkels waren het je stapte in zo'n winkel een andere geheimzinnige wereld binnen. De Vioolwinkel. De Vioolwinkel zit in een nauw straatje in de binnenstad, de ouderwetse gevel leunt iets naar voren en in de etalage rusten twee vermoeide Violen tegen een eikenhouten paneeltje, de deur klemt een beetje en doet de bezoeker licht naar binnen tuimelen. Het is een stille wat donkere wereld waarin hij nu staat, achter de brede toonbank is een grote donkerbruine kast en achter de glazen deuren van die kast hangen de Violen keurig op een rij. Het duurt even voordat uit een zijdeur de Vioolbouwer te voorschijn komt, hij heeft een groot lederen schort voor en er zitten wat kleine houtkrulletjes in zijn grijzende haar. Hij kijkt met toegeknepen ogen naar de bezoeker, en legt bedachtzaam de beitel die hij nog in zijn hand heeft op het groene laken van de toonbank. Ik kom naar een Viool kijken zegt de bezoeker aarzelend, want hij begrijpt dat hij de grote meester heeft gestoord in zijn scheppende arbeid. Een Viool zegt de bouwer zacht en hij kijkt de bezoeker aan of hij hem een oneerbaar voorstel heeft gedaan. De bezoeker knikt, de Vioolbouwer draait zijn rug naar hem toe en tovert uit de lade van de grote kast achter zich een goudbruin instrument, voorzichtig bijna teder legt hij het voor de bezoeker neer. Hij plaatst zijn grote handen naast het instrument en tikt met de wijsvinger van zijn rechterhand tegen de krul, een oudje meneer zegt hij kijkt U eens naar die krul. Dan zonder iets te zeggen pakt hij een strijkstok van de toonbank draait de spanschroef aan en zet de Viool onder zijn kin, het is een zachte droevige melodie die de ruimte vult. De bezoeker krijgt tranen in de ogen en begrijpt dat dit het instrument is waar hij al jaren naar op zoek is, als de Vioolbouwer is uitgespeeld en het instrument weer neerlegt is hij al verloren en besmuikt vraagt hij naar de prijs. De Vioolbouwer zegt niets maar draait zich weer naar de kast doet een deur open en pakt een andere Viool, dit is misschien meer Uw prijs zegt hij echt iets bijzonders en niet duur. De eerste Viool ligt zacht glanzend naast de andere, de bezoeker weet maar één ding hij moet die eerste Viool hebben hij pakt hem op en ziet de prachtige vlammen van het achterblad glanzen in het schaarse licht. Dan legt hij hem weer neer en met een zekere walging pakt hij de andere Viool op, kan ik die ook nog even horen zegt hij uit fatsoen en hij reikt hem de bouwer aan. Even later vult de ruimte zich met zigeuner muziek, maar het klinkt scherp en schel de bezoeker in de oren, die klinkt veel beter zegt hij en hij wijst op zijn begeerde instrument. De Vioolbouwer knikt maar daar is de prijs ook naar zegt hij, ja meneer alles heeft zijn prijs, hoeveel vraagt de bezoeker bijna nors, de bouwer aarzelt en noemt nu een hoog getal met enkele nullen, ik neem hem zegt de bezoeker alhoewel hij niet weet hoe hij hem betalen moet. Als de bezoeker weg is sloft de Vioolbouwer weer naar achteren, doet zijn schort af en veegt de krullen uit zijn haar, en vraagt zijn vrouw, verkocht zegt hij vermoeid, ze knikt tevreden, maar ze ziet de tranen in zijn ogen niet.