Marcelita heeft me eens in haar oneindige goedheid toegestaan haar cello te beroeren. Wat er toen door mij heenging, is bijna met geen pen te beschrijven, maar ik zal het toch proberen. Toen ik de strijkstok zeer haperend over de snaren liet glijden, ging er een rilling over mijn rug, en ik werd koud en warm tegelijk. Ik heb dit later trachten te analyseren, maar ik kan het gevoel wat ik toen had het best omschrijven als genot. Hier is dan ook meteen het antwoord op je vraag, ik haalde genot uit de cello.
Ik weet het, ik ben gevallen voor de cello. Is het de lage zwoele stem, is het de trilling van het cellolichaam, de mooie taille, of de wulpse boven en onderkant ? Ik weet het niet, ik denk dat het alles bij elkaar is wat mij een gevoel van genot geeft, ja ik zou bijna zeggen, een Hemels gevoel geeft. Ook het omarmen van het instrument en het bijna intiem tussen de benen klemmen, doen mij denken aan oude liefdes. Ik nu moet stoppen want anders ga ik te ver.