Waarop streken componisten?

Discussie in 'Overig' gestart door Marcelita, 22 dec 2017.

  1. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Voor een amateur heeft Benedetto Marcello toch wel héél verdienstelijk gecomponeerd en is door de eeuwen heen overeind gebleven. Dat wist men natuurlijk niet direct na zijn dood. Ik denk niet dat hij op een waardeloze viool heeft gespeeld. Hij, dan wel zijn familie, beschikte vermoedelijk wel over de de middelen om een goed instrument aan te schaffen. Ja, jij, Tobias, denkt ook dat het wel een prachtinstrument moet zijn geweest.

    Van adellijke families in Italie zijn wel meer spullen bewaard gebleven. Zo had je bijvoorbeeld de familie Borghese, ik dacht ook dat daar regenten in de familie zaten, en daar is ook wel het één en ander van terug te vinden.
    Het kan goed zijn dat de violen van de gebroeders Marcello ergens in een villa in een vitrine te bezichtigen zijn of dat een verre muzikale nazaat er nu op speelt. In dat laatste geval wordt het ondoenlijk om het instrument nog te vinden.
     
  2. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Een beroemde viool, maar dit was maar één van de violen waarvan bij Tarisio/het Cozio-archief bekend is waarop hij speelde. Ook zijn er vier celli van hem daar bekend.

    We gaan het dus over Nicoló Paganini hebben (1782–1840)

    [​IMG]

    De duivelse violist, de rubberen man (bijnamen die slaan op zijn technische vaardigheid)

    Nicoló was de derde van zes kinderen, werd geboren in Genua, Italië, en kreeg al heel jong vioolles van zijn vader. Hij kreeg echter eerst les in mandoline (vanaf 5 jaar) en na twee jaar vioolles.
    (bron: https://www.thefamouspeople.com/profiles/niccolo-paganini-381.php#personal-life-&-legacy)
    Zijn vader was echter actief maar zou niet succesvol zijn geweest in de scheepsbusiness en speelde zelf mandoline in een orkest om zijn inkomsten te verbeteren, en wat viool. Nicoló had duidelijk talent en toen zijn vader hem niets meer kon leren, werd hij naar de beste leraren van Genua gestuurd. De violist van het orkest waar hij eerst les van kreeg, had spoedig door dat het om een zeer getalenteerde jongen ging en stuurde de jongen door naar een ander en uiteindelijk kwam hij bij Giacomo Costa terecht. Daar kreeg hij ook les in harmonieleer en contrapunt. Zijn eerste optreden was op zijn 11e in een kerk. Het werk van Auguste Frédéric Durand, een Frans-Poolse vioolvirtuoos met een reputatie voor het maken van shows tijdens de uitvoering van muziekwerk. Nicoló kwam dus al vrij vroeg in aanraking met het idee dat je van een concert een spectaculaire show kunt maken.

    De jonge Nicoló ging vrij snel na dit eerste concert naar leraar Alexandro Rolla in Parma die onder de indruk was van dit jonge talent. Hij ging hem compoitielessen geven. Na een intensieve studie bij leraar Rolla, ging Nicoló Paganini weer terug naar Genua en ging componeren en uitvoeringen geven, hoofdzakelijk in kerken, en ging daarnaast zeer fanatiek viool studeren tot wel 15 uur per dag om zijn eigen composities onder de knie te krijgen.

    [​IMG] zo moet hij eruit hebben gezien net terug uit Parma.

    In deze periode heeft hij ook een concert gegeven in Livorno, waar hij van een rijke zakenman Livron een Guarneri mocht lenen. Het gaat hier om de beroemde Canone . De zakenman was zo onder de indruk van het concert dat Nicoló het instrument mocht houden!

    [​IMG]

    Op een ander moment, dat was in Parma, won Nicoló een uitdagend wedstrijdje á vue spelen van een zekere meneer Pasini en won zo nog een andere Guarnerius viool (niet duidelijk welke).

    Rond 1801 ging Nicoló samen met zijn vader naar Lucca voor een uitvoering tijdens het festival van het heilige kruis. Vader ging altijd mee op concerttournee. Zijn optreden daar was een daverend succes en maakte hem geliefd in Lucca.

    Nicoló had echter zijn zwakheden: gokken, achter de vrouwen aan en alcoholmisbruik. Dit leverde hem een inzinking op en dat al zo vroeg in zijn carriere. Na herstel hiervan keerde hij terug naar Lucca en kreeg door bemiddeling van Napoleons zus, prinses Elisa Baciocchi, een functie als hofviolist.

    Waarschijnlijk lag het aan zijn rusteloosheid dat hij die functie toch na een tijdje vaarwel zei en als vioolvirtuoos door Europa ging rondtoeren voor het geven van concerten. Zijn reputatie kreeg in de loop van de tijd mythische proporties door zijn fysieke gestalte met lange ledematen en lange vingers en hyperflexibiliteit (mogelijk door twee syndromen) en zijn toewijding aan zijn vioolspel.

    Paganini had met een paar mensen hechte vriendschappen, zoals met de componisten Gioachino Rossini en Hector Berlioz. De laatste componeerde hij "Harold in Italie" en een liefje, bij wie hij zijn zoon Achilles verwekte en die later door hem werd erkend en erfgenaam werd van zijn bezit.

    Tijdens zijn leven heeft hij een aantal strijkinstrumenten vergaard, o.a. door een begunstiger die hem een Guarnerius viool heeft gegeven (echter niet duidelijk welke dat was).
    One patron was purportedly so moved by a performance that he gave Paganini a coveted Guarnerius violin. Another vowed he had seen he had seen the devil helping Paganini with a particularly impassioned performance.

    Hij bezat violen:
    - de Antonio Amati 1600
    - de Nicoló Amati 1657,
    - de Paganini-Desaint Stradivari 1680,
    - de Guarneri-filius Andrea 1706
    - Le Brun 1702 Stradivari
    -de Vuillaume 1720 Bergonzi
    - de Sarasate 1724 Stradivari (thans in het musee de la musique, Paris)
    - de Hubay 1726 Stradivari
    [​IMG]
    de Hubay

    - de Comte Cozio di Salabue 1727 violen
    - de Countess of Flanders 1583 da Saló-di Bertolotti
    - de Mendelssohn 1731 Stradivari altviolen
    -de Piatti 1700 Goffriller cello
    - de Stanlein 1707 Stradivari cello
    - de Ladenburg 1736 cellos
    (volgens https://en.wikipedia.org/wiki/Niccolò_Paganini)

    [​IMG]

    De Stainlain cello van Stradivarius uit 1707

    Volgens het archief van Tarisio (Cozio) had hij ook nog:
    - De Sarasate Stradivarius 1724
    - Lutti, Senn' Bartolomeo Giuseppe Guarneri Viool, 1738
    - Pietro Giacomo Rogeri Cello, 1717
    - 'Paganini, Bentinck, Stucki, Sandor Vegh' Antonio Stradivari viool 1724 - 'Paganini' Gioffredo Cappa viool 1696

    In de loop van de jaren '30 van de 19e eeuw werd hij steeds vaker geteisterd door ziekte. Dit weerhield hem echter niet nog een mislukt casinoavontuur aan te gaan (oprichting en faillisement, hetgeen hem van veel, misschien wel al zijn instrumenten afhielp).
    Hij verloor zijn stem, verhuisde naar Marseille en daarna Nice in de hoop daar te herstellen, maar stierf daar in 1840
     
    Laatst bewerkt: 1 apr 2018
    Tobias vindt dit leuk.
  3. Hopf

    Hopf ♫ ♪

    Lid geworden:
    10 okt 2005
    Berichten:
    1.078
    Liuwe,

    Ik ken de opnames van Kreisler vrij goed en ik kan mij eigenlijk bij hem geen glissandi herinneren. In het algemeen wordt glissando door een componist voorgeschreven en dat waren/zijn geen componisten die in het repertoire van Kreisler voorkwamen. Het 'modernste' dat hij bij mijn weten ooit heeft gespeeld was het vioolconcert van Elgar en dat bevat geen glissandi.
    Maar misschien is sprake van portamento? Een, naar ik meen, uit het belcanto overgewaaide gewoonte om (grotere) intervallen in een zangpartij te kunnen overbruggen. Of zangers en zangeressen met een wat minder zekere stemvoering de kans te geven veilig de overkant te halen? Dat liep dan wel eens uit de hand, dit getuige de opnamen van sommige zangers en violisten uit het begin van de vorige eeuw. Het was ook niet terug te voeren op een pedagoog: Elman had er, weliswaar in afnemende mate, last van maar de 17-jarige Heifetz weer volstrekt niet. Ja een beetje op de handvol opnamen die hij rond zijn 10e maakte maar dat is hem vergeven.

    Hoe er in de 19e eeuw werd gemusiceerd staat mij niet voor ogen. Maar vibrato werd hooguit op emotionele momenten gedoogd. Of dat ook voor zangers gold weet ik dus ook niet niet. Maar op de enige opname die ik bezit van een castraat, wordt geen gebruik gemaakt van vibrato. Feitelijk is het permanente gebruik van vibrato bij het vioolspel, zelfs bij 16e noten, geïntroduceerd door Kreisler. En wel om de wat moeizame toonvorming die het gevolg was van een te korte arm te compenseren.
     
  4. Hopf

    Hopf ♫ ♪

    Lid geworden:
    10 okt 2005
    Berichten:
    1.078
    Marcelita,

    Mijn dank voor je vele werk op dit punt. Maar misschien nog wat kleine aanvullingen.

    @Schumann
    Schumann heeft nooit viool gespeeld. Na een afgebroken rechtenstudie trachtte hij een piano-opleiding af te ronden. Maar hij heeft daarbij zijn handen zo beschadigd dat dit voornemen volstrekt verkeerd afliep. De reden hiervan was dat hij het bereik van zijn handen te klein achtte en heeft geprobeerd dit bereik door het oefenen met stukken hout tussen de vingers. Het primaat bij Schumann bleef echter bij de piano en het eerste kamermuziekwerk dat hij componeerde waarin een viool voorkwam was pas het eerste strijkkwartet op. 41.

    Voorts merk je met betrekking tot Joachim op dat hij 'ook' heeft gecomponeerd. Nou, en hoe. Mogelijk was Joachim een even getalenteerd componist als violist maar op dit punt viel -helaas- de schaduw van Brahms over zijn schouder en dat haalde de fut er wel uit. Als ik mij beperk tot zijn werken voor viool en orkest (drie concerten en de variaties in E klein) kan ik alleen maar vaststellen dat het schitterend voor de viool geschreven werken zijn, melodieus en bijzonder knap georkestreerd. Helaas volkomen uit beeld verdwenen bij al die talenten met hetzelfde mini-repertoire. Het tweede vioolconcert 'Hongaarse' vioolconcert behoorde tot de jaren twintig van de vorige eeuw tot de meest gespeelde werken, evenals de hiervoor genoemde variaties. Het bestaan van zijn eerste vioolconcert heeft hij altijd voor Brahms verborgen, want die haatte virtuositeit. Diezelfde Brahms die met zijn Paganini-variaties één van de meest moeilijke pianocomposities het licht deed zien. Maar dat was om een vriend een plezier te doen.

    @Vivaldi
    Ofschoon er erg veel over Vivaldi is gepubliceerd, weten wij erg weinig van de man. Hij heeft om te beginnen al over het algemeen vijf verschillende sterfjaren. Maar Wenen staat inmiddels wel vast. Tja, en dan die gezondheid. Het lijkt Chopin wel. Het is altijd verstandig beducht te zijn voor schrijvers met een wat romantische inslag. Wat wel de aandacht trekt is dat hij, als ik voorbij ga aan zijn herderlijke taken (if any) hij geen probleem had met het celibaat. Ik bedoel daarmee te zeggen dat hij er niet aan deed. En dat hij dan ook gewoon zijn leven relaties onderhield met (soms heel erg) bevriende zangeressen. Maar dat was dan ook in een tijd dat sommige pausen, en niet alleen die uit de tijd van de Borgia's, er wel twintig kinderen op na hielden.

    Op Paganini kwam ik graag later terug, want ik heb met het gestelde hier en daar wat problemen.
     
    Marcelita vindt dit leuk.
  5. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Dank je wel, @Hopf!
    We zijn tenslotte op een forum en niets is dodelijker dan geen reactie/commentaar/ andere inzichten!
    Graag dus ook je commentaar op Paganini!
    Het kan best zijn dat er bronnen zijn die nog dichter zitten op de feiten dan die ik gevonden heb.
    En al schrijf ik het soms iets te stellig, bij mij is er altijd nog een vraagtekentje in mijn hoofd. Soms moet je voor het lekker leesbaarhouden niet overal vraagtekens en voorbehoudclausules inbouwen. Ik zoek een balans tussen juistheid van gegevens en wat lekker leesbaar is voor iets wat we hier uiteindelijk voor onze hobby en ontspanning samen onderhouden. Discussies over de gemaakte keuzes hierin ga ik niet uit de weg.
     
  6. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Pablo Casals (1876 – 1973) was naast cellist ook componist. Ik maakte voor het eerst kennis met zijn compositie tijdens het cellofestival in Dordrecht in 2010.

    upload_2018-3-18_0-27-40.png

    Zijn “Lied van de Vogels” die hij uitvoerde tijdens een vergadering van de Verenigide Naties in 1971, is misschien wel zijn meest beroemde werk. Hiervan was een bewerking voor de verschillende niveaugroepen van het cellofestival en werd na instuderen uitgevoerd op een oude binnenplaats in hartje Dordrecht.

    Van deze cellist zijn diverse opnames terug te vinden op youtube.

    Pablo Casals werd geboren als Pau Casals in El Vendrell in Catalonië.
    Zijn vader was organist en koordirigent van de plaatselijke parochie en was van het strict gedisciplineerde soort. Hij nam de jonge Pau zelf onder handen en gaf hem lessen in piano, zang, viool, fluit en orgel. Als vierjarige speelde hij piano, viool en fluit en als zesjarige voerde hij voor het eerst een vioolsolo uit voor publiek.

    Pau maakte kennis met een soort cello op een bezemsteel door een rondreizende musicus. De jonge Pau vond dat maar wat interessant en vroeg aan zijn vader of hij dat ook mocht. Zijn vader bouwde voor zijn zoon een cello-achtig instrument met een kalebas als klankkast, best een beetje een exotisch instrument zo. de cello bleef zijn aandacht houden en toen hij een groep rondreizende musici hoorde spelen op een cello toen hij elf was, was hij voor de cello helemaal 'verkocht'.

    In 1888, dus rond zijn twaalfde, nam zijn moeder hem mee naar Barcelona, waar hij werd ingeschreven in de Escola Municipal de Música. Hier studeerde hij cello, muziektheorie en piano. Op zijn dertiende ondtdekte hij in een zaakje met tweedehands bladmuziek een nogal gehavende versie van de zes cellosuites van Bach. Hij heeft er vervolgens dertien jaar op gestudeerd, voordat hij ze in het openbaar ging uitvoeren voor de eerste keer. De Opnames van de Cellosuites van Bach tussen 1936 en 1939 hebben hem beroemd gemaakt.


    Isaac Albéniz heeft een bijzondere rol in zijn leven gespeeld: Albéniz hoorde Casals spelen in een trio in een café en introduceerde hem bij de Koningin-Regentesse Maria Cristina, waar de jonge cellist vervolgens aan het Hof aardig wat informele concerten heeft gegeven. Het leverde hem een koninklijke studiebeurs op om compositie te studeren aan het Conservatorio de Música y Declamación in Madrid.

    upload_2018-3-18_0-27-19.png

    Vanaf 1899 heeft hij concertreizen gemaakt, opgetreden bij de koninklijke families in o.a. Engeland en Nederland, in Amerika voor de president Theodor Roosevelt.

    Tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) zwoer hij niet terug te komen naar Spanje voor de democratie weer terug was. Ook was hij tegenstander van de dictatuur van generaal Franco. Hij heeft echter niet meer het einde van de dictatuur van Franco mogen meemaken. Hij stierf in Puerto Rico, het eiland waar zijn derde vrouw vandaan kwam.

    Pablo Casals speelde op een Goffriller cello, gebouwd rond 1700. Hij had deze kunnen verwerven ergens rondom 1913. Deze cello werd het instrument waarop hij het meest heeft gespeeld tijdens zijn professionele leven als cellist. Hij speelde hierop tot zijn dood in 1973. Vanaf 2000 is er een Pablo Casals Cello Concours in Kronberg (Duitsland). De winnaar van het concours mag gedurende twee jaar volgend op de competitie op deze cello spelen. (bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Matteo_Goffriller )

    Daarnaast had hij nog een andere Goffriller, bouwjaar 1710 en een Tononi van 1730. Op een andere site vond ik dat hij nog een Grofriller had uit 1733. Deze is door de weduwe van Pablo Casals overhandigd aan Amit Peled.

    http://stringsmagazine.com/cellist-...erforming-with-pablo-casals-goffriller-cello/

    Hieronder met de weduwe van Casals, Marta Casals Istomin en hij speelt op de Goffriller cello



    https://www.thestrad.com/video-how-...3-goffriller-cello-by-amit-peled/5800.article

    (bron: http://www.masterthecello.com/gasp/pablo-casals )

    De Goffriller uit 1710 duikt op bij Alban Gerhardt

    http://stringsmagazine.com/alban-gerhardt-on-his-1710-goffriller-cello/
    https://www.hyperion-records.co.uk/a.asp?a=A670

    Tegenwoordig speelt cellist Peter Bruns op de Tononi van Casals.
    Bouwer Tononi bouwde een reputatie op in het perfect nabouwen van Stradivari-instrumenten

    http://www.peterbruns.de/index.php/cello.html

    Voor wie nog andere muziek van Pablo Casals wil spelen:
    https://www.allmusic.com/artist/pablo-casals-mn0000056413/compositions
    https://www.classicalarchives.com/composer/9771.html
     
    Laatst bewerkt: 1 apr 2018
  7. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Gaspar Cassadó

    [​IMG]


    Ik had nog nooit van deze componist gehoord! Als amateurpianist heb ik geen werk van hem onder ogen gehad. Het veranderde allemaal toen ik voor de cello ging. Jaren lessen en dan opeens hoorde ik werk van Cassadó tijdens een cellobiënnale of een cellofestival in Dordrecht. Mijn belangstelling was gewekt, de muziek intrigeerde mij, misschien wel door de bijzondere mix van stijlen en dat weer tot een mooi geheel gemaakt.

    Uit de vele informatie op het internet pluk ik nu wat informatie op muzikaal gebied, waarvan ik het de moeite waard vind om naar voren te brengen. Er is echter veel meer, ook op het gebied van politieke keuzes en hoe daaardoor toch (tijdelijke) verwijdering tussen Casals en Cassadó plaatsvond. Dit laat ik hier terzijde.

    Gaspar Cassadó, geboren in Barcelona in 1897, ontwikkelde zich muzikaal snel.

    Zijn vader Joaquin, was componist en organist. Agustín, de oudere broer van Gaspar, was ook zeer getalenteerd.

    Tijdens een optreden van de negenjarige Gaspar was de 21-jarige Pablo Casals aanwezig tussen het publiek. Casals was toen een opkomende ster. Hij was zo onder de indruk van deze negenjarige cellist, dat hij hem uitnodigde om naar Parijs te komen om zijn eerste voltijd leerling te worden. De stad Barcelona gaf een studiebeurs en Joaquin verhuisde met zijn gezin naar Parijs, zodat Gaspar lessen kon gaan nemen bij Pablo Casals. Cassadó beschouwde (later terugkijkend) Casals als zijn grootste muzikale inspirator. Terwijl Gaspar zijn muzikale vorming kreeg onder leiding van Casals, kreeg broer Agustín Jacques Thibaud als leermeester.


    Gedurende Gaspars studiejaren in Parijs volgde hij ook lessen compositie en had daarin nauw contact met Manuel de Falla, Claude Debussy, Erik Satie en Maurice Ravel. Hij raakte ook bevriend met componisten als Isaac Albéniz en Joaquin Turina. De invloed die deze meesters op Cassadó had én de uitvoeringen van Casals van de cellosuites van Bach, is terug te horen in de Suite voor cello solo (1926). Tot aan het begin van de 20e eeuw waren de cellosuites van Bach niet zo bekend als ze nu zijn. Ze werden meer beschouwd als oefenmateriaal, zoiets als etudes en niet geschikt voor de uitvoeringspraktijk. Casals veranderde deze perceptie radicaal en inspireerde door zijn uitvoeringen componisten als Cassadó, Kodály, Reger, Hindemith, Britten en Crumb.


    Tot aan het uitbreken van de eerste wereldoorlog traden vader Joaquin en zijn getalenteerde zonen als trio op. Broer Agustín is jong overleden, vermoedelijk aan influenza.


    Cassadó combineerde in zijn Suite voor cello solo de structuur van barokmuziek met de orientatie op dans van de suites van Bach en de spaanse geest van Cassadó. Een uitgebreidere analyse van de Suite voor Cello solo is te vinden bij
    http://www.parlancechamberconcerts.org/parlance-program-notes/gaspar-cassado-1897-1966/

    Na de eerste wereldoorlog had Cassadó zijn reputatie gevestigd als één van de leidende uitvoerende musici en werd een veelgevraagd solist in Spanje.
    Over zijn carriere, zijn contact met zijn eerste leermeester, de politieke situatie in zijn tijd en zijn keuzes is o.a te lezen in http://www.cello.org/Newsletter/Articles/cassado/chapter1.htm
    Gaspar Cassadó trouwde met pianiste Chieko Hara, met wie hij vaak optrad.

    [​IMG]

    Voor wat betreft zijn muziek is het altijd wel blijven draaien om de mix van barok (denk aan de cellosuites van Bach) met spaanse folklore.

    Nu dus de vraag naar de cello (of meerdere celli) waar deze componist en solist op speelde.

    [​IMG]


    Het conservatorium van Sienna (de Accademia Musicale di Sienna) heeft nu de cello in bezit die in bezit was van graaf Guido Chigi Saracini en aan Gaspar Cassadó werd uitgeleend. Het was een in de begintijd van Stradivarius' bouwcarriere gebouwde cello volgens het bouwplan van Amati. Deze cello is bekend als de “Chigiano”.

    Cassadó heeft hierop gespeeld van 1925-1927, daarna is het instrument weer naar het museum in Sienna gegaan (museum behorende bij het conservatorium).

    Bronnen:
    http://www.interlude.hk/front/forgotten-cellists-viii-gaspar-cassado/
    https://www.thestrad.com/lutherie/f...stradivarius-chigiano-cello-1680/7361.article
    https://www.feandalucia.ccoo.es/docu/p5sd12629.pdf

    De jacht naar de andere celli waar hij op speelde, is nog gaande. Elke bijdrage hierin is van harte welkom!
     
    Laatst bewerkt: 29 mrt 2018
  8. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Zoekt en gij zult vinden!
    En zo vond ik een cello van de bouwer Simone Fernando Sacconi 1895-1973), een tijdgenoot van Gaspar Cassadó.
    Beiden bouwden als jonge twintigers aan hun carriere en Sacconi* bouwde in 1917 een cello.
    Daarnaast vroeg Cassadó aan Sacconi een cello naar Stradivarius te bouwen en te lakken naar Stradivariaanse traditie. Cassadó herinnerde zich (dat is terug te lezen in een latere notitie van hem rond begin jaren '60) dat Sacconi dit instrument had gebouwd in zeven of acht maanden en daarna nog een aantal maanden had gewijd aan het aanbrengen van dertig vernislagen.

    [​IMG]
    [​IMG]
    Stradivarius copie van Sacconi

    Na er jaren zelf op te hebben gespeeld en opgetreden, en gebruikt bij opnames schonk Cassadó het instrument aan een leerling van hem op het conservatorium van Sienna (in 1965). In die tijd had hij een authentieke Stradivarius kunnen kopen, de ex Romberg Stradivari uit 1709. Deze cello is ook bespeeld door Pablo Casals en door Luigi Boccherini.
    http://self.gutenberg.org/articles/list_of_stradivarius_instruments
    https://wikivisually.com/wiki/List_of_Stradivarius_instruments
    De Boccherini Rombergcello uit 1709 is nu in bezit van een particulier, Don Sebastien de Bourbon. (Zie Tarisio-Cozio-archief). Het is te hopen dat deze de cello laat bespelen.

    *Simone F. Sacconi bouwde een enorme reputatie op als kenner van de instrumentenbouw volgens Stradivarius. Hij bouwde ze ook na, schreef er een boek over en inspireerde bouwers onder wie Max Möller.

    [​IMG]

    vioolbouwer Sacconi aan het werk.
     
    Laatst bewerkt: 1 apr 2018
  9. Oosterhof Vioolbouw

    Oosterhof Vioolbouw Frits Oosterhof Beheerder

    Lid geworden:
    29 mrt 2003
    Berichten:
    14.395
    Homepage:
    Klopt allemaal, alleen heet de man Simone Sacconi, dus met een 'i' aan het eind.
    Ik heb er een in het Duits vertaald boek van: "Die Geheimnisse Stradivaris".
     
  10. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Dank voor de tip. Ik ga het aanpassen, want houd niet van die foutjes.
    Wat leuk dat je dat boek hebt! Hoort inderdaad wel in de vakbibliotheek van de vioolbouwer!
    Heb je er nog iets uit kunnen halen wat je leuk vond om toe te passen in je eigen bouw?
     
  11. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Naast het spelen van eigen composities, speelde Cassadó ook stukken uit het cellorepertoire van andere componisten. Zoals hier met zijn vrouw achter de piano de 6e sonate van Luigi Boccherini.



    Zou dit op de Sacconi-cello zijn of had hij hier al de Stradivari ex-Romberg?De laatste, denk ik, want waar zou je liever een stuk van Boccherini op willen spelen dan op de cello waarmee Boccherini zelf zijn zesde sonate op zou hebben gespeeld ?

    Nagekomen bevinding: "In 1964 Cassado premiered six unpublished cello sonatas of Boccherini, and performed them on a Strad cello that was once owned by the composer. Eve Barsham, his accompanist, had discovered the manuscripts in the archives of the Duke of Hamilton in Scotland."

    Vrij vertaald:
    In 1964 gingen zes ongepubliceerde cellosonates van Boccherini in premiere door Cassadó, uitgevoerd op de strad die eens van Boccherini was, en Eve Barsham (piano). Deze laatste had de manuscripten ontdekt in de archieven van de hertog van Hamilton in Schotland.

    bron: (zie de toelichting onder het filmpje op youtube; deze komt niet mee met de weergave op het forum)

    Ten tijde dat Cassadó Boccherini sonates speelde, had hij beschikking over de cello waar ooit Boccherini op speelde. De bovenstaande opname, waarin hij een concert geeft met zijn echtgenote, kan heel goed op die strad zijn gespeeld. Ik meen ook een strad te herkennen.
     
    Laatst bewerkt: 30 mrt 2018
  12. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Gewoon even leuk: vioolbouwer Sacconi trouwt en krijgt één kind, een zoon, en hoe heet die?
    Gaspare!
    Onder: het gezin Sacconi.

    [​IMG]
     
  13. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Hier speelt Maxine Neuman de serenade van Cassadó. Ze heeft een bewerking gemaakt, zodat de pianopartij nu kan worden vertolkt door twee gitaren. Dit is echter niet waarom ik dit concert laat zien. Het laat een beroemde compositie van Cassadó horen en dat op een cello die de brug vormt naar de volgende componist.

     
  14. Oosterhof Vioolbouw

    Oosterhof Vioolbouw Frits Oosterhof Beheerder

    Lid geworden:
    29 mrt 2003
    Berichten:
    14.395
    Homepage:
    Ja, voor de vioolbouwer is dit wel een boek wat je moet hebben.
    Er staat ondermeer een constructiemethode in die je met passer en liniaal kunt uitvoeren, om de contouren van een viool van iedere gewenste grootte vast te stellen. Zo kun je ook het akoestisch centrum bepalen. Daarnaast natuurlijk allerlei gegevens, maten en dikteverdelingen van de Stradivarius. Maar ook duidelijk wordt dat hier geen sprake is van een 'geheim'. Het ontwerp volgens Stradivarius getuigt van kennis en kunde van het materiaal waar de klank zo optimaal mogelijk uitgehaald dient te worden. Stradivarius verstond die kunst en had blijkbaar ook de kennis.
    Sacconi heeft ook onderzocht hoe naar alle waarschijnlijkheid de versierselen van een viool van Stradivarius zijn aangebracht, zoals bijvoorbeeld in "The Hellier" waarvan hieronder een kopie:

    Intarsien kopie.png

     
  15. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Ik zag
    Er zijn mallen in het museum van Cremona. Deze bevinding heb ik in #4 vermeld. Maar hoe dat dan verder in zijn werk ging, staat kennelijk dus in het boek van Sacconi beschreven.
     
  16. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    De inleiding op de volgende componist is eigenlijk al een beetje gegeven: het is het concert van Maxine Neuman op de 'Popper' cello in een uitvoering van werk van Cassadó.

    David Popper ((9.12. 1843 Praag– 7.10. 1913 Baden bij Wenen), een componist waar je als cellist niet omheen kunt of wilt, al was het maar om te horen. Denk eens aan de hongaarse rapsodie, de elfendans, zijn mooie etudes, waarvan een hele bundel in de eerste positie uit te voeren.

    [​IMG]

    Zijn vader (Angelus) was cantor (op een andere site: schoolmeester) in de nu niet meer bestaande Joodse synagoge Cikanova in Praag. Het gezin Popper telde vier zonen en drie dochters, waarvan David de middelste was en twee kinderen op hun tweede al stierven. David heeft als tienjarige van één broertje afscheid moeten nemen. Een drie jaar jongere broer van David, Vilem (Wilhelm) ging ook cello spelen. David gaf zijn drie jaar jongere broertje les. Vilem werd musicus bij de Weense Opera.

    [​IMG]


    David studeerde aan het conservatorium van Praag en bouwde spoedig een reputatie op als cellospeler. Zijn reputatie hielp hem aan de functie van concertmeester en solist van de Koninklijke Opera in Wenen. Hij trouwde de beroemde duitse pianiste uit die tijd, Sophie Menter, en samen gingen ze op toernee door heel Europa.

    [​IMG]Sophie Menter (1846-1918)

    Sophie Menter was leerling van Franz Liszt, met wie David Popper een fijn contact had. Franz Liszt introduceerde Popper o.a. bij Richard Wagner.
    David en Sophie kregen één dochter, Celeste. Hun huwelijk hield echter geen stand.
    In zijn tweede huwelijk met Olga Löbl (1865-1942 holocaust) kreeg hij zoon Leo. Leo had vanaf het begin een zwakke gezondheid en moest veel kuren in de alpen. Hij was een getalenteerd kunstschilder en deed als kunsthistoricus onderzoek. Op zijn 25e overleed hij, dus overleefde David zijn enige zoon.

    Naast zijn uitvoeringspraktijk ontwikkelde Popper zich ook tot een zeer gewaardeerd componist nog in de tijd dat hij leefde.
    Op latere leeftijd werd David Popper professor aan de koninklijke Muziekacademie in Boedapest, op aanbeveling van Franz Liszt.
    Popper werd tevens bekend als de solist die zonder eindpin speelde (dus in de barokhouding).

    [​IMG]

    Het wordt nu tijd om eens te zien waar deze componist op speelde. Dat schijnt bijvoorbeeld de cello te zijn waar in een vorige post de serenade van Cassadó op is uitgevoerd. De celliste Maxine Neuman is volgens diverse bronnen de houdster van de “Popper” cello, gebouwd door Giovanni Battista Guadagnini in 1772. (zie: https://tarisio.com/cozio-archive/browse-the-archive/owners/?Entity_ID=2070).
    Een foto heb ik (nog) niet kunnen vinden van deze 'Popper'Guadagnini en ik mag slechts veronderstellen dat Maxine Neuman die serenade op deze guadagnini speelt en niet op een andere, dus hier wel een duidelijk voorbehoud. Als het de Guadagnini is, dan horen we die gelijk ook!

    Het is natuurlijk goed mogelijk, zelfs zeer waarschijnlijk, dat Popper nog op andere celli heeft gespeeld. Die heb ik alleen (nog) niet gevonden. Wie gaat 'm/ze vinden?

    Voor wie nog meer wil lezen over privéleven en carriere van David Popper, heb ik hier wat websites klaar voor het 'klikken'. Er is nog meer, dan moet je de zoekmachinerie even aan het werk zetten.
    http://www.rozhlas.cz/klasika/composers/_zprava/david-popper--1187061
    http://www.radioswissclassic.ch/en/...7972cedfcf8e26da318d83f6c01f8f1fdd2/biography
    https://www.geni.com/people/David-Popper/6000000013263854712
    https://en.wikipedia.org/wiki/Giovanni_Battista_Guadagnini
     
    Laatst bewerkt: 31 mrt 2018
  17. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    [​IMG]Even een klein uitstapje: Pablo Casals speelde op een Goffriller uit 1733, maar hij had ook Gofriller celli van rond 1700 en 1710. Die Gofriller uit 1733 is in handen van Amid Peled gekomen, die van 1710 schijnt als een soort wisseltrofee in bruikleen worden gegeven aan de meest recente winnaar van het Pablo Casals-concours in Kronberg (D) en die Goffriller van omstreeks het jaar 1700 bespeelde hij vooral zelf heel veel. Die cello is één jaar ouder dan de cello van hieronder (1701) die bespeeld wordt door Gautier Capucon.

    Hieronder afbeeldingen van de Goffriller cello 1701
    En hier vertelt de cellist over het instrument dat hij kennelijk in bruikleen heeft gekregen. Hij staat niet als eigenaar ervan te boek bij Tarisio/Cozio.



    Het geeft wel een mooi beeld van wat voor kwaliteit zo'n Goffriller heeft. Antonio Vivaldi had (als ik de lijst instrumenten las die hij in het weeshuis tot zijn beschikking kreeg voor muziekonderricht) ook een Goffriller tot zijn beschikking. Op die Goffriller zullen vast wel zijn sonates en concerten in premiere zijn gegaan.
     
  18. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Voor de volgende componist en violist verlaten we het Europese vasteland en gaan we een flink eind zuidwestwaarts. We komen uit op Cuba. Degene die ik daar op het oog heb, is 100 jaar geleden overleden en wordt daarom extra herdacht tijdens het vioolconcours dat naar hem genoemd is.

    Het gaat om José Silvestre White Lafitte. (1836, in Matanzas, Cuba – 1918, Parijs, Frankrijk). Zijn vader was Spanjaard (oorspronkelijk uit Castilië), zijn moeder van afro-cubaanse afkomst.

    Reeds zeer jong gaf hij blijk van een enorm muzikaal talent en kreeg zijn eerste vioollessen van zijn vader die amateurviolist was. Vader had 16 instrumenten in huis (zie bron ecured) en het schijnt dat hij zijn zoon op 16 instrumenten onderwees, waaronder naast de viool de altviool, cello, contrabas, trompet, gitaar, dwarsfluit en cornet. De viool was echter favoriet. Zijn vader liet na een aantal jaren het zelf te hebben gedaan het lesgeven over aan andere docenten. Zo kreeg José les van José Miguel Roman en Pedro Lecerff. Zijn eerste officiéle concert met publiek in Matanzas in 1854, waar hij onder pianobegeleiding een fantasie speelde op thema's van Rossini's Wilhelm Tell van Osborne en Bériot, eigen compositie speelde en thema's van de Carnaval van Venetie en Melodia sobre aires cubanas van Ramirez. Zijn begeleider was de destijds beroemde Noord-Amerikaanse pianist en componist (Louis Moreau Gottschalk, (1829-1869). Deze spoorde José aan om zijn verdere vioolstudie in Parijs te vervolgen en zamelde geld in om José's reis te bekostigen.

    [​IMG]


    In 1855 kwam José White aan in Parijs en moest door de toelatingsselectie heen met een stevige concurrentie. Echter, hij komt er met unanieme goedkeuring doorheen. Hij kon gaan studeren onder Jean-Delphin Alard (degene die de franse school van vioolspel bepaalde), harmonieleer en vermoedelijk ook compositie bij componist Henri Reber en contrapunt en fuga met Ferdinand Taite. José werd in Parijs ondergedompeld in het rijke aanbod van concertmuziek en de inbreng van virtuoze uitvoerders en de componisten. Wat wil je nog meer als jong en zeer getalenteerd violist halverwege de 19e eeuw? In deze uiterst stimulerende omgeving, excelleerde de jonge leerling van hoofddocent J-D Alard. Reeds na één jaar les deed hij mee aan het concours van het conservatorium van Parijs (in 1856) en won de eerste prijs met glans. Zijn overwinning was zo superieur, dat er een buitengewoon grote, bijzondere prijs in het leven moest worden gebracht om daarmee José White te lauweren. Hij was op het podium niet de student die het er heel goed van af had gebracht, maar toonde zich een professioneel artiest die de hele zaal in de greep wist te houden en de jury “electrified”. Uitgevoerd werden o.a. een vioolconcert van Viotta en een aria van Vieuxtemps.

    Een andere student uit de klas van Alard haalde de tweede prijs.

    [​IMG]

    Tijdens zijn studie bouwde hij contacten op met diverse musici, o.a met Giaccomo Rossini Charles Gounod, Pablo de Sarasate, Camille Saint -Saëns en nog vele anderen, contacten van zijn leraar Alard (deze speelde zelf in het hoforkest van Napoleon lll).
    White ging meer concerten geven, ook in paleizen zoals die in Madrid. Vanwege ziekte van zijn vader moest hij tussendoor ( 1860) nog naar Cuba vanwege de ziekte van zijn vader. Dat betekende in die tijd weken op de boot zitten en wie dát financierde, is niet duidelijk. Hij gaf ook daar tijdens zijn verblijf weer concerten en ging daarna weer door in Parijs om zijn lessen te vervolgen. Ook Pablo de Sarasate was één van zijn leraren.

    Een tijd na zijn conservatoriumopleiding werd hij zelf docent en had George Enescu en Jacques Thibaud als leerling. Jacques Thibaud zijn we intussen al tegengekomen als leraar van Agustin Cassadó. Tijdens de ziekte van zijn vroegere leraar, werd White gevraagd hem te vervangen en werd zo professor aan zijn Alma Mater.

    [​IMG]
    Jean-Delphin Alard, leraar van J. White (ook deze man componeerde, zie http://imslp.org/wiki/Category:Alard,_Jean_Delphin)

    Zijn verdere carriere even heel snel: 1875-1877 op concertreis over het Americaanse continent (trof Ignacio Cervantes, met wie hij concerten gaf*), van 1877-1889 was hij directeur van het Imperial Conservatorium in Rio de Janeiro, daarnaast hofviolist bij Dom Pedro ll, en in 1989 keerde hij terug naar Parijs, samen met de afgezette keizer Pedro ll. José White bleef in Parijs tot zijn dood in 1918. Hij werd in die jaren in Parijs gevraagd als lid van de jury van het vioolconcours en leidde violisten op.

    White heeft gecomponeerd voor viool, voor piano en het bestaat uit vioolconcerten, viool solo werk, pianotrio (met twee violen). Zijn bekendste werk is La Bella Cubana en zo'n beetje bij wijze van spreken het tweede volkslied van Cuba geworden. Op youtube struikel je over de uitvoeringen.

    Hier een Valse Caprice van José White


    * Zo gaf José White samen met Ignacio Cervantes (pianist) in de Steinway Hall een concert en voerden van Beethoven sonate 47 uit, de fantasy van Alard over Robert de duivel en een chaconne van Johann Sebastian Bach.
    Geen composities van beide componerende heren. Ignacio Cervantes heeft o.a. Cubaanse dansen voor op piano op zijn naam staan.

    Nu toch de prangende vraag naar de viooltjes uit zijn jeugd en de violen daarna.

    Hoe kwam vader Carlos White aan zijn viool als amateur? Vader was van beroep handelaar. Was dat in Matanzas in die tijd te krijgen, of haalde hij die uit Havana? Letterlijk in alle talen wordt hierover gezwegen.

    Matanzas, de stad waar je met de bus of huurauto doorheen rijdt als je van Havana naar Varadero gaat. Ook ik heb die afstand gereden in een bus, maar het ging toen niet naar de beroemde stranden. Ik heb ook niet gekeken of ik toevallig een vioolbouwer zag. Dit was dus wel de stad waar muziekonderwijs werd gegeven en waarschijnlijk toch ook ergens aan een instrument moest zijn gekomen.

    "Chant du Cygne" Stradivarius

    Ik heb wel het instrument gevonden waar hij op een zeker moment (?) beschikking over kreeg i.q in bezit kreeg. Dat was een Stradivari viool uit 1737 “de zang van de zwaan” en dat schijnt de laatste van de hand van Antonio Stradivarius. Deze viool is veel later in handen gekomen van de Israëlische violist Ivry Gitlis.
    Deze late strad was van Napoleon lll en zijn vrouw keizerin Eugenie. Als excellente leerling van hofviolist en leraar J-D Alard werd hij aanbevolen aan het hof te komen spelen. Hij mocht dat doen op deze Zwanenzang-strad. Het lijkt eroop dat dit instrument als koninklijk geschenk in de loop der tijd in handen van White is genomen. Het werd zijn favoriete viool.

    Mooi verhaal! Bij Tarisio staat Napoleon lll niet genoemd als historische eigenaar, wel Napoleon ll, maar dat is dan weer van een andere viool. Nu is het Tarisio-archief ook niet zaligmakend. Wie of wat kun je, mag je, geloven? Het blijft toch iets dat in de aannames blijft hangen. Het blijft best aannemelijk dat het concert in het Tuilerieënpaleis en daarna het gesprek Napoleon en Eugenie gedacht moeten hebben dat hun viool in de handen van dit jonge genie goed moet zitten. De Paganini uit Cuba, zoals hij ook wel werd genoemd.

    Bronnen:
    http://www.atenas.cult.cu/White
    http://chevalierdesaintgeorges.homestead.com/White.html
    https://en.wikipedia.org/wiki/José_White_Lafitte
    https://de.wikipedia.org/wiki/José_White_Lafitte
    https://en.wikipedia.org/wiki/Classical_violin_in_Cuba
    https://www.ananta-violin.fr/portraits-violonistes/34-jose-white-de-matanzas-a-paris.html
    http://www.guije.com/libros/musical/white/
    https://cubaenlamemoria.wordpress.com/2013/02/04/jose-white-1836-1918-violinista/
    https://www.ecured.cu/José_White
    https://es.wikipedia.org/wiki/José_White

    en betreffende de viool:
    https://tarisio.com/cozio-archive/b...er_ID=722&filter_type=8&filter_date=1730-1740
    https://search.proquest.com/openvie...df4fcc0179105/1?pq-origsite=gscholar&cbl=2327
    https://en.wikipedia.org/wiki/Ivry_Gitlis (zie onderaan de pagina. Gitlis speelde ook een tijd op de Strad waar White op speelde. Ook studeerde Gitlis in Parijs bij Enescu en Thibaud, leerlingen van White.
     
  19. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    José White, het hoort er toch bij: een weergave van zijn La Bella Cubana en dan voor twee violen (oorspronkelijke versie, met een pianopartij in een havanaise ritme neergezet). Hier de versie voor de twee violen.



    Klein uitstapje voor de liefhebbers van vaderlandse geschiedenis: de Baai van Matanzas, dat was de plek waar Piet Hein de zilvervloot veroverde op 7-8 september 1728. Ha, nog tien jaar wachten op een eeuwenfeest! Een eeuw en 8 jaar na dit hollandse succes werd de componist in Matanzas geboren.

    [​IMG]

    [​IMG]

    Standbeeld van Piet Hein die over de baai van Matanzas uit kijkt (beeld van Willem Verbon)
    Nederlands geschenk aan de stad Matanzas.

    Aanvulling betreffende cultureel klimaat van de stad in de 19e eeuw:
    Matanzas was zeer zeker wel de stad van de schone kunsten in de tijd dat de jonge José opgroeide. Althans, als ik deze bron mag geloven: https://es.wikipedia.org/wiki/Matanzas
    Er wordt gesproken over Matanzas als het Athene van Cuba. De stad begon zich te ontwikkelen met dank aan de drukkunst en die ontwikkeling was vanaf 1813.
    Op het gebied van de muzikale traditie ontwikkelde zich daar de Cubaanse dans ( 'danzón') en de diverse stijlen zoals bijvoorbeeld cha-cha-cha en de mambo en daar werden diverse melodieën aan gekoppeld door diverse afro-cubaanse componisten.

    https://es.wikipedia.org/wiki/Matanzas
     
    Laatst bewerkt: 10 apr 2018
  20. Marcelita

    Marcelita |♫♫|♫♫|♫♫|

    Lid geworden:
    6 jan 2014
    Berichten:
    6.148
    Homepage:
    Parijs was duidelijk een broedplaats voor muzikaal talent. In de 19e eeuw ging nog een talent naar Parijs om zich daar verder te ontwikkelen tot componist en musicus. Het begon allemaal echter in Roemenië.

    George Enescu, geboren op 19 augustus 1881 in Liveni, Botosani en gestorven op 4 mei 1955 in Parijs had al heel vroeg belangstelling voor muziek en droomde al op zijn 5e componist te zijn. Dit tot zijn eigen verbazing achteraf, want wat wist hij nou helemaal van wat componeren was?
    Op zijn derde hoorde de kleine Jurjac (koosnaampje voor George) bij toeval een folkloristisch muziekgroepje in zijn dorp en dat maakte zo'n indruk op hem, dat hij vastbesloten raakte viool te gaan spelen. Hij liet er geen gras over groeien: de volgende dag had de peuter over een stukje hout een draad gespannen (zeer waarschijnlijk met enige hulp). het cymbaal dat hij hoorde en zag bestond bij hem bij wat houtjes en het blaasinstrument was een kwestie van blazen door je lippen.

    [​IMG]

    onder: George met zijn ouders
    [​IMG]
    Vader ging de vierjarige wat muziekonderwijs geven en constateerde een uitgesproken belangstelling voor de viool. O.K. dan een kindervooltje met drie snaren, het stelde nog niet zoveel voor. Alleen "Jurjac" dacht daar anders over, voelde zich niet serieus genomen en wierp het ding in het vuur.

    Zijn ouders begrepen de boodschap en hij kreeg een echte viool. Hierop begon hij eerst op één snaar met zijn vinger de melodieën te spelen die hij in zijn omgeving hoorde.

    In 1886 werd zijn talent opgemerkt door Eduard Caudella, componist en professor van het conservatorium van Lasi en kregen zijn ouders het advies hem naar het conservatorium te sturen. Intussen had "Jurjac" zijn eerste composities gemaakt. Van 1888 tot ongeveer 1894 kreeg de jongen les aan het conservatorium van Wenen. Ik mag aannemen dat zijn ouders met hem naar Wenen zijn verhuisd, want ik ben nog niet iets tegengekomen van een adresje van familie waar hij mogelijk zou kunnen zijn ondergebracht.
    Hij kreeg daar les van docenten die in die tijd daar beroemd waren: vioolles, pianoles, compositie- en harmonieleer. (Siegmund Bachrich en Hellmesberger Junior (violin), Ernst Ludwig (piano) and Robert Fuchs (harmony, counterpoint and composition).

    [​IMG]


    Na deze studietijd kreeg hij van zijn vioolleraar Hellmesberger een aanbevelingsbrief om in Parijs verder te studeren. Zo ging hij met zijn vader op zijn veertiende naar Parijs om daar van 1995 tot 1899 te studeren onder leiding van vioolprofessoren Martin-Pierre Marsick en José White, Jules Massenet en Gabriel Fauré voor compositie en Ambroise Thomas en Theodore dubois voor harmonieleer en André Gédalge voor contrapunt.

    Eigenlijk was George helemaal niet erop uit om een virtuoos violist te worden, want hij had in zijn hoofd componist te worden. Maar ja, door zijn volhardend studeren op zijn viool en het meedoen aan de vioolcompetities op het conservatorium leverde hem toch prijzen op. In 1898 de tweede prijs en in 1899 de eerste prijs. Hiermee studeerde hij ook af en kreeg een Bernardel -viool (maar Bernardel was toch een handelaar!?) * met zijn naam ingegraveerd bij die gelegenheid.

    Hij maakte carriere als solist en maakte veel tournes in Europa, Verenigde Staten en later ook Rusland.
    Zijn composities, de meest bekende zijn gecomponeerd in het begin van de 20e eeuw, werden ook onder directie van Gustav Mahler uitgevoerd.

    In 1913 richtte hij een fonds op uit eigen financiële middelen om het George Enescu National Composition Award te financieren en de compositiewedstrijd werd tot 1946 jaarlijks gehouden. Hij wilde zo Roemenen aanmoedigen te componeren en bood de winnaars een royaal bedrag aan prijzengeld én de mogelijkheid dat hun werk werd uitgevoerd tijdens een concert. Ook richtte hij een Roemeense Componistenvereniging op in Boekarest en was daar een tijd zelf de voorzitter.

    Tijdens de 1e wereldoorlog was hij in Boekarest en verdeelde hij zijn tijd tussen componeren, dirigeren van uitvoeringen van ook andere componisten, en muziek maken in ziekenhuizen voor de gewonden. Na de oorlog ging hij weer op tournee in diverse landen. Ook speelde hij aan het Roemeense hof bij Koningin Elisabeth.
    Intussen nam hij ook de opleiding van zijn leerlingen serieus. Zijn beste leerlingen waren Christian Ferras, Ivry Gitlis, Arthur Grumiaux en Yehudi Menuhin. Vooral deze laatste adoreerde zijn leraar.

    Tijdens de 2e wereldoorlog was hij eveneens in Boekarest, nu vooral om nieuwe Roemeense componisten te coachen en enthousiasmeren.
    Na de 2e wereldoorlog ging hij in Rusland op toernee en ontmoette er de belangrijkste musici van die tijd: Dmitri Shostakovich, Aram Khachaturian, Kiril Kondrasin, David Oistrah en Lev Oborin.
    Na Rusland ging hij weer, vergezeld van zijn vrouw, naar de USA voor een tournee en tot slot streek hij weer neer in Parijs voor de rest van zijn leven. Sinds 1955 ligt hij op de beroemde begraafplaats Pere Lachaise.

    [​IMG]

    Er is nog een filmpje gemaakt over het leven van Enescu.



    Ik vind het leuk op twee composities te wijzen, verder is alles natuurlijk terug te vinden op diverse plaatsen op het internet.
    Hij heeft meer dan tien jaar aan een opera gewerkt en hij schijnt daar met het meeste plezier aan gewerkt te hebben: Opera Oedipe, opus 23 en voltooid in 1931 en opgedragen aan Maria Rosetti-Cantacuzino die in 1937 zijn vrouw werd. De uitvoering van dat werk in 1936 werd een groot succes.
    In de tijd dat hij aan die opera werkte in die tien jaar, werkte hij intussen wel aan andere composities. Zo droeg hij een sonate voor cello en piano op aan de door Enescu hoog gewaardeerde Pablo Casals (Sonata for piano and cello in C major, Op. 26 no.2).

    Nu is het toch echt tijd om het te hebben over de violen waar George Enescu op speelde.
    De eerste echte viool is te zien op de foto rechtsboven. Deze zal ongetwijfeld vervaardigd zijn uit het goede hout uit Roemenië.
    De volgende viool waarover ik las, was een Bernardel met zijn naam erin gegraveerd. Heeft hij hier ook op gespeeld?
    Ik kwam een viool van Santo Serafin (bouwer uit Venetië) tegen uit 1739 die aan Enescu heeft toebehoord.

    [​IMG][​IMG][​IMG]

    Deze viool is daarna in handen gekomen van zijn leerling Yehudi Menuhin.
    Eind 20e eeuw duikt de viool weer op om geveild te worden door Sotheby's.
    https://www.bromptons.co/reference/results/details/violin-by-santo-serafino-venezia-1739.html

    Een andere viool die volgens Tarisio in bezit was van Enescu was de viool die 'Enescu, Cathedral, Menuhin' is gaan heten, een viool die ergens tussen 1725-1730 is gebouwd door Bartolomeo Giuseppe Guarneri.

    Kijk, hier: [​IMG]https://tarisio.com/cozio-archive/cozio-carteggio/enescu-guarneri-del-gesu-violin/
    Er staat ergens halverwege te lezen: In 1900 it passed to George Enescu who, according to Caressa, traded in a Stradivari to acquire it. Shortly after Enescu’s death in 1955 the violin was bequeathed to its current owner, the George Enescu National Museum in Romania.

    Enescu en een Stradivari? Dat ben ik nog niet tegengekomen, of ik moet met mijn neus hebben gekeken.
    Of is het soms zo dat die Bernardelviool die Enescu bij zijn afstuderen kreeg (die met inscriptie) een Stradivari was. Ik lees tenslotte wel over een firma Gand & Bernardel Freres, maar heb van vioolbouwer Bernardel niet gehoord (hooguit van hars van dat merk).
    Waar zou die Stradivari met inscriptie dan heen zijn?

    Speurtocht wordt vervolgd

    * (24-4-2018) Laat ik nou toch op het SF in #11 notities van @remi tegenkomen over de vioolbouwersfamilie Bernardel.
    https://strijkersforum.nl/threads/guadagnini-bernardel.85/
    Dank, @remi, voor het spitten en rapporteren over je onderzoeken over vioolbouwers!
     
    Laatst bewerkt: 24 apr 2018

Deel Deze Pagina