Als het een goedkope chinees was geweest met dezelfde klank als die dure viool, dan had je waarschijnlijk de klank niet mooier gevonden dan van je eigen viool. Een mens zit van dat vreemd in elkaar. Je ziet dat ook in het programma tussen Kunst en Kitsch. Mensen komen met een heel lelijk schilderij, het ligt al jaren op zolder. Dan blijkt het opeens van een bekende schilder te zijn en heel duur. Hun ogen beginnen te glimmen en ze zeggen, nou die krijgt een mooi plaatsje in mijn kamer, opeens is het schilderij mooi geworden. Suggestie is een grote kracht bij een mens. Als je tegen iemand zegt, nou zeg jij ziet er slecht uit, dan voelt die persoon zich meestal meteen een beetje ziek. Een viool is een viool en als je die goed in elkaar zet, dan zal de ene viool wel wat beter klinken dan de andere, maar zal niet slechter klinken dan zo´n oud aftands duur kreng.
Nee, Tobias, ik weet niet eens of het een oude viool was. Het was gewoon echt een prachtinstrument, suggestie ammehoela. Hij klonk gewoon wonderbaarlijk mooi. Zo heeft Femke nu ook een mooie 3/4 viool. Ze mocht kiezen van de vioolbouwer. Ze streek er op twee. De tweede was wel mooi, zei ze. Toen kwam nummer 3 en ze heeft maar nauwelijks twee tonen gestreken of ze draait zich om en zei: mam, hóór je dat?! Ja, echt wel had ik het gehoord, deze klonk echt nog zoveel mooier. Waarop de vioolbouwer zegt: Ze heeft een dure smaak... Helaas zijn echt mooie violen dus ook vaak echt duur. Is niet voor niks duur, denk ik dan.
Een goedkope chinees kan weleens gunstiger uitvallen dan je verwacht, maar heeft echt nooit, maar dan ook nooit de klank van een instrument van grote klasse. Maar wij zullen het denk ik hierover nooit eens worden Tobias.
Hoeft ook niet Johan, meningen verschillen. Trouwens bij geluid komt ook nog eens de persoonlijke voorkeur om de hoek kijken. Wat ik een mooie klank vind, zal een ander weer minder mooi vinden en dus voor een ander instrument kiezen dan ik.
Natuurlijk heeft het NMF prachtige instrumenten in beheer, maar ik bedoel nu de echte top. Bij mijn weten is dat een del Gesu viool, nu uitgeleend aan Daniel Rowland.
Antonio Vivaldi (Venetië 4 maart 1678 – Wenen 28 juli 1741) was een vioolspelende priester. Vanaf zijn 15e is hij in opleiding tot priester gegaan en daarnaast studeerde hij muziek. De opleiding tot priester had te maken met het feit dat deze opleiding gratis was en hij de oudste zoon was in een groot en arm gezin. Hij heeft echter niet lang missen opgedragen en dit had te maken met zijn zwakke gezondheid (astmatisch). Die zwakke gezondheid werd echter in twijfel getrokken: het schijnt dat hij tijdens het opdragen van een mis simuleerde dat hij wat onwel werd, het altaar verliet en dan ergens anders zijn muzikale ingeving noteerde. (bron:http://www.baroquemusic.org/vivaldi.html) Andere bronnen vermelden dat hij terdege gezondheidsproblemen had en desondanks nog kon reizen en functioneren als leraar. Hij bespeelde alleen geen blaasinstrumenten. Het schijnt dat de ernstige luchtwegproblemen hem het spreken ook bemoeilijkte, in ieder geval lang achterelkaar (zoals een priester moet kunnen). Op dit schilderij is hij te zien met een viool. Op wat voor viool (of: violen) speelde hij? Als Italiaan zat hij natuurlijk veel dichter bij het vuur. Zijn vader was violist in het orkest van de San Marco Basiliek in Venetië. De jonge Antonio was al vanaf het begin van zijn leven vertrouwd met de klanken van de viool. Zijn vader heeft hem vioolles gegeven, en men vermoedt dat Antonio toen nog heel jong was. Het gaat mij verder niet om hier een hele biografie neer te zetten. Op internet is daar genoeg informatie over te vinden (wikipedia bijvoorbeeld en websites als https://www.biography.com/people/antonio-vivaldi-9519560, https://seniorplaza.nl/componisten_vivaldi/). De informatie die ik heb gevonden, betreft zijn jeugd en werk in Venetië. De uitdaging is om erachter te komen waar Antonio V. op speelde. Wie mee wil speuren, GRAAG!!! (ik denk dat we een hoop musea af moeten lopen om de violen in de vitrines te zien met de beschrijvingen van wie erop gespeeld (kunnen/moeten) hebben. En mogelijk ook veilinghuizen (alhoewel: kun je varen op de informatie die ze daar hebben? Ik neem aan dat ze degelijk onderzoek doen.)
Afijn, we moeten dus naar Venetië afreizen. Daar heb je het Piccolo Museo della Pietà 'Antonio Vivaldi'. Daar ligt vanalles* over zijn leven en er zijn ook muziekinstrumenten uit zijn tijd. Zou daar niet...? * Zo heeft hij vanaf zijn 24e voor een weeshuis gewerkt. Hij heeft daar muzieklessen gegeven, heeft daar een koor gevormd. Voor zijn ontwikkeling als componist was deze baan een belangrijke periode in zijn leven.
Antonio gaf dus muziekles aan wezen. Het weeshuis (genaamd Istituto Provinciale per l'Infanzia 'Santa Maria della Pietà' )was een opvoedingsinstituut waar kinderen hoogwaardig opgeleid werden. Ze kregen een degelijke muziekstudie. De kinderen kwamen als zuigelingen via een "babyluik", iets dat in onze tijd nog steeds bestaat. De conservatoriumopleiding van de kinderen was zelfs zó gerespecteerd, dat er de verdenking heerste dat ook ouders met meer welstand hun spruiten in het luik legden om zo de kinderen op staatskosten te laten vormen. Ik lees: "La Pietà era anche un conservatorio di musica. Le giovani orfane venivano avviate al canto ed allo studio dei vari strumenti musicali seguite da famosi maestri."(bron: http://www.pietavenezia.org/it/) Losjes vertaald: La Pietá was een conservatorium waar de jonge wezen zangles kregen en op diverse muziekinstrumenten leerden spelen van beroemde bouwers. En wie was één van hun leraren: "Il più celebre è stato Antonio Vivaldi, assunto nel 1703 come insegnante di violino e poi viola all’inglese nonché mae". Antonio Vivaldi dus, die toen een goede reputatie had en in 1703 was ingehuurd om daar lessen viool, altviool en engels te geven. Uit andere bronnen verneem ik dat hij daar ook een meisjeskoor had opgericht en hij daarvoor koorwerken componeerde. Het werd ook een goed, mooi klinkend koor, waarmee hij succes oogste in Venetië en waarvoor anderen zelfs naar Venetië reisden om het te horen. Het grootste deel van de composities van Vivaldi komt uit de periode waarin hij als leraar functioneerde. Zo werd de kamermuziek beoefend en uitgevoerd door de wezen. Goed, er waren dus mooie instrumenten van gerespecteerde bouwers. Hij zal dan waarschijnlijk ook op die instrumenten hebben gespeeld. En welke waren dat? "The institute's collection of string and wind instruments, principally from the 18th century, is on permanent display. This collection, which includes 18 bowed strings and five horns, was resituated many times between 1866 and 1990, when it was finally restored to the Pietà. Among the most noted instruments are violins by Andrea Guarneri, Pietro Guarneri, Mathias Hornsteiner and Jacob Stainer; two cellos by Matteo Gofriller, and a contrabass by Pietro Caspan (1665). Four of the horns are by Andrea Coin (1770). (bron: https://muse.jhu.edu/article/181853) Hier wordt verteld dat het museum een permanente tentoonstelling heeft van strijk- en blaasinstrumenten, hoofdzakelijk uit de 18e eeuw. De collectie, waaronder 18 strijkinstrumenten en 5 hoorns, is een aantal keren verhuisd van locatie tussen 1866 en 1990, totdat ze hun plek kregen op de huidige locatie. Violen van Andrea en Pietro Guarneri, Mathias Hornsteiner en Jacob Stainer, twee celli van Matteo Gofriller en een contrabas van Pietro Caspan. Er is dus wel wat heen en weergeschoven met die instrumenten en het is niet bekend of er intussen nog instrumenten zijn verdwenen (verduisterd?), maar het geeft zo wel een beeld van de instrumenten waarop de kinderen les hadden en mogelijk waar de leraar zelf ook op speelde. Ik lees verder niets over de altviolen, misschien dat die in de beschrijving onder de violen vallen. Zou Antonio mogelijk de viool van zijn vader hebben geërfd of gekregen? Wat zou dat voor viool zijn geweest? Mogelijk waren de Gofrillers, de Stainers, Guarneri's etc. nog goed betaalbaar en had vader ook zo'n viool. Of één in bruikleen van het orkest waarin hij speelde (en dan viel er niets te erven).
In de 17e en 18e eeuw schijnt het gebruikelijk te zijn geweest in Venetië (in die tijd een stadstaat) dat barbiers zich ook oefenden in de muziek. De vader van Antonio V. had in feite twee banen: als barbier en als violist. Hij speelde niet alleen in de San Marco basiliek, maar ook op andere plaatsen in Venetië. Maar hoe hij aan zijn viool kwam (en wat voor viool) en de viool voor de kleine Antonio, dat is niet terug te vinden. Vader en zoon hebben ook samen gespeeld,
Ik vind het wel heel bijzonder dat de vondelingen (die in feite zo'n beetje wees zijn) zo uitgebreid muziekonderwijs kregen. Je kunt je bij het spelen van kamermuziek van Vivaldi dus indenken dat hij het op de vondelingen heeft uitgeprobeerd. Zijn koormuziek is ook uitgebreid beproefd door het meisjeskoor. Het ging echt om een meisjeskoor dat de sterren van de hemel zong. Wellicht was dit vondelingengesticht ook heel bijzonder in wat nu Italië is. Wat was het lot van Nederlandse vondelingen in de tijd van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden? Je kwam als kind dan niet in een Burgerweeshuis, maar zoiets als een Aalmoezeniershuis. Er werd dan toegewerkt naar een toekomst in één of ander ambacht (scheepstimmerman bijvoorbeeld) of een dienstje als je een meisje was. Dit beleid verschilde echter niet wezenlijk met die van het Burgerweeshuis. Tenslotte nog een prachtige sonate van Vivaldi voor cello met beelden van Venetië (alleen wel zoals het er vandaag uitziet). Antonio Vivaldi blijft op de één of andere manier trekken. Kijk toch eens hier waar ik dit voorjaar terechtkwam. In Wenen heb je de beroemde banketbakker, sinds 1832, die dé Sachertorte bakt. Je hebt niet alleen banketbakker Sacher, maar ook Hotel Sacher, aan de zijkant van het immense operagebouw. Deze is gebouwd op de plaats van de afgebrande Kärnterthor Theater uit de tijd dat Vivaldi er zijn opera's kon laten uitvoeren. Op het adres waar vanaf 1832 Sacher begon te bakken, heeft Antonio Vivaldi gewoond. Dit wordt gememoreerd met een plakette op de pui van hotel Sacher. Zo ben je dus per ongeluk al smikkelend en smullend op het woonadres van een groot componist!
Fritz Kreisler, een begenadigd violist die nog niet zo lang geleden leefde. Geboren in 1875 en gestorven in 1962. Al van heel jongs af aan is hij vertrouwd geraakt met vioolmuziek en het strijkensemble van zijn vader. Het schijnt dat dat een gezelschap van amateurmusici was en ze waren ook nog artsen. Sigmund Freud is daar ook weleens komen spelen. De hele kleine Fritz hoorde het en toonde op een eerste echte kinderviool een groot talent te zijn. Zó groot dat hij heel lang, ook op het conservatorium waar hij heel jong op kwam, niet het nut van oefenen heeft kunnen inzien. Het kwam hem aangevlogen. Het belang van oefenen daagde pas met de jaren. Over het leven van Fritz Kreisler kun je verder ook lezen op diverse sites. En eigenlijk is het ook wel 'een eitje' om informatie over de violen te vinden waar Fritz op speelde. Hij begon op een sigarenkist met veters als snaren. De volgende stap was een speelgoedviool. Zo'n lor uit het type Bart Smit speelgoedwinkels. De kleine Fritz liet daarop horen waar hij toe in staat was (perfect spelen van het Oostenrijkse volkslied bijvoorbeeld), zodat het instrumentje spoorslags werd ingeruild voor een echt viooltje. Bovendien ging zijn vader hem lesgeven. Op zijn achtste kreeg hij een halve viool van Matthias Thir (een Weense bouwer uit de 18e eeuw). Dit instrument kreeg hij via het conservatorium. Op zijn tiende kreeg hij een 3/4 Amati, omdat hij de Oostenrijkse staatsprijs had gewonnen. Hij ging in Parijs studeren bij docenten als Bruckner, Massenet, Delibes, Dont en Hellmesberger. Op zijn twaalfde won hij vervolgens de eerste prijs van Paris Conservatoire en kreeg toen de beschikking over een in 1708 gebouwde viool van Stradivarius; de 'Davidov', om daarop te kunnen spelen tijdens de prijsuitreikings ceremonie. Deze Davidov Strad is nog te zien in het Musée de la Musique in Parijs. Ook kreeg hij een Gand-Bernadel viool om daar verder op te spelen, dit allemaal dus vanwege het winnen van die eerste prijs in Parijs! Twaalf jaar oud nog maar, en zijn ca. 40 concurrenten waren een stuk ouder. Weer terug in Wenen kreeg Fritz van zijn vader een mooie Giovanni Grancino-viool, welke zijn favoriete viool werd voor de komende acht jaren. Toen sprak hij toevallig een oude vriend, een architect, die vertelde dat hij een oude en beschadigde viool had liggen die Fritz wel mocht hebben. Eenmaal in bezit van die viool, werd hij getroffen door de toon van de viool en realiseerde hij zich dat het een Nicolò Gagliano was. Het instrument groeide uit tot zijn meest geliefde instrument. Voor zijn debuut in Wenen met het Philharmonisch Orkest onder directie van Hans Richter (1898), kreeg Fritz een 'Baillot' Strad uit 1732 te leen voor zijn uitvoering van het vioolconcert in g mineur van Max Bruch. Vermoedelijk was die Baillot Stradivarius meer geschikt voor het uitvoeren van dit werk dan zijn gehavende pareltje van Nicoló Gagliano. Tegen de eeuwwisseling, dus weer twee jaar later, had Fritz Kreisler zijn oog en vooral oor laten vallen op de in 1735 gebouwde 'Mary Portman'Guarderi'del Gesú en kocht deze voor 10,000 dollar bij handelaar George Hart. Wat een gigabedrag, zeker in die tijd! Twee jaar later hoorde Fritz van de "Hart'Guarneri 'del Gesú' die verkocht was aan verzamelaar John Adam. Kreisler verzocht verzamelaar Adam om hem die viool te laten overkopen. Hij wist hoe mooi die viool klonk. Verzamelaar Adam ging accoord en liet Kreisler het aankoopbedrag betalen (heel netjes, geen winst erop willen boeken!). Fritz was de hemel te rijk met zijn Hart-viool, waarop het dus heel aannemelijk was dat hij op deze zijn eerste vijf opnames speelde in Berlijn. Zijn premiere met het concert van Elgar in 1910 heeft hij er zeker op gespeeld (bron: website Tarisio). Mogelijk zijn ook de daaropvolgende opnames in New York en Londen tussen 1910 en 1916 op deze 'Hart'viool uitgevoerd. Daar zijn misschien wel (krakend klinkende) uitvoeringen van te vinden op YT. In 1917 heeft hij de 'Hart' viool verkocht. Wat hij met die 'Mary Portman' Guarneri del Gesú deed al die tijd? Intussentijd (in 1908) had Kreisler de in 1726 gebouwde 'Greville' Stradivarius van Ernest Kempton Adams in New York gekocht. Na een jaar was Fritz er alweer op uitgekeken en werd het weer van de hand gedaan. Fritz kocht de in 1732 gebouwde Guarneri 'del Gesú welke was bespeeld door een destijds beroemde Hongaar Tivadar Nachéz. Dit instrument had Kreisler in bezit tot 1921. Of het allemaal nog niet genoeg is: Kreisler kocht ook de in 1733 gebouwde Stradivari van Alfred Hill. Dit instrument is nu bekend als de 'Huberman Kreisler'. (en nu ik hem wil laten zien, vindt Tarisio dat ik maar eens moet inloggen). Misschien dat je hier wijzer van wordt: Die Huberman werd weer een favoriet instrument van Kreisler en is te horen op opnames uit 1926-1927 van concerten in Berlijn met Leo Blech in werken van Brahms, Beethoven en Mendelssohn. Ook te horen in 1928 met sonates met Rachmaninoff. Volgens een brief van de familie Hill uit 1949 had de Huberman geen Stradivari 'head' (help even, wat bedoelen ze hier?) toen Kreisler het kocht, maar Hill paste dat bouwtechnisch even aan. Hill heeft het instrument teruggekocht en weer verkocht aan Bronislaw Huberman. In 1926 kreeg Kreisler de beschikking over de in 1730 gebouwde Guarneri del Gesú, welke de naam van Fritz Kreisler kreeg en is heden ten dage de viool die het meest met Kreisler geassocieerd is. Het instrument was van Jean-Andoche Junot, één van Napoleons generaals die de titel Graaf van Abrantes droeg. Het schip waarop Junot voer, was overmeesterd door Britse piraten tijdens de oorlogen die Napoleun voer. De viool werd voor twee pond door de opvarende scheepslieden verkocht aan een vicaris en de viool werd weer doorverkocht aan verzamelaar William Thompson die zijn initialen in de hals brandde. Na diverse keren doorverkopen, kwam het in handen van Fritz Kreisler. Volgens de vader van handelaar Alfred Hill is deze viool van een zeldzame kwaliteit (eerste klasse dus!). In 1928 'viel' Kreisler weer voor een prachtig aanod van de familie Hill (handelaars): hij kocht van hen de in 1711 gebouwde 'Earl of Plymouth' Stradivari uit de gouden periode. Deze viool verkocht hij in 1945 door aan Wurlitzer in New York. In de jaren '30 van de vorige eeuw was het volgende 'liefje' (viool) een in 1733 gebouwde Strad. Het was ook deze Strad die zijn vrouw Harriet in 1941 in New York naar het ziekenhuis meenam om Frits daar een deel van het andante van het vioolconcert van Mendelssohn te laten spelen om te zien of hij nog zijn speelvaardigheid had behouden. Wat was er aan de hand: Kreisler was aangereden door een truck in een straat in NY. Vrouw Harriet werd gerustgesteld: Fritz speelde het feilloos! Vermoedelijk zijn de her-opnames van vioolconcerten van Brahms en Beethoven in 1935 en opnames van Mozart's K218 olv Sir Malcolm Sargent op deze Guarneri gespeeld. In 1939 vroegen violisten of Kreisler ook op hun violen wilde spelen. Kreisler haalde prachtige tonen uit hun violen en dat was een hele openbaring voor de violisten. Toen Kreisler geen concerten meer gaf, schonk hij deze Guarneri aan de Washington Library of Congress (in 1952). Over de verschillen tussen de Stradivarius en de Guarnerius zei Kreisler: De meeste concertzalen zijn te groot voor de Stradivari, dus voor de kracht van de viool de zaal te vullen. De Guarnerius heeft meer kracht. Toevoeging eind maart: Denk je dat je nu zo ongeveer alle violen van Kreisler hebt gevonden, duikt er nog een Bergonzi-vool op, de 'Kreisler, Perlman' viool, 1733 van vioolbouwerCarlo Bergonzi. Deze wordt thans bespeeld door Itzhak Perlman (althans, deze beroemde violist staat in het Cozio-archief te boek als eigenaar).
Misschien dat de hals verlengd was (het 'graften') en dat de originele krul niet aan de nieuwe hals gezet was?
Zou best kunnen, je weet technisch gezien natuurlijk meer van violen dan ik. Ik heb niet meer specificaties gezien hierover, maar misschien is het met flink digitaal 'graafwerk' nog te achterhalen. Voor mij gaat dat iets te ver, ik ben immers benieuwd naar ...(zie titel onderwerp). Het valt mij wel op dat Kreisler kennelijk best wel wat te besteden had. Het was niet zo dat hij alleen maar één keer flink investeerde en daarna uit de verkoop weer het nieuwe instrument financierde. Ja, dat zal ook wel gebeurd zijn, maar hij kocht ook weleens meer dan één instrument. Mogelijk had hij er één voor de grote zaal en één voor het intiemere werk, zoals kamermuziek.
Wat me in het spel van Kreisler opvalt zijn de vele glissandi. Dit zou best eens kunnen voortkomen uit negentiende-eeuwse speelwijzen. Interessant als je Mendelssohn authentiek zou willen spelen! Of zou het een veel oudere traditie zijn die ook in de barok werd toegepast?
Ja, inderdaad, veel glissandi! Waar die speelwijze vandaan komt, weet ik niet. Ik hoop dat iemand er meer van weet en daar hier iets over wil vertellen.
Als violisten en cellisten komen we ook composities tegen van Benedetto Marcello (1686-1739). Eerlijk gezegd dacht ik dat ik op jacht zou moeten naar zijn cello. Wat blijkt, hij wás geen cellist, maar violist. Hij was ook in feite geen beroepsviolist, althans, dat was niet wat zijn ouders met hem voorhadden. De weg naar hem leidt weer terug naar Venetië. Hij is een tijdgenoot van Antonio Vivaldi, hij is maar 8 jaar jonger. Benedetto Marcello werd geboren in Venetië als lid van een zeer gerespecteerde Venetiaanse adellijke en invloedrijke familie. Zijn vader was senator. Conform deze verheven achtergrond genoot hij net als zijn broer Alessandro (1669/1673?-1747) een grondige vorming en opvoeding op het gebied van muziek en andere kunsten, maar uiteindelijk lag de enige passende carriere voor hem op het juridische terrein. Daarnaast kon hij natuurlijk een goed ontwikkelde amateur in de muziek zijn. Hij kreeg als kind vioolles van zijn vader en ging daarna ook nog in de leer bij de beroemde Fransesco Gasparini voor lessen in contrapunt en bij Antonio Lotti ( https://nl.wikipedia.org/wiki/Antonio_Lotti) voor compositie. Eigenlijk had Benedetto veel meer zin in een toekomst als beroepsmusicus en dat gaf nogal wat conflicten met zijn ouders. Die besloten hem even een tijdje ergens anders in het land onder te brengen als 'afkoelingsperiode'. Na deze periode werd er niets meer vernomen over spanningen op het gebied van toekomstbestemming. Vanaf 1707 ging Benedetto aan de slag in Venetië in een bestuurlijke functie, vervulde als jurist diverse bestuurlijke rollen in de stadstaat Venetië. Muziek en componeren was dus iets om in de vrije tijd te doen. Dat deed zijn broer Alessandro ook. Er zijn overigens composities die ten onrechte toegeschreven zijn aan Benedetto; die blijken uiteindelijk door Alessandro te zijn gecomponeerd. De meeste composities van Benedetto Marcello zijn uit de vroege jaren, dus kennelijk nog voordat hij helemaal werd opgeslokt door bestuurlijke taken en het opereren in de hoogste kringen van Venetië. Het schijnt dat hij na zijn veertigste nagenoeg of helemaal niets meer heeft gecomponeerd. Er is op diverse sites over Benedetto en zijn oudere broer Alessandro te lezen. http://www.hoasm.org/VIIIE/Marcello.html https://www.allmusic.com/artist/benedetto-marcello-mn0001445678/biography https://www.allmusic.com/artist/alessandro-marcello-mn0001459610/biography https://lamusicasacra.wordpress.com/2010/02/06/benedetto-marcello”/ https://www.ecured.cu/Alessandro_Marcello en zijn broer Alessandro: Dan start nu de jacht op de viool van Benedetto. Ik verwacht dat daar een hele goede, mooie viool 'uit rolt', tenslotte was zijn familie vast goed thuis in wat er aan kwaliteit te krijgen is. Het conservatorium van Venetië dat in 1876 is gesticht, is genoemd naar Benedetto Marcello. Zouden ze dáár zijn viool in een vitrine hebben liggen? Ik ga maar eens kijken in het conservatorium van Venetië, virtueel voor de duidelijkheid, en kan erg veel zien. Of ik ook ga zien, waar ik naar zoek, is nu nog de vraag. Het is een prachtig oud Venetiaans paleis dat nu de plek is waar toekomstige musici worden opgeleid. Hier werd bijvoorbeeld ook componist Bruno Maderna opgeleid. Ik kom een schilderij tegen van de naamgever van het opleidingsinstituut. Maar nu nog zijn viool! Deze lijkt niet in een vitrine in het conservatorium aanwezig te zijn. Zou het dan in een ander museum liggen? Voordat ik nog wat musea ga afstropen, wil ik eerst nog weten of die viool niet intussen bij Tarisio bekend is. Maar nee, de viool staat niet op de lijst bij de M van het Cozio-archief van Tarisio. Misschien bekend bij een ander veilinghuis? Dat zal ik nog eens gaan napluizen. Wordt vervolgd (en alle hulp is welkom!)
Nee, de viool van Benedetto Marcello is niet bekend bij Tarisio. Zou de viool dan ergens anders zijn geveild of gewoon verkocht? Of zou die in de familie zijn gebleven? Of...zou die viool in Brescia te vinden zijn? Benedetto Marcello sleet de laatste jaren van zijn leven in Brescia en is daar ook gestorven. Wat ook nog mogelijk is, is dat de viool of violen in Padua zijn beland. Alessandro heeft zijn jongere broer 8 jaar overleefd. Alessandro is in Padua gestorven in 1747.
Ik denk niet dat je zijn viool zal vinden. Hij was tenslotte een amateur en misschien toch niet belangrijk genoeg om zijn viool te bewaren. Maar het zal zeker een pracht instrument zijn geweest.