Het "rond-spelen" (gewrichten en vingerskootjes niet in rechte of hoekig gebogen toestand) heeft eigenlijk niks te maken met het verschil tussen hard en zacht. Het harder spelen betekent meer stokdruk (gewicht van de arm gebruiken) en een wat hogere streeksnelheid. Bedoel je met "afgeknepen" de linkerhand aan de hals? In dit geval zou je eens kunnen proberen een simpel loopje of (deel van) een toonladder zacht te spelen en je te concentreren op rond en niet knijpen. Daarna hetzelfde loopje hard en alleen die spieren te gebruiken die nodig zijn voor meer stokdruk en streeksnelheid. Je zal zien dat je onbewust met veel meer spieren "in de aanval" gaat dan nodig is als het een forte-passage betreft. Op het moment dat je een stuk op een expressieve manier aan het spelen bent, wil de fysieke betrokkenheid nog wel eens met je spel aan de haal gaan. Dat is misschien de reden dat bij jou een etude (lekker saai ) op dit punt beter ging zoals je beschreef.
In verband met dit onderwerp is het wel aardig op te merken dat bepaalde problemen in geplaatste stukjes van je zelf soms al sneller achterhaald zijn dan je op dat moment dacht. Of beter gezegd, dat andere moeilijkheden ze hebben verdrongen. Zo stoor ik me er nu aan dat mijn Kerstliedjes niet mooi genoeg klinken o.a. omdat ik de strijkstok niet voldoende in een rechte lijn over de snaren beweeg maar een beetje zwabber. Het zijwaarts schuiven geeft dan te pas en te onpas lelijke bijgeluiden. Niet heel erg in vergelijk met een jaar geleden maar toch, het kan mooier klinken. En zeker voor de huisgenoten....... Als je langzaam en ontspannen strijkt is de richting nog wel vast te houden maar bij stukjes waar je je op andere moeilijkheden moet concentreren ga je toch weer snel in de fout. Het mooist zou het zijn als je een hele avond of desnoods een week lang oefeningen kon doen om mooi te leren strijken maar blijkbaar werkt dat niet zo. En dan vraag je je af waarom je als minder talentvol vioolspeler bepaalde technische moeilijkheden van een jaar niet in een paar weken of maanden kan proppen zodat je daar dan de rest van je leven vanaf bent. Hetzelfde geldt voor de snaarwisseling. De stok een paar graden fout en je raakt even 2 snaren tegelijk aan. Ineens de juiste hoek gelijk goed pakken blijft moeilijk. Een wiskundige aanpak van een probleem is het analyseren van het probleem, je bedenkt een oplossing, je past het toe en het probleem is opgelost. Bij de vioolstudie lijkt het wel een lijdzaam afwachten in de hoop dat je na verloop van tijd kan constateren dat het probleem niet meer bestaat. Vanaf morgen ga ik me concentreren op een eenparige rechtlijnige beweging zoals ze in de mechanica zeggen. De aanhouder wint. Dat wilde ik even kwijt. Jaap.
En dan zal je zien: heb je je stok strak onder controle, het ding doet eindelijk wat jij wilt, krijg je te horen dat je "te mechanisch" speelt, moet je meer uit je hoofd gaan spelen zodat je spel vrijer en meer ontspannen wordt en........daar ga je met je prachtige stokvoering!! Het is gewoon een never ending improving story.
Verder doen Jaap: de spiegel is een heel dankbaar instrument om mee de bewegingen van je strijkstok te controleren. Honderden keren op de losse snaren met de hele boog vanaf de slof tot de punt zowel in afstreek als in opstreek voor de spiegel oefenen. Je zal het horen aan je toon. Tip: beweeg je onderarm en laat vooral je schouder NIETS doen (zeker niet optrekken!!) Veel succes!! En je weet het hé... blijven volhouden is de boodschap.
Studeren met de spiegel erbij, is ook iets dat ik vaak doe. Op één ding moet je wel voorbereid zijn: Zoals je bij autorijden de neiging hebt om met je stuur naar links af te wijken tijdens het over je linker schouder omkijken, zo kan diezelfde neiging ook je rechterarm be-invloeden. Als violist sta je redelijk zijwaards voor de spiegel als je je stokvoering wilt controleren en moet je met je hoofd wat naar rechts draaien om in de spiegel te kijken. Het kan gebeuren dat je voor de spiegel schever gaat strijken terwijl je dat normaal niet of nauwelijks doet.
Je kan voor specifieke dingen ook een webcam gebruiken in samenwerking met een spiegel. Bijvoorbeeld voor controle op rechtstrijken zet je een webcam rechts van je en controleer je jezelf op een monitor die voor je staat, terwijl je in de spiegel controleert of je linker arm wel een pendelbeweging maakt bij snaarovergangen. Bij de streekwisseling hoort dat je een ronde beweging maakt als de afstreek overgaat in de opstreek en visa versa. Die beweging mag nooit stoppen of stokken. De streekwisseling krijgt zo als het ware de vorm van een ellips in plaats van een rechte lijn.
Ja, de spiegel, die heb ik er de laatste tijd ook regelmatig bij gehaald, zeker een nuttig hulpmiddel om met name je strijkgedrag te controleren. Ook ontdekte ik dat ik nogal chagerijnig kijk, al spelende, dus probeer ik nu ook iets van een vrolijk gezicht op te zetten Recht strijken, en vooral: eenzelfde contact-punt op de snaar houden, is natuurlijk belangrijk voor een mooie toon. En het ziet er ook meteen mooier uit. Maar het hoeft nu ook weer niet zo rigoreus dat de stok geen milimeter mag afwijken van z'n loodrechte positie t.o.v. de snaar; ik doel dan op het gegeven dat je vaak ziet dat de stok richting punt strijkend wel 's een weinig 'wijkt' , d.w.z; de punt van je af, de slof naar je toe; om de stok dan helemaal recht te houden zou je je rechterarm wat meer naar voren moeten bewegen, maar doe je dat niet, is volgens mij geen doodzonde, toch? Voor de klank hoeft dit helemaal niet nadelig te zijn, als je maar een zelfde contactpunt houdt. En Hilleke; strijken , van met name hele stokken, komt voor een groot deel wel uit beweging van de elleboog, maar ik zou niet willen zeggen dat een schouder helemaal niets doet; misschien niet zozeer aktief, maar hij helpt denk ik wel een mooie streek mogelijk te maken. Wat bij mij goed voelt, en zoals ik het geleerd heb (altijd fijn als die twee samen gaan) ; bij de opstreek de elleboog 'mee te nemen' , die gaat dan ietsje omhoog, en zakt dan vlak voordat de afstreek begint weer wat naar beneden, zodat je arm, met ietsje meer gewicht vanwege de lagere elleboog, eigenlijk vanzelf in de afstreek glijdt. En vlak voor dat je aan de 'op' begint, gaat-ie weer iets omhoog. Om dit mogelijk te maken, heb je wel enige beweging in de schouder nodig. Niet in de zin van, en daar doelde jij misschien op; een strijkbeweging in het horizontale vlak, maar meer in een verticaal vlak zodat een soort circel-beweging van de elleboog mogelijk wordt.
Ik weet niet of dat wel klopt! Het lijkt me namelijk onuitvoerbaar, omdat dan een andere snaar ongewild wordt aangestreken. Er is namelijk niet zo veel 'speelruimte' om een ellips te beschrijven, hooguit op de G- en E-snaar, maar ook zeer beperkt omdat je dan al gauw tegen de rand aan strijkt van de taille. Als dat voor de andere twee snaren wel zo is, is de vorm van de kam verkeerd! Die staat dan veel te bol, hetgeen een soepele snarenwisseling in de weg staat. Frits
Over het 'rond' strijken denk ik het volgende: Het is wel degelijk een ellips, wel eens waar een behoorlijk platte omdat je anders de snaren raakt, maar het is er wel een. Wat Carl zegt over de elleboog geeft die ellips aan. Dus de ellips zit in de elleboog/arm, maar ook in pols en knokkels. De stok, maakt echter geen ellips beweging. aangezien de ellips bewegingen als een soort schokdempers voor elkaar en de streekwisseling fungeren. Verder is het niet zo dat je je schouder beweegt. Je beweegt je arm en daardoor het schouder gewricht en spieren die tot voorbij de schouder aangehecht zijn. Maar met je schouder zelf doe je niets. Dit betekend uiteraard niet optrekken of naar voren duwen, maar ook niet het vastzetten of naar beneden drukken omdat je anders denkt dat je hem optrekt.
Een streekwisseling zal als die in 100% lineaire richting (op dezelfde snaar) gewisseld wordt altijd een "beginnetje" laten horen hetzij aan de punt, hetzij aan de slof. Typisch zo'n verschijnsel dat als je een elips denkt te willen gaan maken, dan is het al teveel.
Ik vind de uitleg en beschrijving van ‘Abbyviool’ zeer aannemelijk. Daarbij doet zij uit de doeken dat er wel een ellips wordt beschreven maar niet door de stok. En dat staaft mijn bewering over de weinige bewegingsvrijheid die men heeft over de snaren! Dat houdt ook in dat fysiek gezien, het hele bewegingsmechanisme van de stokvoering behoorlijk ingewikkeld is. Frits
En niet te vergeten het gestuiter wat je krijgt bij een ellipsbeweging van de stok. Of speel je dan alleen afstreken?
Je elleboog 'meenemen' bij de opstreek. Carl, dat vind ik heel verrijkend om het zo te formuleren. Wat jullie allemaal vertellen over cirkels en ellipsen bij de streekwisseling: ik denk dat als je opstreek en afstreek goed uitgevoerd is, dat je dan al vanzelf een mooie klank bekomt. Dat van die streekwisseling is dan nog een extraatje dat je jezelf stilaan op jouw manier kan eigen maken door vooral goed te luisteren. Of ben ik verkeerd? NB Jullie bedoelen toch een ellips in de elleboog? Of niet? Dat van die spiegel en kijken terwijl je je hoofd wat extra hebt gedraaid: inderdaad dat is een moeilijkheid. Daarom gebruik ik het volgende truukje: Ik speel mijn afstreek (of opstreek) en als ik ongeveer driekwart van mijn boog gebruikt heb, stop ik abrupt en dan kijk ik in de spiegel om te zien of mijn boog nog loodrecht is. (Dat doe ik natuurlijk niet bij alle boogstreken, maar toch wel regelmatig). Als ik minder op mijn boog zelf wil letten, maar meer op mijn arm, dan kijk ik wel de hele tijd in de spiegel.
Het voornaamste probleem van rechtstrijken komt voort uit het feit, dat onze ledematen geen bewegingen kunnen maken, die rechtlijnig zijn. Het buigen in een gewricht is altijd een cirkelvormige beweging. Strijken als rechte lijn is daarmee altijd een combinatie van die cirkelvormige bewegingen. En helemaal rechtstrijken en volmaakt evenwijdig strijken aan de kam doe je ook niet. Want als je een mooie volle toon uit je viool wil halen, dan strijk je de snaar aan onder een hoek met de kam. Deze hoek is echter uiterst klein en je moet niet al te snel strijken. De punt van de stok wijst een beetje naar de toets en de slof ligt dan iets meer naar je lichaam toe. Je kan zeggen dat de stok met de klok meedraait. Voorwaarde is dat de hoek ten opzichte van de kam even groot blijft en niet verandert bij de streekwisseling. Ofwel, de weg die de stok aflegt is gelijk bij afstreek zowel als opstreek. Er is derhalve sprake van een enigszins schuine streek. Je kan dat goed zien als je een solist op het podium ziet van boven en op deze video van Jascha Heifetz.
Volhouden als het moeilijk wordt is de titel van deze topic. Mijn lerares zei vorige week dat ze niet tevreden was over mijn resultaat. Mijn 2de en derde vinger zijn steeds te laag. En ik moet ze niet omlaag schuiven maar het vingertopje iets kantelen. Het verschil hoor ik amper. Als ik het niet hoor moet ik het aan de spanning van de vingers leren aanvoelen zei ze toen. Maar ook dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Ze zegt dat het gewoon luiheid is om de vingers op de meest makkelijke manier op de snaar te drukken. En ik was net zo blij dat ik het stukje "foutloos" kon spelen. Ik vraag me nu af of ik het ooit goed zal doen en wanneer. Kent iemand het probleem van een lange weg naar zuiver spelen met goed resultaat? Of wordt het dan afhaken?
Ja Jaap, het streven naar zuiver spelen, dat blijft ons strijkers ons hele speel-leven vergezellen, er is geen ontkomen aan... Troost je met de gedachte dat ook top-violisten (of beter gezegd; júist topviolisten) dagelijks met de zuiverheid aan het stoeien zijn. En dat ook de meest geprezen topsolisten wel eens finaal misgrijpen. En dan zul je misschien denken; 'ja dat is lekker, als zíj er al moeite mee hebben, wat moeten wij gewone stervelingen dan ? Maar; verbetering is altijd mogelijk, en wanneer je merkt dat je hierin vooruitgang boekt, geeft dat heel veel voldoening. Zuiver proberen te spelen begint met horen wanneer je niet zuiver speelt; wanneer je hier moeite mee hebt, kun je proberen de noten van een bekend liedje/stuk eerst zuiver te zingen, en daarna proberen net zo na te spelen. En daarbij héél kritisch luisteren of de noot die je speelt ook exact gelijk is aan de noot die je in je hoofd had of net zong. Beweeg je vinger op de toets een fractie heen en weer, of bewegen is eigenlijk niet het goede woord, het is in feite niets meer dan een heel weinig naar voren en naar achter kantelen, en luister dan goed naar verschil in toonhoogte, en probeer de noot zo 'mooi' mogelijk te krijgen; een zuivere noot klinkt mooier dan een niet-zuivere, omdat er meer boventonen en/of losse snaren mee resoneren. Andere methode en hier ook al vaker genoemd; controleren met losse snaren (mits wel behoorlijk gestemd natuurlijk ); 1e vinger met snaar lager, zodat je een mooie samenklank krijgt zonder zwevingen; 1e vinger op G-snaar met de D-snaar voor een mooi kwart-interval) 2e vinger met snaar hoger, 3e met snaar lager zodat je een mooi octaaf krijgt, en 4e vinger met losse snaar erboven. Het blijft dagelijkse kost, het streven naar zuiverheid; neem een voor jou 'makkelijk' (in technische zin, kwa streken en 'vingervlugheid') stukje, of gewoon lange noten of een toonladder in lang aangehouden noten; beoordeel iedere nooit kritisch; probeer of-ie nóg zuiverder kan, totdat-ie mooi klinkt en je helemaal tevreden bent. Als je je hierin vaak genoeg traint, zullen je vingers steeds meer automatisch de juiste stand aannemen en de juiste positie op de toets weten te vinden, dit gaat op den duur in het motorisch geheugen zitten. Het blijft werken, schaven, je gehoor trainen en dit door geven aan je vingers; probeer je te richten op verbetering, en niet zozeer op het foutloos spelen van een stuk; er is immers geen violist ter wereld die foutloos speelt, voor een ieder geldt dat hij/zij streeft naar een beter/zo goed mogelijk resultaat.
Ik dacht ik zeg er maar niets van maar het bleef mij dwarzsitten en het volgende moet mij toch van het hart: De bewoordingen die jou lerares kiest zijn op zijn minst weinig pedagogisch gekozen. Tuurlijk zal je gewoon vals hebben gespeeld, maar kan dat niet anders verwoord worden??? Wij zijn het allen erover eens, beginners en virtuosen, dat zuiver spelen heel veel oefening vraagt. En als er dan werkelijks niets goed zou zijn, dan is er nog altijd je doorzettingsvermogen en motivatie die een grote pluim verdienen, iedere week weer. En dan vertelde je eerder dat je alleen maar een toonladder mocht spelen en geen etude omdat het niet zuiver was...lijkt wel op straf. Het klinkt alsof ik toch veel meer plezier heb tijdens mijn les, hoe dramatisch het op les soms ook kan klinken in vergelijking met thuis. Ik vraag me al vaker waar mijn lerares dat engelengeduld vandaan heeft. En regelmatig hoor ik haar zeggen: ik zei toch dat je dit onder de knie zou krijgen. Nou als een kind zo blij ga ik dan weer naar huis. En ik mag gelukkig altijd leuke stukjes spelen naast alle toonladders en technische etuden. Dus, tja ik heb geen dus, maar als het klikt met leerling-docent is dat wel fijn. En ik vind het fantastisch wanneer volwassenen een volstrekt nieuwe activiteit oppakken, het is ook nog verschrikkelijk goed voor je brein, want bij iedere (valse) noot of nieuwe techniek die je uitprobeert worden er steeds nieuwe verbindingen tussen die grijze cellen in je bovenkamer gemaakt en blijf je je (brein) ontwikkelen.
Na het lezen van jullie verhaal kwamen bij mij ook herinneringen boven van vroeger die kleinerend overkwamen met de bedoeling je tot betere prestaties te motiveren. Als mijn leraar zei: "Kijk, zo speel jij" waarbij hij de meest afschuwelijke imbiciele gezichtsuitdrukking liet zien, durfde ik nauwelijks te kijken omdat ik me zo diep schaamde. De oh zo nuttige toonladder degraderen tot muzikale strafregel mist ook z'n doel. Het woord "luiheid" zou je moeten relativeren. Voordat motorische besturing en gehoor leren samenwerken en je jezelf leert corrigeren, gaat tijd overheen. Behalve het de verticale beweging kan je horizontale bewegingen (waar Carl al iets over uitlegde) oefenen. Als je op de D-snaar d(0)... e(1)... f(2)... g(3) speelt, voel je dat de afstand tussen f en g meer aandacht vraagt dan wanneer je i.p.v. f(2) een fis(2) speelt. De verschillen van kleine secundes met dezelfde vinger gespeeld, vereist oefening zowel voor het gehoor als fysiek. Als je daar niet op bedacht bent, valt de vinger tijdens het spelen van een stuk in tempo er ergens tussen die 2 noten in en dat heet "vals".
Laat je niet ontmoedigen, Jaap. Een zuiver gehoor is iets dat langzaamaan groeit. En er is geen enkele muzikant die volledig foutloos speelt. Trouwens volledig foutloze muziek klinkt zo machinaal dat het niet om aan te horen is. Ik hoop dat je in het vervolg het weinig diplomatisch taalgebruik van je leerkracht naast je neer kunt leggen. Neem het gewoon niet persoonlijk op. Goede moed!!